Startpagina Actueel

Vlaanderen verspilt 900.000 ton voedsel per jaar

Ieder jaar wordt in Vlaanderen nog bijna 900.000 ton eetbaar voedsel verspild. Daarmee staan we op de voorlaatste plaats op de Europese ladder. De doelstelling om tussen 2015 en 2025 het voedselverlies met 30% te reduceren lijkt onhaalbaar. De grootste hoeveelheden voedselverlies situeren zich in de landbouwsector, de voedingsindustrie en de huishoudens.

Leestijd : 4 min

U it de OVAM-monitoring blijkt dat in het coronajaar 2020 de hoeveelheid huishoudelijk restafval in het algemeen ongeveer 5% hoger lag dan in 2019 en 2021. In de volledige landbouwsector waren er in 2020 naar schatting 479.000 ton voedselstromen. Daarvan bestond 349.000 ton uit voedselverliezen en 130.000 ton uit nevenstromen.

Preventie

Vlaams minister voor Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) verwees in de commissievergadering van 27 juni naar die cijfers op vraag van volksvertegenwoordiger Chris Steenwegen (Groen). Die wilde van de minister weten welke bijkomende maatregelen zij zal nemen om de doelstelling richting 2025 te halen of minstens te benaderen.

De focuspunten in het actieplan zijn volgens minister Demir om het verlies dat niet voorkomen kan worden te herwerken als voedsel of hoogwaardiger te valoriseren in plaats van onder te ploegen. Bij huishoudens wordt gefocust op zowel preventie als selectieve inzameling. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) stelt op basis van de huisvuilsorteeranalyses vast dat er zich nog veel keukenafval in het rest-afval bevindt. De minister neemt daartoe initiatieven. Recent is het Lokaal Materialenplan goedgekeurd, waarin een verplichting voor selectieve inzameling van keukenafval is opgenomen in heel Vlaanderen. Samen met de partners uit de hele voedingsketen gaat de OVAM de komende maanden ook preventieacties rond voedselverlies stimuleren.

Hoog productievolume

Belangrijke redenen voor de grote volumes voedselreststromen en voedselverliezen in de land- en tuinbouw zijn volgens leefmilieuminister Demir het hoge productievolume. Daarnaast is de land- en tuinbouwer direct afhankelijk van natuurlijke productieomstandigheden die hij zelf niet in de hand heeft. Deze omstandigheden kunnen een grote impact hebben op oogst-, sorteer- en bewaarverliezen.

Als de tonnages relatief worden uitgedrukt, krijgen we volgens de minister een genuanceerder beeld. Het voedselverlies ten opzichte van de totale productie bedraagt in de totale landbouw 4%, als rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld valorisatie als voeder, omdat het niet meer voor menselijke consumptie bestemd is. Het valoriseren van voedselreststromen als bodemverbeteraar of veevoeder maakt integraal deel uit van de huidige landbouwpraktijk. Dit draagt tevens bij tot het sluiten van de biologische kringloop.

Uien en aardappelen

Volgens minister Demir komt de toename van de volumes voedselverliezen voornamelijk door de toename van het areaal uien voor de industrie en van het areaal aardappelen. Beide hebben een hoge productie en kennen dus ook meer verliezen en nevenstromen. Er zijn ook dalingen – niet zichtbaar in het totaalcijfer – zoals bij prei voor de vers-markt. De cascade-index is verbeterd van 7,4 naar 8, doordat de voedselreststromen bij de uien voor de industrie in diervoeder terechtkomen en door een correctie bij de bestemming van melkverlies.

Minister Demir verwees naar het ondersteunende werk van het GLB voor de werking rond voedselverlies met programma’s als het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), de VLIF-innovatieoproep en het Europees Partnerschap voor Innovatie (European Innovation Partnership, EIP).

Volgens haar is het een courante praktijk dat de bodem wordt ingezet voor recyclage van organische stromen uit de landbouw. Dit zorgt er onder andere mee voor dat het organischestofgehalte van de bodem en nutriënten op peil wordt gehouden. Ook de reststromen van voedsel kunnen op die manier bijdragen aan de opbouw van organische stof en aan het behoud van bodemkwaliteit. Op die manier hebben deze reststromen ook een stukje een bemestende waarde en past dit binnen de circulaire gedachte. Gezien het om reststromen van voedsel gaat, voldoen ze volgens de minister aan alle regelgeving omtrent contaminatie.

Valoriseren

Minister Demir zegt dat vanuit verschillende onderzoeksprojecten, getrokken door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), Inagro en andere onderzoeksinstellingen, volop wordt ingezet om zowel voedselverliesstromen als nevenstromen in de akker- en tuinbouw beter te kunnen valoriseren. Niet alleen de marktprijzen en weersomstandigheden, maar ook logistieke uitdagingen bepalen mee de praktische haalbaarheid. Een overzicht van de onderzoeken is te vinden in de voortgangsrapportage 2021-2022 van het actieplan ‘Voedselverlies’. De tuinbouwcoöperaties zijn onder impuls van de betrokken Vlaamse overheden sinds 2022 gestopt met de afvoer van voedseloverschotten naar de bodem.

Minister Demir bevestigt dat de cijfers qua voedselverlies in 2020 zeker zijn beïnvloed door de coronacrisis. De voedingsindustrie verloor belangrijke afzetmarkten. Tegelijk steeg de omzet bij de retail, waardoor er wellicht meer voedseloverschotten ontstonden. Er was ook meer thuisconsumptie, waardoor ook het restafval toenam.

Voedselverlies wordt in meerdere sectoren ook beter gemeten of er liggen nieuwe sorteeranalyseonderzoeken aan de basis ervan. Ook dat kan leiden tot deze hogere cijfers.

Vernieuwd actieplan

Op basis van de nieuwe monitor zegt minister Demir nu met alle partners uit het actieplan ‘Voedselverlies’ te bekijken hoe verder kan samengewerkt worden aan de realisatie van de vooropgezette doelstellingen.

Ze haalt daarbij aan dat volgens de cascade-index ‘waardebehoud diervoeder’ een geschikte vorm van valorisatie is na het voorkomen van voedselverlies en menselijke consumptie. Dat is volgens de minister in lijn met andere plannen van de Vlaamse overheid rond de circulaire voedselketen en de Vlaamse eiwitstrategie. “Als we reststromen valoriseren in veevoeder, hergebruiken we voedsel in het voedselsysteem en verminderen we de milieu-impact van diervoeders, doordat we minder nieuwe grondstoffen nodig hebben”, zegt de minister. Ze voegt daaraan toe dat de rol van landbouwdieren in een circulair systeem gericht is op een optimale omzetting van reststromen die mensen niet kunnen of willen eten in waardevolle producten.

Voor minister Demir blijft de doelstelling in het actieplan om te streven naar een vermindering van 30%. Het vernieuwde actieplan, dat in 2021 werd afgesloten, houdt rekening met de bezorgdheden die er al zijn en in de volgende monitoring zullen de verbeteringen uit het nieuwe actieplan worden opgenomen.

Fons Jacobs

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken