Startpagina Veeteelt

Inagro neemt nieuwe onderzoeksruimtes voor insectenkweek in gebruik

Drie jaar na de opstart van kleinschalig onderzoek naar de mogelijkheden van professionele insectenkweek verpopt de kweek bij Inagro. Op 30 januari nam het praktijkcentrum zijn nieuwe kweekcellen officieel in gebruik.

Leestijd : 4 min

Zo’n 170 stakeholders uit de sector verzamelden in Beitem om de nieuwigheden te ontdekken. Dankzij de moderne infrastructuur kan het onderzoek doorgroeien naar een volwassen stadium in een professionele kweekomgeving. Daarin staan automatisatie en gebruik van reststromen centraal.

Mogelijkheden met insecten benutten

De mogelijkheden met insecten zijn talrijk en nemen nog altijd toe. De kleine beestjes zijn prima afvalverwerkers. Bovendien bevatten ze hoogwaardige eiwitten, vetten en mineralen, die een duurzaam alternatief kunnen vormen voor humane voeding en dierlijk voeder. Via industriële scheidingsprocessen kunnen er ook hoogwaardige oliën uit onttrokken worden.

“We merken dat de interesse in insecten groeit in diverse sectoren”, licht West-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw en Visserij Bart Naeyaert toe. De insecten worden al verwerkt in humane voeding en zijn sinds kort toegelaten in de aquacultuur. Cosmeticabedrijven en andere industriële verwerkers gebruiken de chitine uit insecten in allerlei toepassingen.

“Industriële insectenkweek biedt zeker en vast kansen voor de landbouw en die wil Inagro grijpen”, aldus de gedeputeerde. Samen met hogeschool Vives startte het praktijkcentrum in 2014 verkennend onderzoek op naar de mogelijkheden met insecten. Dankzij de goedkeuring van nieuwe projecten en de inrichting van nieuwe infrastructuur in beide instellingen kan het onderzoek nu doorgroeien.

Dat onderzoek nodig is, blijkt uit de vragen die binnenkomen via het infoloket op www.insectinfo.be. “We kregen al vragen van bestaande en potentiële kwekers, maar ook van aanvoerders van reststromen en automatisatiebedrijven. In de toekomst willen we hen nog beter bijstaan met kennis uit ons onderzoek”, vertelt Sharon Schillewaert van Vives.

Sectorgenoten verzamelen in Beitem voor feestelijke opening kweekcellen

In het najaar van 2017 legde Inagro de laatste hand aan nieuwe onderzoeksinfrastructuur voor insectenkweek. De nieuwe kweekcellen waren meteen het toneel voor de tweede jaarlijkse stakeholdersmeeting van het Strategische Platform Insecten op 30 januari. Dat platform, dat minister Joke Schauvliege in 2015 oprichtte, streeft naar een betere afstemming tussen beleid, onderzoek en praktijk. Tijdens die tweede bijeenkomst kon het bredere publiek letterlijk en figuurlijk proeven van de vele toepassingsmogelijkheden van insecten.

Binnen- en zelfs buitenlandse experten uit de sector deelden hun inzichten in verschillende thema's, waaronder economie, gezondheid, voeder en management. Naast interactieve sessies mocht ook een bezoek aan de nieuwe infrastructuur niet ontbreken. “Deze tweede stakeholdersmeeting insecten toont aan dat Vlaanderen heel wat toekomst biedt op vlak van kennis, expertise en infrastructuur voor een kleine sector met grote plannen”, getuigt Evelien Decuypere van het Strategisch Platform Insecten.

Nieuwe infrastructuur bevestigt nood aan verder onderzoek

Met de bouw van vier grote en twee kleine klimaatruimtes voor gericht onderzoek naar professionele insectenkweek beklemtoont Inagro het potentieel van deze jonge sector, maar ook de nood aan verder onderzoek. De nieuwe infrastructuur laat toe om onderzoek te doen met diverse insectensoorten onder verschillende klimatologische omstandigheden, op een relevante praktijkschaal en rekening houdend met het wettelijke kader van insectenproductie.

De nieuwe klimaatruimtes bevinden zich vlakbij de afdeling aquacultuur. “Sinds juli 2017 is insectenmeel toegelaten als voeder in aquacultuur. Dankzij de nabijheid kunnen we visvoeder op basis van insecten vlot uittesten in praktijkomstandigheden”, vertelt onderzoeker Stefan Teerlinck.

De nieuwe infrastructuur huisvest momenteel vier insectensoorten: de zwarte soldatenvlieg, de meelworm, de Argentijnse kakkerlak en de huiskrekel. Er is nog plaats voor nieuwe varianten. Die zal Inagro uitvoerig onderzoeken op een semi-industriële schaal, rekening houdend met de wettelijke voorschriften voor techniek, teelt en voedselveiligheid. Met die unieke, verzamelde kennis en ervaring kan het praktijkcentrum advies verlenen aan start-ups. Bestaande kwekers krijgen bijstand in hun zoektocht naar een rendabele kweek.

Automatisatie hoog op verlanglijstje

Het onderzoek van Inagro kan doorgroeien dankzij de goedkeuring van het VLAIO-project “Entomatisation” en de Interreg-projecten “Entomospeed” en “Bioboost”. Daarin staan de automatisatie van insectenkweek en de verwerking van reststromen centraal.

“De sector heeft het vandaag moeilijk om een afzetmarkt met de juiste afzetprijs te vinden. Dat weerhoudt potentiële investeerders nog om grootschalige insectenkweek op te starten. Vooral de handenarbeid, die er nu aan te pas komt, weegt op de rendabiliteit”, verduidelijkt onderzoeker Carl Coudron. “In onze projecten gaan we na of we de kweek op grote schaal, met honderden of zelfs een duizendtal bakken, rendabel kunnen maken door de arbeidsintensieve werkzaamheden te automatiseren.”

Daarvoor werkt Inagro samen met ontwikkelaars van automatische systemen en kwekers. Voor een van de klimaatkamers ontwikkelde het Vives Maaklab alvast een voederrobot, waarmee de kweek van meelworm geautomatiseerd wordt. Een primeur voor de Vlaamse insectenkweek! “We willen mogelijke installaties uittesten en evalueren bij kwekers, maar ook demonstraties geven in onze eigen kweekruimtes”, aldus Carl Coudron. “Zo is onze infrastructuur een inspiratiebron voor de sector.”

De komende jaren legt het onderzoek zich ook toe op de verwerking van reststromen. Bepaalde insecten kunnen restafval van de akkerbouw, horeca, supermarkt en mest probleemloos verwerken. “Zo kunnen we jaarlijks miljoenen tonnen afval omzetten in nuttige, dierlijke eiwitten”, klinkt het bij Inagro.

Lees ook in Veeteelt

België herwint internationaal zijn ziektevrije status inzake vogelgriep

Pluimvee De Wereldorganisatie voor Diergezondheid (WOAH) heeft de Belgische zelfverklaring van de ziektevrije status voor hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) bij pluimvee goedgekeurd. Door het herstel van de ziektevrije status kunnen handelsembargo’s door andere landen worden opgeheven en kan onze export van pluimvee en pluimveeproducten worden hersteld.
Meer artikelen bekijken