Startpagina Park en Tuin

Met een mooie tuin verleng je ieders woonkamer

Met een mooi aangelegd pad naar de voordeur, een strak geschoren haag en stijlvolle plantenkeuze herken je bijna direct de hand van een tuinaanlegger... aan het huis van een tuinaanlegger. Een welkom dat past bij het huis van Koen Vanhoutte Groenoplossingen. Landbouwleven kon even binnengluren in zijn leven... en tuin natuurlijk.

Leestijd : 8 min

We komen aan bij Koen Vanhoutte, een 49-jarige zelfstandige met als hoofdactiviteit tuinonderhoud en –aanleg. En dat is dan heel ruim genomen. Hij legt alles aan: tuinverlichting, tuinirrigatie, verhardingen, zwembaden en (zwem)vijvers,... Alles wat met een tuin te maken heeft dus. Ook andere uitdagingen schuwt hij echter niet. In Vlaanderen liggen er toch verschillende extensieve groendaken en dakterrassen die op zijn naam staan. “Wat je ook wil, met mij hebben mensen een aanspreekpunt. Ik regel en organiseer alles rond de aanleg van hun tuin.”

Ook bij grote projecten, want hoewel Koen Vanhoutte geen personeel in dienst heeft, heeft hij wel samenwerkingen met collega-zelfstandigen waarop hij kan rekenen. “Ieder heeft zijn vakbekwaamheid, zoals constructiewerken of bomen kappen. Elke zelfstandige heeft zijn eigen machines en eigen verantwoordelijkheid.”

Wat het meest boeiende is aan zijn werk? “Het belangrijkste is natuurlijk dat de klanten tevreden zijn. Ik heb heel wat variatie in mijn activiteiten en dat vind ik zo leuk aan mijn job. Je doet elke week wel iets anders”.

Hoe bent u in dit beroep terechtgekomen?

“Ik ben opgegroeid in het centrum van Antwerpen, maar we hadden een vrij grote tuin. Mijn ouders hadden ook een buitenverblijf in de omstreken van Leopoldsburg: dat is een groot domein met bos en weilanden. Dat moet echter ook onderhouden worden: het gras moet worden gemaaid, bomen gekapt, onkruid gewied,... Met vallen en opstaan leer je dat wel. Ik ben graag creatief bezig met beplanting en bestrating en dat is er altijd blijven inzitten.

Eigenlijk studeerde ik voor patissier in het secundair onderwijs, maar ik ben allergisch voor stof dus erin verder gaan was geen optie. Pas in het hoger onderwijs besloot ik om voor regentaat land- en tuinbouw biowetenschappen in technisch technologische opvoeding te gaan, zodat ik kon lesgeven in tuinbouw.

In het jaar 2000 ben ik met tuinaanleg in bijberoep gestart. Ik gaf toen les tuinbouw en -aanleg in het Scheppersinstituut in Herentals als hoofdberoep. Omdat de lessen over tuinaanleg gingen, was de stap naar tuinaanlegger in bijberoep snel gezet. Ik gaf de studenten al wat nodig is in tuinaanleg mee: onderhoud van machines, constructiewerken, motorenkennis, metsen, elektriciteit, sanitair,… Langzaamaan bouwde ik het onderwijs af. In 2012 begon ik als zelfstandige in tuinbouw en -aanleg, in hoofdberoep.”

Bij tuinaanleg denkt men direct dat slechts enkele seizoenen drukbezet zijn. Is dat ook zo?

“De laatste jaren is het altijd even druk, in alle seizoenen. Eén moment was dat niet het geval, namelijk vlak na de verkiezingen. Mensen vroegen zich af wat de economie gaat doen en welke regering er ging komen. Er was sprake van onzekerheid en dan wachten klanten om een offerte te bevestigen. Nu ga ik van het ene naar het ander werk en is er geen dood moment meer, wat ik alleen maar goed vind. Ik merk dat mensen meer en meer investeren in hun tuin. Het is een verlenging van hun living en woonkamer geworden. Net als in huis willen mensen rustig zitten, en dat in een propere en mooie tuin. Mensen willen genieten na een drukke werkdag.

Ik heb altijd werk omdat mensen me ook meer beginnen te kennen. Dat komt onder andere door mijn bestelwagen met belettering en eigen site, maar mond-tot-mond reclame is nog steeds het belangrijkst. Als mensen tevreden zijn, vertellen ze dit ook verder. Mijn klanten wonen vooral in de provincie Antwerpen,, hoewel ik ook projecten doe elders in Vlaanderen. Zo heb ik in Leuven een appartementsgebouw voorzien van terrassen en daktuinen. Ik schuw ook geen lange afstanden.”

Als u een vraag krijgt voor het inrichten of onderhouden van een tuin, hoe gaat u dan te werk?

“Eerst ga ik naar de klant toe om te vragen wat ze willen qua beplanting, kleuren,… Vaak wil de klant zo min mogelijk werk aan hun tuin, en dus hang ik vast aan een aantal planten: planten die je maar eenmaal per jaar moet snoeien bijvoorbeeld. Men is vaak hele dagen van huis en thuis willen ze genieten van de rust, en dus niet werken in hun tuin. Het komt zelden voor dat ik klanten ontmoet die zelf in hun tuin willen werken. Mensen zullen dan ook eerder investeren in een robotmaaier dan zelf het gras te maaien.

Na een verkennend gesprek bekijk ik de situatie van de tuin, ik meet de tuin op, maak een schets en kleur die in. Daarmee ga ik terug naar de klant. Bij akkoord zorg ik voor een offerte. Het schetsen heb ik geleerd door ervaring, door tekeningen te bekijken van tuinarchitecten, literatuur op te zoeken en soms vakbladen te doorbladeren. Ik vind het wel belangrijk om voeling te hebben met de werkelijkheid bij het tekenen: je moet op de werf hebben gestaan om te weten wat haalbaar is. Zo moet je weten met welke bodem je te maken hebt, waar er schaduw valt,... Foto’s van de tuin en zijn omgeving zijn hierbij onmisbaar. Mijn klanten zelf moeten ook weten wat realiseerbaar is. Een voorbeeld: twee planten kunnen mooi zijn bij elkaar, maar als de ene plant zuurminnend is en de andere kalkminnend, dan kan ik ze moeilijk samen zetten. Ik geef hen dan graag mijn eigen visie mee.”

Net als in huis willen mensen rustig zitten, en dat in een propere tuin.
Net als in huis willen mensen rustig zitten, en dat in een propere tuin.

Met welke planten en bomen werkt u dan?

“Ik werk vaak met siergrassen, en dan vooral met Pennisetum (Lampenpoetsersgras), omdat die niet te hoog wordt. Die combineer ik dan met Verbena of Echinacea (Zonnehoed), maar ook met bollen en knollen. Verder gebruik ikt Hortensia’s, en voor een onderhoudsvriendelijke tuin is de Hydrangea paniculata (Pluimhortensia) zeker geschikt. Het maakt niet uit hoe je die snoeit, hij groeit toch elk jaar terug. Soms vragen mensen mij echter om specifieke soorten, die ze via het internet vinden. Foto’s van het internet en de werkelijkheid komen echter niet altijd overeen.

Ik probeer steeds voor de inheemse planten te gaan, of degene die courant zijn. Vroeger koos men vooral buxus. Met de buxusmot en de buxusschimmel moeten die buxusplanten echter wel behandeld worden. Bovendien kies ik voor planten die boomkwekers promoten. Mijn kennis van planten komt dus van mijn opleiding, eigen ervaringen en de kennis van de boomkweker. Ik werk weinig met muurplanten, want dat is vaak duur. Ik vind wel dat het mooi kan zijn. Zo vind ik Druivelaar, Blauwe regen en Wilde wingerd wel geschikt. Deze planten verliezen hun blad in de winter en op die manier kan de muur ademen. Met klimop werk ik minder graag: het is heel het jaar groen, geeft stof af, trekt ongedierte aan en veroorzaakt jeuk.”

Voor tuinaanleg werkt u niet alleen met bomen en planten, maar ook met verhardingen en afsluitingen. Welke materialen gebruikt u?

“In principe alles: hardsteen, kleiklinker, betonklinker, megategels, hout, ipé, padoek,... Het hangt af van de vraag en het budget van de klant. Ik probeer ook duurzaam te werken. Als mensen vragen naar een terras met betonklinker raad ik wel aan hardsteen te gebruiken, want dat zuivert zichzelf, in tegenstelling tot betonklinkers waar plekken moeilijk uitgaan. Qua hout gebruik ik ipé en padoek, wat meer trendy is dan bankirai. Als het op planten en materialen aankomt, probeer ik wel mee te zijn met de trends.”

Heeft u ooit al speciale vragen of eisen gekregen?

“Ja, zo heb ik ooit een zwemvijver met voorgevormde ligzetels gemaakt. Het mag nieuw zijn, dat is een uitdaging. Haalbaarheid is echter een must. Is iets niet realiseerbaar, dan weiger ik.”

Welke toestellen en gereedschap gebruikt u? En van welk merk? Is alles aangekocht of huurt u ook materiaal?

“Zelf kocht ik een tweedehands m inigraver van Hitachi. Ik koos hiervoor omdat het klein en compact is: ik kan het meenemen op mijn aanhangwagen en kan er elke tuin mee binnen. Toch kan ik er breed mee werken. Verder heb ik een minitractor van Kioti, de tegenhanger van Kubota. Het merk voor het grote materiaal vond ik niet belangrijk, de prijs wel. Als ik iets anders nodig heb, zoals een kniklader, dan huur ik dat. De machine moet renderen, dus koop ik enkel als ik iets veel gebruik. Materiaal uitwisselen met andere zelfstandigen doe ik niet, maar we gebruiken wel elkaars materiaal als we op dezelfde werf werken. De grote machines laat ik op mijn wei staan.

Het ‘klein materiaal’ ligt in mijn camionette of garage. Mijn grasmachine en trilplaat zijn van Honda, en werken op een viertaktmotor op benzine 95. Voor veel van mijn toestellen in tuinonderhoud kies ik voor Stihl. Zo heb ik van dit merk twee kettingzagen, twee haagscharen, een bladblazer, een bladzuiger, een grondboor en een bosmaaier. Zij hebben een tweetaktmotor die werkt op aspen brandstof, wat beter is voor het milieu en de motor. Verder heb ik veel van Makita, zoals mijn elektrisch materiaal: slagschroever, slijpschijf, accuklopboor, cirkelzaag, slijpschijf, klopboormachine, breekhamer, afkortzaag… Voor Stihl en Makita heb ik een verdeler in de buurt, wat gemakkelijk is. Beide merken geven ook een goede service en kwaliteit.

Ook handgereedschap gebruik ik vaak zoals een zaag, schroevendraaiers, een striptang, een kniptang, steeksleutels, ringsleutels… Die zijn van Stanley, wat ik een goed en betrouwbaar merk vind.”

Koen Vanhoutte kocht zelf een minigraver aan.
Koen Vanhoutte kocht zelf een minigraver aan.

Wat doet u rond onderhoud en reparaties?

“Zelf ververs ik nog de olie, maar voor onderhoud, afstellingen en reparaties breng ik ze naar de verdeler. Die mensen zijn ervoor opgeleid, hebben alle juiste stukken en weten wat ze ermee moeten doen. Ze zeggen me ook of het toestel nog te herstellen is.”

Hoe staat u tegenover elektrisch aangedreven machines?

“Ik sta daar nog sceptisch tegenover. Het is beter voor het milieu en ik wil het wel proberen, maar heb vaak vragen over de accu. Even geleden probeerde ik iets uit met een batterij op de rug. Het woog echter 8 kg en dat is te veel als ik er een hele dag mee moet werken. Ergonomisch gezien moet voor mij het toestel wel goed zijn. Verder heb ik het gevoel dat het veel lawaai maakt. Wel ben ik van plan een elektrische haagschaar in het voorjaar uit te proberen, hoewel het veel lawaai maakt. Voor ik een elektrisch toestel aankoop, wil ik eerst verschillende toestellen met elkaar vergelijken.”

Werken met al die toestellen vraagt om investeringen in veiligheid. Wat doet u hieromtrent?

“Ik heb zelf geen opleiding gevolgd voor veiligheid, tenzij de VCA-cursus. Uiteindelijk: oefening baart kunst. Ik heb in heel mijn carrière nog nooit iets voorgehad, want ik werk heel voorzichtig en zo veilig mogelijk. Zo draag ik een beschermbroek met speciale vezel als ik met mijn kettingzaag werk. Stel dat het toestel toch aan mijn been komt, dan blokkeert het. Verder draag ik oorbescherming, handschoenen, en een gaasscherm om mijn ogen te beschermen. Net als voor tuinonderhoud kies ik voor mijn veiligheidsmateriaal voor het merk Stihl. Mijn distributeur in Herentals zorgt ervoor dat ik steeds op de hoogte ben van nieuwigheden rond veilig werken.”

En ten slotte, hebt u nog bepaalde toekomstplannen, zoals een uitbreiding?

“Mijn zoon Kobe studeert tuinarchitectuur. Het is mijn grote droom dat hij in de zaak komt als hij afgestudeerd is. Hij zou het tuintekenen op zich kunnen nemen. Ik doe dat nu, maar leerde dat gaandeweg door ervaring. Later is het de bedoeling - in samenspraak met de boekhouder - om een vennootschap op te richten.”

M.V.

Lees ook in Park en Tuin

Hoe houd je verhard terreinonkruidvrij?

Park en Tuin Geen chemische onkruidbestrijding meer, dat is sinds 2015 de realiteit voor de Vlaamse steden en gemeenten. Welke middelen hebben ze nog ter beschikking om verhard terrein te vrijwaren van onkruid? Welke daarvan zijn financieel het interessantst?
Meer artikelen bekijken