Startpagina Economie

De melkaanvoer in Europa, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten blijft aan de lage kant

“De beschikbaarheid van voldoende ruwvoeder speelt een belangrijke rol op de zuivelmarkt”, aldus Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, bij zijn analyse van de zuivelmarkt op 22 augustus.

Leestijd : 4 min

De oorlog in Oekraïne blijft duren. Raf Beyers: “De grote energieafhankelijkheid van Russische energie veroorzaakt een energiecrisis in Europa. Net voor het weekend van 20-21 augustus werd bekend dat de Nord Stream-pijpleiding eind deze maand weer dicht- gaat voor onderhoud. De Nederlandse TTF-future, de belangrijkste graadmeter voor de Europese gasprijs, piekte naar 284 euro per megawattuur. Wetende dat een jaar terug die prijs nog 27 euro was, verklaart dit de grote zorgen rond de Europese economie.” Zo is de Duitse maakindustrie voor deze explosieve gasprijzen erg kwetsbaar.

De rentes waren de laatste maand terug wat aan het dalen, maar de laatste dagen zien we ze terug stijgen, net omdat men nog altijd hoge inflatie verwacht door de doorstijgende gas- en elektriciteitsprijzen. Andere economische indicatoren voor grondstoffen zoals koper en staal zijn de laatste maanden al stevig gedaald. Olieprijzen staan de laatste maanden ook eerder onder druk en zo daalde de olieprijs sinds half juni ongeveer een kwart.

De zorgen voor de Europese economie wegen ook op de euro. Zo is het muntpaar EUR/USD begin deze week onder pariteit gegaan. Eén dollar is dus nu iets meer waard dan één euro, wat sinds de start van de euro, nu 20 jaar geleden, nooit voorkwam. Een dure dollar is voor de Verenigde Staten (VS) eerder deflatoir en door(voor?) de rest van de wereld eerder inflatoir.

Na 3 opeenvolgende Global Dairy Trade (GDT)-veilingen met stevige dalingen, ging de GDT-index op 16 augustus toch maar 2,9% omlaag.

Onzekerheid over ruwvoer

De melkaanvoer in Europa, Nieuw-Zeeland en de VS blijft aan de lage kant. “Vooral in Europa speelt de onzekerheid over voldoende beschikbaarheid van ruwvoer een rol. Ook in Nieuw-Zeeland is het weer een heel belangrijke factor zo midden in het afkalfseizoen. Vorig weekend was er bij de kiwi’s sprake van zware regenval en waren er zelfs overstromingen op het zuidereiland. Ook het noordereiland kreeg zware regenval te verduren. De grasgroei zit momenteel iets onder het gemiddelde in Nieuw-Zeeland”, legt Raf Beyers uit.

De EU27 melkte over de eerste jaarhelft 0,7% onder vorig jaar. Duitsland tekende voor -0,2% over juni en Frankrijk deed -1,4% over die maand. De Italiaanse melkaanvoer is sinds april negatief en over juni 1,47 % lager. In het Verenigd Koninkrijk (VK) melkten ze over het eerste jaarhelft 1,7% minder. Recente weekaanvoercijfers geven voor Duitsland -0,8%, Frankrijk ongeveer neutraal en VK -1,4%. In Nederland melkt men gemotiveerd verder, na de stijging in juni met 1,5% bevestigt men over juli met +2%.

“Het negatieve effect van verdroogde weides en de stijgende zorgen rond ruwvoederbeschikbaarheid zullen over augustus normaal toenemen. Hier en daar is de maïsoogst op verdroogde percelen al gestart. Melkprijzen blijven gelijk of stijgen bij sommige kopers – meestal kaasmakers – nog licht.”

Weinig boterexport uit Europa

De Europese boterindex is na weken van lichte daling de voorbije week terug gestegen met 1,6% tot 7.290 eur/ton. Beyers: “Het was terug de Franse boterprijs (+270 euro/ton) die de stijging trok, want de Nederlandse en Duitse boterprijs bleven nagenoeg gelijk rond 7.000 euro/ton.

Op de GDT zagen we opvallend het AMF (vochtvrij melkvet) heel stevig dalen – namelijk met 9,8% – naar een prijs van bijna 4% onder de boterprijs, die op GDT licht steeg met 0,2%. AMF is op de GDT in verkocht volume wel bijna dubbel zo groot als boter. De milde Europese melkaanvoer met lagere melkvetproductie zorgt voor een maximaal effect op de Europese boterprijs van de interne markt. Zo zien we Europa voor de eerste jaarhelft 4,1% minder boter exporteren. De boterexport zit zo op het laagste punt sinds juni 2019.

Kijken we naar een ander melkvetrijk product, namelijk vollemelkpoeder (WMP), dan exporteert Europa daar tot en met juni 19,9% minder van. Dit is voor WMP zelf het laagste Europese exportniveau sinds juni 2012. Dit is te verklaren door de stevige consumptie binnen Europa. Het stevige prijsverschil tussen Nieuw-Zeelandse boter en Europese boter (+2.000 euro/ton) blijft opvallen. Het botervet van de kiwi’s geraakt blijkbaar moeilijk tot in Europa en er is weinig vertrouwen dat er op tijd en met de gewenste kwaliteit kan geleverd worden.”

Kaas maken is lucratief

Voor het eerst in bijna 2 maanden noteerde de GDT een lichte stijging van mageremelkpoeder (Skimmed Milk Powder, SMP). “Nochtans hadden volgers eerder een daling verwacht van circa 5%. De verklaring van de meevallende veiling voor SMP kan terug te vinden zijn in de stijgende energiekosten (gasprijzen), die de poederprijs ook sterker maken. Ook de lage import van China van de laatste maanden doen de markt denken dat China op een gegeven moment terug moet beginnen importeren. De vraag naar SMP zal daarbij naar verwachting eerst het grootst zijn.”

De Europese SMP-index liet deze week wel een lichte daling zien van 2% naar 3.598 euro/ton. Vooral de Franse SMP-prijs is sterk gedaald (-4%). Men zou net denken dat Europese SMP door de zwakke euro en dus goede exportpositie terug wat kan stijgen. In de eerste jaarhelft zien we voor Europese SMP echter een daling van de export met 19%, dit is hiermee het laagste peil sinds juni 2018.

“Het belangrijkste Europese zuivelexportproduct kaas doet het gelukkig minder slecht en daarvan exporteerde men 3,5% minder. Globaal daalde de Europese zuivelexport het eerste half jaar met 10%. De milde melkaanvoer en stevige Europese consumptie kunnen dat verklaren. Kaasprijzen trekken de laatste weken weer aan. Zo gaat jonge gouda en mozzarella terug weg voor prijzen boven 5.000 euro/ton. Kaas maken is momenteel lucratief”, besluit Raf Beyers.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken