Startpagina Akkerbouw

Wat houdt ons tegen om veldbonen te telen?

Veldbonen bieden een hoge eiwitopbrengst en flexibiliteit voor landbouwers. Toch blijft het areaal achter. Enkele projectpartners proberen nu via een relanceproject en enquête de teelt en de samenwerking tussen akkerbouwer en veehouder te stimuleren.

Leestijd : 3 min

Het tekort aan geconcentreerde eiwitbronnen voor de veehouderij maakt dat Vlaanderen nog te veel afhangt van de invoer van overzeese soja om het binnenlandse vee te voeden. De toepassing van lokaal geteelde eiwithoudende gewassen is mogelijk, maar tot op heden nog onvoldoende gekend. Hierdoor blijft de import van soja op een zeer hoog niveau.

Maatschappelijk staat deze soja import sterk onder druk, maar ook met het oog op verduurzaming van de veehouderij is er nood aan alternatieven. Het belang hiervan werd met de publicatie van de ‘Farm to Fork’ strategie en het lanceren van de ‘Vlaamse eiwitstrategie’ enkel maar versterkt.

Veldbonen bieden flexibiliteit

Veldbonen kunnen zeer hoge eiwitopbrengsten halen en gedijen goed onder de Vlaamse klimaatomstandigheden. Bijkomend maakt de subsidie via de pre-ecoregelingen deze teelt ook op economisch vlak competitiever met andere teelten. De toepasbaarheid van veldbonen als winter- of zomervariëteit of de combinatie met granen in een mengteelt zorgt dan weer voor flexibiliteit en maakt dat er voor iedere landbouwer wat wils is. Daarnaast kent deze teelt in Vlaanderen al een ruim verleden waardoor ook de teelttechnische kennis al vergevorderd is. Desondanks blijkt, met slechts 556 ha, het areaal veldbonen in Vlaanderen tot op vandaag nog beperkt.

Gezien het gewas een hoger opbrengstpotentieel heeft op de zwaardere gronden en het een akkerbouwmatige aanpak vraagt, zijn vooral West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen momenteel koploper in het verbouwen van de teelt. Desalniettemin zijn ook de akkerbouwregio’s in Zuid-Limburg en Vlaams-Brabant zeer geschikt. De vervoedering concentreert zich dan weer voornamelijk op de lichtere gronden, waar de meeste (melk)veebedrijven zich bevinden.

Relanceproject

Om niet alleen de teelt en het vervoederen, maar ook de samenwerking tussen akkerbouwer en veehouder te stimuleren, ging sinds 1 maart 2022 het Relanceproject ‘Veldbonen, van veld tot voer’ van start. Voor dit project sloegen verschillende Vlaamse onderzoeksinstellingen de handen in elkaar. Aan de hand van een enquête bij landbouwers wensen zij in eerste instantie meer inzicht te krijgen in de bestaande knelpunten aangaande de teelt en het vervoederen van veldbonen. Op die manier kunnen zij door de aanleg van teelttechnische proeven en het uitklaren van voedertechnische knelpunten ondersteuning bieden aan de landbouwers.

Daarnaast leidt een enquête bij de andere partners die deel uitmaken van de ‘veldbonenketen’, zoals veevoederfirma’s, loonwerkers, melkverwerkers, enz., tot meer duidelijkheid over de visie van de ruime landbouwsector ten opzichte van het gebruik van lokale eiwitbronnen zoals veldbonen.

Samenwerken

Naast de inventarisatie van knelpunten en opportuniteiten, heeft het project eveneens als doel de samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders te verhogen. In praktijk blijkt deze samenwerking namelijk nog onvoldoende op gang te komen. Hierdoor verliezen akkerbouwers vaak de ambitie om veldbonen te telen en grijpen veehouders naar andere eiwitbronnen. Om hieraan bij te dragen werd er een digitaal formulier opgesteld.

In dit formulier kan iedere akkerbouwer die veldbonen teelt, of in de toekomst wilt telen maar nog geen afnemer heeft, zich kenbaar maken. Ook veehouders kunnen dit formulier invullen en op die manier aangeven dat zij graag veldbonen wensen te vervoederen aan hun vee en hiervoor nog veldbonen wensen aan te kopen.

Na enkele weken ontvangen alle landbouwers die dit formulier hebben ingevuld een kaartje met informatie van andere aanbieders en afnemers waarmee zij vrijblijvend onderling contact kunnen leggen.

Femke Moors, Pibo-Campus

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken