Startpagina Aardappelen

Maak je bodem en aardappelteelt weerbaar tegen droogte

Een voorbereide boer is er 2 waard. Dat geldt ook voor mogelijk slechte weersomstandigheden. In de aardappelteelt is het allereerst van belang om je percelen door en door te kennen, de bodem weerbaar te maken en, indien mogelijk, om gepast te irrigeren.

Leestijd : 6 min

Droogte teistert tot op zekere hoogte wel alle teelten. Aangezien de aardappel slechts een oppervlakkig wortelstelsel heeft, is het belangrijk om hiermee rekening te houden bij de irrigatie. Op de PCA-dag in augustus werd dan ook even stilgestaan bij omgaan met een lange periode zonder vocht. Terecht, want zo’n intense periodes zullen in de toekomst steeds meer voorkomen. “We ervoeren dit jaar de droogste juli voor Vlaanderen, in augustus was er wel sprake van wat regen maar dat is te laat om nog iets te doen aan het gewas”, aldus Stany Vandermoere van het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw (PCA). Hij geeft aan dat je goed de droogte kan doorkomen als je inzet op 3 zaken.

Ken je perceel

Het is voor de hand liggend, maar blijft toch het belangrijkste bij elke teelt: ken je perceel! “Niet alleen tussen de percelen, maar ook in het perceel zelf is er veel variatie. Het is cruciaal dat je de probleemzones kent”, geeft Vandermoere mee. Elke landbouwer zou geregeld naar zijn percelen moeten gaan om er voeling mee te krijgen, ook om te weten wat de probleemzones zijn. Daarnaast zijn bodemkaarten handig. “Aan de hand hiervan kan je de oorzaken te weten komen. Zo kunnen verschillen te verklaren zijn omdat er verdichting is, er sprake is van een helling, of omdat percelen samengevoegd zijn.”

Momenteel loopt er bovendien het demonstratieproject ‘Droogtekaarten voor aardappel en maïs’, waarbij droogtekaarten opgemaakt kunnen worden op basis van satellietbeelden. Zo worden de zones die gevoelig zijn voor droogte zichtbaar. De bedoeling is om die droogtekaarten te koppelen aan vervolgbewerkingen, zoals variabel poten, irrigeren, toediening van bodemverbeteraars en plaatsspecifiek bemesten.

“Satellietbeelden kan je natuurlijk ook zelf raadplegen, bijvoorbeeld op taakkaart.be. Daar kan je zelf een login maken, je eigen perceel op Google Maps zoeken en de groenheidskaart raadplegen. Als je de groenheidskaarten samenvat over de jaren heen, krijg je een droogtekaart. Hierbij worden de probleemzones voor opbrengst duidelijk”, aldus Vandermoere.

Weerbare bodem

Een gezonde bodem is een weerbare bodem. Eén van de dingen die je kan doen om de weerbaarheid te verhogen, is de verdamping beperken. Dat kan bijvoorbeeld door je bodem af te dekken in het vroege voorjaar. Daar gebeurt nu nog wel onderzoek naar. “Bij vroege aardappelen is dit sowieso nuttig. Bovendien versnelt de opkomst omdat de bodem sneller opwarmt.”

Vandermoere geeft ook aan dat een mulch leggen van stro of goedkope compost toepassen ook soelaas kan bieden. “Naast het verminderen van verdamping zorgt het op lange termijn voor een beter koolstofgehalte. Omdat mulch strooien over de aardappelruggen in de praktijk niet evident is, is het niet het belangrijkste waarop we moeten focussen. ”

Het waterbergend vermogen verhogen is een derde focuspunt. Het toevoegen van organische stof zorgt voor een betere bodemstructuur, en zorgt ervoor dat de bodem een betere sponswerking heeft. Dat kan door middel van compost, maar ook door granen in de teelrotatie. Dit zijn echter methoden die pas effect hebben op lange termijn. Op korte termijn onderzoekt Vandermoere het gebruik van waterabsorbeerders. “Kleimineraal is interessant op zandbodems, want zand houdt weinig water vast. Door kleimineraal met bentoniet kan je de bodemtextuur wat zwaarder maken en zo meer water vasthouden”, klinkt het. Om de werking van verschillende waterabsorbeerders te testen, heeft het PCA dit jaar een proef aangelegd. Bij oogst zal moeten blijken of deze middelen dit seizoen een bijdrage konden leveren.

Eén van de testproducten is Zeba Prime van UPL, een soort granulaat dat 500 keer zijn gehalte aan water en nutriënten kan vasthouden. “Proeven in de Benelux tonen aan dat het een meeropbrengst kan geven. Bovendien zorgt het voor minder uitspoeling van stikstof. Belangrijk is wel dat de granulaatbakken bij verstrooien heel droog moeten zijn, anders neemt het granulaat het water al op. En na 18 maanden is het volledig afgebroken in de bodem”, vertelt een UPL-expert.

Inspelen op opbrengstpotentieel

In bepaalde zones van het perceel kan er sprake zijn van een lager opbrengstpotentieel, dus daar moet op ingespeeld worden. “Rassenkeuze is één ding, maar men kan ook de plantafstand vergroten, zodat de aardappelen wel de gewenste sortering halen. Of men kan de bemesting aanpassen: zo kan je minder bemesting geven op plaatsen waar je sowieso een lagere opbrengst verwacht.”

Op tijd irrigeren

Ten slotte is het cruciaal om op de juiste moment te irrigeren, met geschikt water. Vandermoere geeft aan dat een gewas er nog best goed uit kan zien, terwijl het misschien al een watertekort heeft en minder goed groeit. “Er is sapstroom nodig om voldoende verdamping te hebben en nutriënten te kunnen opnemen om te groeien. Anderzijds moeten de voedingsstoffen die bovengronds worden aangemaakt naar de knol worden gevoerd. Ook voor een MH-toepassing is er sapstroom nodig.”

Om te weten wanneer je het best beregent, kan je gebruikmaken van het beregeningsadvies van de bodemkundige dienst. Je kan ook zelf aan de slag gaan met vochtsensoren: op basis van deze metingen kan je de beregening erop afstellen. “De watermarksensor van Crodeon is hierbij een mogelijke tool. Die gedraagt zich als een plant en geeft in realtime aan hoeveel moeite die moet doen om water uit de grond te onttrekken. De sensor kan gekoppeld worden aan een pomp, waardoor de irrigatie aangestuurd kan worden. Zo geef je op het juiste moment de juiste hoeveelheid water”, vertelt Jonathan Sercu van Crodeon.

Enkel geschikt water

Water kan men nemen uit onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. “Opname uit bevaarbare waterlopen is vergunningsplichtig. Wil je water uit onbevaarbare waterlopen, dan geldt de meldingsplicht bij het waterloket. In periode van droogte kan dit – zoals deze zomer het geval was - sterk beperkt worden”, aldus Vandermoere. Een tip is om via waterradar.be een alternatieve waterbron te kiezen, zoals waswater van fabrieken.

De chemische kwaliteitsnormen blijven wel belangrijk. Zo moet de pH tussen 5,5 en 8 liggen voor aardappel. De EC geeft een indicatie over zouten (zoals Na en Cl) in het water: voor aardappel mag dat tussen 0,8 en 1,5 mS/cm zijn. Vandermoere geeft aan dat hogere zoutgehaltes tot 1,8 mS/cm in principe wel kunnen. “Bij zeer droge omstandigheden geeft dat een positief opbrengstresultaat, maar je riskeert verbranding van het blad. Bovendien kan je niet permanent water met veel zouten gebruiken. Zo rijk je de bodem aan met steeds meer zouten, wat op lange termijn leidt tot verzilting.”

Rendabiliteit behouden

De irrigatie moet natuurlijk blijven gebeuren in functie van een rendabele teelt. De landbouwer kan daarom gebruikmaken van tools om verspilling – en dus een lagere rendabiliteit – te voorkomen, zoals de Reporter van Crodeon. “Met deze sensormodule kan je efficiënt gebruikmaken van het beschikbare water. Je kan er 3 sensoren op aansluiten, en je hebt dan veel mogelijkheden. Zo heb je een debietsensor, grondwaterniveaumeter, drukmeter op een pomp, enzovoort. Ook de watermarksensor kan erop worden aangesloten.”

Daarnaast moet je rekening houden met vaste kosten – zoals een pomp, een haspel, een bassin en mogelijke sensors – en met de variabele kosten, zoals arbeid en brandstof. “Reken voor de vaste kosten zo’n 150 à 200 euro/ha en voor de variabele kosten tussen 90 en 200 euro per ha per beregeningsbeurt van 20 mm. Vergeet ook zeker niet de kosten als je water moet laten aanvoeren! Voor een doorgedreven berekening is het best om de beregeningstool te gebruiken. Die kan je raadplegen via de site van het PCA of het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw (PCG).”

Marlies Vleugels

Lees ook in Aardappelen

Hoe presteerden de chipsrassen in 2023?

Aardappelen Vorig jaar was een opmerkelijk teeltjaar voor aardappelen. Toch slaagde het Landbouwcentrum Aardappelen (LCA) er opnieuw in om de prestaties van chipsrassen in Vlaanderen op te volgen. Binnen deze rassenproeven wordt de variëteit VR808 als referentie beschouwd.
Meer artikelen bekijken