Startpagina Schapen

Aandachtspunten in oktober en na een droge zomer

We beleefden dit jaar een van de droogste zomers in decennia, vergelijkbaar– voor de ouderen onder ons – met het jaar 1976. Gelukkig is er in de loop van september terug regen gevallen. De gevolgen blijven echter ook voor schapenbedrijven voelbaar en verdienen aandacht om het volgende productiejaar niet (te veel) te hypothekeren.

Leestijd : 5 min

Zeker op de lichtere gronden is de grasgroei de afgelopen zomermaanden stilgevallen, wat resulteerde in gebrek aan voldoende gras voor het weidende vee en in het verlies van een tweetal maaisneden voor de wintervoorraad. Sedert half september is de grasgroei snel heropgestart, als er niet te veel schade aan de graszode was. Tegelijk is de voederwaarde van najaarsgras duidelijk lager dan die van voorjaarsgras.

Ook de hoeveelheid beschikbaar gras kan door de uitdunning, als gevolg van de droogte, nogal tegenvallen. Anderzijds zien we op bepaalde percelen het onkruid welig tieren.

Het gevolg van dit alles is dat sommige bedrijven krap zitten in wintervoorraad aan ruwvoeder, hetzij hooi, hetzij voordroog. Ook zijn sommige bedrijven rond half augustus al tijdelijk moeten gaan bijvoederen om het gebrek aan gras te compenseren. Bedrijfseconomisch laat dit zijn sporen na. Tekorten doen de prijzen stijgen, denk maar aan de evolutie van de silomaïsprijs de afgelopen maanden.

Oktober is dektijd

Het basisprincipe voor de schapenhouderij is dat ooien de dektijd moeten ingaan in een goede conditie. Daar zit dit jaar voor ooien met meerlingen die niet vroeg konden gespeend worden een ernstig probleem. Door gebrek aan kwalitatief gras of aan voldoende ruwvoeder zijn veel ooien onvoldoende gerecupereerd en met een onvoldoende conditie de afgelopen maand aan de start van het dekseizoen beland.

Het is algemeen bekend dat een minder goede conditie de vruchtbaarheid nadelig beïnvloedt. Dit zou dus de resultaten van het komende aflamseizoen kunnen hypothekeren. Tijdelijk krachtvoeder bijvoederen, als flushing, kan hier een en ander verhelpen, maar dit moet in de weken vóór de dekking gebeuren. Magere ooien tijdelijk bijvoederen en wat later bij de ram brengen, is hier aangewezen.

Dektijd betekent noteren

Gezien heel wat lammeren verloren gaan bij de geboorte, is geboortetoezicht noodzakelijk. Pas als men van elke ooi weet wanneer ze gedekt is, kan men echter op het juiste tijdstip voldoende attent zijn, om zo nodig te assisteren bij de geboorte. De ram dient dus van een kleurblok voorzien te zijn, die om de 2 weken gewisseld wordt van kleur (in volgorde geel, groen, rood, blauw, zwart) om elke dag dekkingen en herdekkingen te kunnen optekenen.

Daarbij moeten we er ons goed van bewust zijn dat de gemiddelde drachtduur 145 dagen bedraagt, maar dat die kan variëren tussen 142 en 152 dagen. Belangrijk is om dagelijks enkele keren de ooien die dicht bij het werpen zijn goed te observeren, dan kan men het geboortemoment vrij goed inschatten. Verrassingen zijn echter altijd mogelijk.

Graslandkwaliteit

We komen even terug op de gevolgen van de droogte voor de kwaliteit van onze weilanden. Op vele plaatsen, zeker op de lichtere zandbodems, is de graszode door de droogte erg geraakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de toekomstige productiviteit sterk aangetast zal worden en dat de onkruidontwikkeling belangrijk wordt, zo niet de bovenhand neemt. Grasland kan natuurlijk opnieuw gezaaid worden, maar daar is het nu hoog tijd voor.

Anderzijds zijn melkveebedrijven, die alle belang hebben bij goed productief grasland, al jaren vertrouwd met de doorzaai van weiden. Ook dat is dus een mogelijkheid om weer tot een productief grasland te komen. In elke regio zijn er wel loonwerkers te vinden die de nodige apparatuur/machines beschikbaar hebben voor doorzaai.

Om de onkruiden te beheersen kan ook een herbicidebehandeling een oplossing bieden. Dit bespreek je het best met je loonsproeier. De dieren zullen dan tijdelijk weggehaald moeten worden van de weide.

De lammeren

De droogte, met het gebrek aan voldoende kwalitatief gras dat daardoor veroorzaakt wordt, heeft uiteraard ook invloed gehad op de groei van de lammeren. Om de groei erin te houden diende ofwel meer krachtvoeder aan de dieren gegeven te worden of/en moest het rantsoen met hooi of voordroog aangevuld worden. Dit zijn ingrepen die noodzakelijk zijn, maar die aanzienlijk kostenverhogend werken. Zeker nu de lammerprijzen vanaf de zomer terug flink gedaald zijn, in combinatie met hoge krachtvoederprijzen, beïnvloedt dit uiteraard de rendabiliteit.

Nu de grasgroei hernomen is, kan de neiging bestaan om de lammeren op basis van najaarsgras verder te laten evolueren, zonder bijvoederen. De voedende waarde van het beschikbare gras is echter een stuk lager dan in het volle groeiseizoen. Wil men de groei handhaven of terug op peil brengen en tegelijk de lammeren slachtrijp krijgen, dan is het vanaf nu noodzakelijk om dagelijks wat krachtvoeder bij te geven. Een slachtrijp lam dient ook wat vet te vormen om tot voldoende smakelijk vlees te komen.

De conditie van de lammeren van dichtbij opvolgen en ze af en toe op de weegschaal plaatsen is o zo belangrijk om te weten wat voor ‘vlees’ men werkelijk in de kuip heeft. Het is niet omdat men ‘grote’ lammeren ziet met veel wolontwikkeling, dat ze, eenmaal in de hand genomen, ook kilogrammen leveren en in voldoende slachtconditie zijn. Vakkennis en het oog van de meester… zijn hierbij belangrijk.

Wormen

De laatste jaren zien we Haemunchus contortus of de rode lebmaagworm voor steeds meer problemen zorgen. Deze worm zuigt bloed uit de maagwand en veroorzaakt zo bloedarmoede bij de dieren, zowel bij de oudere als jongere dieren. Waar de rode lebmaagworm vroeger pas later in het seizoen belangrijk werd, zien we nu ook een vervroegde infectie, wellicht kan dit ook aan de klimaatopwarming gekoppeld worden. Belangrijk om te weten is dat dieren die door de rode lebmaagworm aangetast zijn geen diarree krijgen. Enkel door controle van de kleur van de slijmvliezen kan men zien of er inderdaad sprake is van bloedarmoede. Meer info is onder andere te vinden op de website van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ). Er zijn ook kleurkaarten te vinden, waarmee men de gradaties in bloedarmoede kan beoordelen.

Belangrijk is dat zeker de jonge dieren tijdig ontwormd worden. Gezien er meer en meer resistentie optreedt ten aanzien van ontwormingsmiddelen, is mestonderzoek aan te bevelen om te toetsen of er van wormbesmetting of/en resistentie sprake is. DGZ geeft hieromtrent geregeld opleidingen voor schapen- en geitenhouders.

Leverbot

Leverbot is ook een (plat)worm, maar deze vraagt specifieke aandacht. Leverbot wordt in stand gehouden en overgebracht via een slak als tussengastheer. Gezien de droogte deze zomer is de ontwikkeling van de slakkenpopulatie zeker geremd. Op blijvend vochtige percelen en ook langs poelen is er echter altijd een dreiging van besmetting, zowel voor volwassen dieren als voor lammeren. Ook hier kan mestonderzoek duidelijkheid brengen. De problemen met leverbot ontwikkelen zich vooral gedurende het winterseizoen, als de larven gaan migreren doorheen het dier.

In Nederland is er ook een jaarlijks waarschuwingssysteem, aangestuurd door de Gezondheidsdienst, dat een algemene beoordeling van de kans op leverbotaantasting inschat in functie van de weersgesteldheid gedurende het graasseizoen.

Belangrijk is dat elke schapenhouder rekening houdt met specifieke natte percelen, of met perceelshoeken, waar steeds een kans op infectie bestaat. Ook belangrijk om te weten is dat niet alle ontwormingsmiddelen effectief werken tegen een leverbotinfectie. Overleg met je dierenarts is dus aangewezen.

André Calus

Lees ook in Schapen

Franse schapenhouderij op weg naar meer duurzaamheid

Schapen In Frankrijk is de schapenhouderij zowel qua vlees- als melkproductie heel wat belangrijker dan in Vlaanderen. Door het Idele , het Institut de l’Elevage, met zetel in Parijs, wordt dan ook nogal wat onderzoek gedaan in verband met schapenhouderij. Tijdens een webinar op 14 december 2023 werden de eerste Franse resultaten voorgesteld van het project ‘Green Sheep’.
Meer artikelen bekijken