Startpagina Akkerbouw

Mosterd: een gemakkelijke teelt, én met pre-ecoregeling

De mosterdteelt staat nog in zijn kinderschoenen in België. Twee telers hebben zich er echter toch aan gewaagd. Peter Coucke en Gilles Ledure experimenteren met de teelt en communiceren in een werkgroep over de toekomstmogelijkheden in de teelt.

Leestijd : 7 min

Op het Hof ter Vrijlegem in Asse ontmoeten we de 2 pioniers Peter Coucke en Gilles Ledure.Peter baat het landbouwbedrijf samen met zijn vrouw uit. “We zijn de vierde generatie op de boerderij. Samen met mijn schoonbroer Joris doen we het werk, maar ook mijn schoonouders helpen nog op boerderij.”

Origineel was het een bedrijf dat zich toelegde op akkerbouw, witloof op hydrocultuur en op het houden van Belgisch witblauw. Doorheen de tijd werd beslist om te stoppen met witloof en met de veehouderij. “Nu runnen we een B&B en zijn we begonnen met de teelt van koolzaad”, klinkt het. Peter begon met 1 ha, maar verwerkt nu koolzaad van 20 ha. Alles wordt op de boerderij gehouden. Er zijn 15 silo's voor telkens 5 à 6 ton zaad. Het koolzaad wordt verwerkt tot allerhande producten, zoals olie, een honing-mosterdvinaigrette, mayonaise en tartaar, die ze onder andere in de hoeveboetiek verkopen.

In de akkerbouw teelt Hof ter Vrijlegem aardappelen voor afland, tarwe en gerst, en korrelmaïs voor de teelt-rotatie. Sinds dit jaar kwam er ook mosterd bij.

Het mosterdzaad wordt ook verkocht via hoevetoerisme.
Het mosterdzaad wordt ook verkocht via hoevetoerisme. - Foto: MV

Peter en Gilles gingen de uitdaging graag aan. “Het is innovatief en het is goed te zien dat het in België kan lukken. Aan de andere kant zie je ook nog de kinderziekten, daar kan je niet onderuit.”

In het project

Dit jaar namen Peter en Gilles deel aan het opmaken van een EIP-projectvoorstel (Europees Partnerschap voor innovatie), samen met het Innovatiesteunpunt (coördinator), het praktijkcentrum Herent (teeltervaring in mosterd), 5 mosterdverwerkers en 4 andere akkerbouwers. Hof ter Vrijlegem staat onder ander in voor de naoogstbehandeling. Mosterdzaad lijkt op koolzaad, dus Peter kan dezelfde apparatuur gebruiken. Eind 2022 weten ze of het projectvoorstel wordt goedgekeurd vanuit het departement Landbouw en Visserij.

“De interesse in mosterd is groter geworden, vanwege de pre-ecoregeling die eraan verbonden is. Ik denk dat we snel aan 10 telers zullen zitten. Het potentieel voor België is er immers. België importeerde in 2021 immers 4.500 ton mosterdzaad voor menselijke consumptie.”

Hof ter Vrijlegem werkt samen met De Ster, een mosterdmakerij in Lubbeek. “De bedoeling is om zelf zaad te telen, om dat aan te leveren aan De Ster die de mosterd maakt, en om uiteindelijk mosterd terug te nemen voor onze honing-mosterddressing.”

Belang van genetica

Momenteel is de genetica van mosterd vooral gebaseerd op het gebruik als groenbedekker in onze streken en niet op de eisen voor de mosterdverwerker. Het Praktijkpunt onderzoekt 6 verschillende rassen. Eén van die parameters is de pikantheid van de mosterd. Het gehalte glucosinolaten is hierbij belangrijk, omdat glucosinolaten moeten worden omgezet naar pikante moleculen. “Verwerkers willen bovendien constante kwaliteit voor hun eindproducten. Ze blenden verschillende loten mosterdzaad, en daarbovenop heeft elke verwerker zijn eigen receptuur.

Ook de afrijping is een parameter. “En daar zit een serieus verschil tussen gele en bruine mosterd. Er zit zelfs 2-3 weken tussen”, vertelt Gilles uit zijn ervaring.

Een ander doel van het EIP-project is het onderzoeken van specificaties: aan welke normen moet de mosterd voldoen voor de verwerker? Zo moet onderzocht worden wat het drogestofgehalte is, het eiwitgehalte, de hoeveelheid glucosinolaten, de hardheid van het zaad... “Dat geeft de boer een bescherming, zodat hij weet wat hij moet afleveren.” Er worden loten mosterd gekocht uit het buitenland die als controlegroep dienen.

Teelttechnisch gemakkelijk

Ook teelttechnisch moet de mosterdteelt op punt worden gesteld. “We merken in het algemeen dat mosterd een vrij makkelijke teelt is”, merkt Peter op. De zaai gebeurt rond half maart-half april, en de oogst in de tweede helft van augustus. “Dat is dus een kort groeiseizoen. De zaadhoeveelheid was 13 kg per ha”, vervolgt hij.

De bruine mosterd bij Gilles Ledure is nog voornamelijk groen.
De bruine mosterd bij Gilles Ledure is nog voornamelijk groen. - Foto: Gilles Ledure

Qua meststoffen geeft Peter mee enkel drijfmest gevoerd te hebben. Mosterd heeft slechts 50-100 eenheden N per ha nodig.

Gilles geeft aan dat de conditie van de bodem wel cruciaal is. “De grond moet goed bewerkt zijn voor de start. Je moet in goede omstandigheden ploegen, dan een vals zaaibed aanleggen, dat 10 dagen laten liggen en dan rotoreggen.” De mosterd werd gezaaid met een gewone zaaimachine. “Aan mijn zaaimachine heb ik nog wel een uurtje gesleuteld voor het kon, en dat werkte perfect.”

Geen erkende middelen

Omdat er geen middelen beschikbaar zijn, moet men bovendien mechanisch wiedeggen. Dat is dit jaar heel goed gegaan, omdat het lang droog was. “We hebben wel geluk gehad met het onkruid. Ik hield mijn hart vast, want er zijn geen bestrijdingsmiddelen. Bij een nat voorjaar kan je in het perceel niet met de wiedeg werken.”

Toch was er ook een periode van onrust. Gilles: “Bij ons in de teelt zag ik de glanskever, maar daartegen mag en kan er ook niet behandeld worden. Niet veel later zaten de planten echter vol met lieveheersbeestjes, een natuurlijke predator. Die hebben het werk heel goed gedaan: er was geen glanskever meer te zien. In Bourgogne hadden de landbouwers minder geluk. Daar zijn ze moeten stoppen met behandelen vanwege resistentieproblemen. De opbrengst was gehalveerd.”

Van vraat hebben Peter en Gilles geen schrik. In de omstreken zijn duiven een probleem. “Door het glucosinolaatgehalte laten de duiven het zaad liggen. Ze lusten het niet”, vertelt Peter. “Ook everzwijnen lijken het niet te lusten. Die eten onze maïs, maar aan de mosterd komen ze niet aan. Misschien moeten we rond de maïs een mosterdhaag zetten”, lacht Gilles.

Eenmaal gevallen, is de oogst weg

In het kader van het project teelt Peter 25 a mosterd, Gilles 2 ha. Ze verwachten tussen 800 en 1.200 kg opbrengst per ha voor gele mosterd, en voor bruine en zwarte slechts de helft. “Vorig jaar was het een natte zomer. Toen had het Praktijkcentum Herent toch een behoorlijke opbrengst, maar was er vrij veel grijs zaad tussen, terwijl het ideaal mooi goudgeel is. Het witte zaad kiemde nog wel, maar het oogt niet”, herinnert Peter zich.

Koolzaad wordt doorgaans eerder geoogst dan mosterd. Net zoals bij koolzaad gebeurt de oogst met een pikdorser. “De zeven moeten wel worden toegezet en ik heb er een verticaal snijmes bijgezet. De maaidorser moet wel volledig proper zijn. Resten van koolzaad of tarwe moeten zo veel mogelijk vermeden worden”, aldus Peter.

Als er toch één nadeel is aan de teelt, is het dat de teelt nabij de oogst van dichtbij in de gaten gehouden moet worden. “Als het zaad rijp is en op de grond valt, is het weg. Als je de loonwerker belt om op de cruciale dag te oogsten, dan moet die er dus echt zijn. Bij koolzaad is er al jarenlang geselecteerd, zoals op de stevigheid van het hauwtje, maar mosterd is nog een te kleine teelt om hierop selectieprogramma's los te laten.”

Het mosterdzaad zit in een hauw, en is in deze fase nog niet rijp voor de oogst.
Het mosterdzaad zit in een hauw, en is in deze fase nog niet rijp voor de oogst. - Foto: MV

Zo snel mogelijk drogen en kuisen

Als de mosterd gedorst is, moet die zo snel mogelijk gekuist worden. “Het vuil eruit krijgen (kuisen) is het belangrijkste, want dat is vaak nog natter dan het zaad en hierdoor beschimmelt het. Als je te lang wacht met kuisen, dan bestaat de kans op mycotoxines en moet je alles wegsmijten. Het moet op dezelfde dag als het oogsten gebeuren”, vertelt Peter. Voor een goede kwaliteit moet het drogen gebeuren bij een luchttemperatuur onder 40 °C. “Dat is iets wat de verwerker wel meegeeft.”

In de werkgroep contacteren landbouwers Peter om het zaad te drogen. Hij heeft op zijn erf silo's waar hij lucht in kan blazen. “Zo kan het zaad zo rap mogelijk indrogen en afkoelen, moest dat nodig zijn. Uiteindelijk wordt het in bigbags gestockeerd, om het dan naar de mosterdverwerker te brengen. In de werkgroep wordt nu ook besproken hoe het naoogstproces het beste moet gebeuren.”

Goede prijzen?

Een belangrijk aspect is natuurlijk ook de prijs voor de landbouwer. Vraag en aanbod moeten goed op mekaar worden afgestemd. “Als er te veel aanbod is, heeft dat zijn impact op de prijs. We willen inzetten op lokale afzet. Mosterd moet voor onze boeren ook een meerwaarde zijn.”

Eén ha koolzaad zou in een goed jaar zeker 4.000 kg opleveren, wat momenteel overeenkomt met een marktprijs van 700 à 800 euro per ton. “Mosterd levert normaal 1.000 kg op, dus eigenlijk moet die 3,5 euro per kg opleveren om in competitie te komen met koolzaad. Het probleem met de teelt is, dat als de oogst mislukt, er geen plan b is. Je kan namelijk het zaad niet zo makkelijk als diervoeder gebruiken. De pre-ecoregeling zorgt er wel voor dat de basiskosten gedekt zijn, zoals de pacht en zaaikost. Als de oogst lukt, zou men minstens 2 à 3 euro per kg krijgen voor de gele mosterd. Bruine en zwarte mosterd is duurder, omdat de opbrengst nog lager is”, geeft Peter mee.

Belgische oogst beschermt

De geopolitieke context is momenteel speciaal. Heel wat mosterdzaad wordt in Oekraïne en Rusland geproduceerd. Er is dan ook een prijsdruk op alle landbouwgrondstoffen. “We weten ook niet hoe de markt van de producten zal fluctueren. Als de oorlog nog lang duurt en er heersen wereldwijd tarwetekorten, dan gaat er de neiging zijn om meer tarwe te zetten in plaats van een meer luxeproduct, zoals mosterd. Het is dus nog erg koffiedik kijken voor de prijzen. Eerst moeten we ervoor zorgen dat de kwaliteit in orde is, dat mosterdverwerkers hierop niet moeten inboeten. Laat ons een langdurige duurzame productieketen opzetten, waarbij ook landbouwers op lange termijn verzekerd zijn van een bepaald inkomen”, vertelt Peter.

Hét einddoel is natuurlijk Vlaamse of Belgische mosterd, met eventueel een bijhorend logo. Peter: “We gaan onze lokale producten meer promoten. Het project loopt over 2 oogstjaren. Aan het einde van het tweede oogstjaar willen we een oogstfeest geven en zo de Vlaamse of Belgische mosterd bekender te maken.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken