Startpagina Veeteelt

Precisieveeteelt: Waar staan we nu?

De rendabiliteit van de veehouderij staat de laatste jaren sterk onder druk. Daarom moet men het potentieel van ieder dier maximaal benutten en efficiënt omspringen met grondstoffen. Kunnen geavanceerde technologieën hier een meerwaarde bieden?

Leestijd : 5 min

Precisieveeteelt, of precision livestock farming, is een verzamelbegrip voor alle innovatieve technieken die de automatische, real-time registratie en controle van diergegevens mogelijk maken.

Hoewel er de afgelopen 20 jaar al veel onderzoek verricht werd naar dit onderwerp, zijn de toepassingen in de praktijk nog relatief beperkt. Er zijn weliswaar al praktijkvoorbeelden terug te vinden in de varkens- en pluimveehouderij, maar de melkveehouderij is op dit moment wellicht het verst geëvolueerd op het vlak van precision farming en sensortechnologie.

 

Waarom precisieveeteelt?

Hoewel het aantal Belgische landbouwbedrijven in het laatste decennium sterk is gedaald, blijft het algemene productieniveau gelijk. Dat betekent dat de resterende bedrijven steeds groter worden. Ter illustratie: op 10 jaar tijd is het gemiddeld aantal kippen met 46% toegenomen op vleeskippenbedrijven. Deze trend van schaalvergroting laat zich ook in de rest van Europa en in andere sectoren voelen.

De dagelijkse controle van groepen of individuele dieren is een tijdrovende bezigheid die door de intensivering steeds moeilijker wordt. Onderzoek toont aan dat men op varkensbedrijven niet meer dan 6 seconden per dag besteedt aan de visuele controle van een vleesvarken, wat uiteraard te weinig is om beginnende ziektes of afwijkingen op te sporen. Sensoren kunnen echter dienen als het verlengstuk van de veehouder, zodat deze zich specifiek kan richten op de dieren of de groepen die het meeste aandacht nodig hebben.

Naast het verlichten van de arbeid, kunnen sensortechnieken ook ingezet worden om de dierlijke productie op een duurzame manier te optimaliseren. Bovenop de evidente economische voordelen, kan dit ook een positief effect hebben op het milieu. Denk maar aan ‘precisievoederen’, waarbij het rantsoen zo goed mogelijk afgestemd wordt op de behoeftes van het individuele dier, zodat er minder nutriënten verloren gaan en de uitstoot van broeikasgassen beperkt wordt. Een win-win situatie.

Internet of Things

Niet alleen mensen, maar ook dingen kunnen online gaan. Wanneer alledaagse voorwerpen met elkaar in contact komen te staan, en met elkaar interageren zonder dat er tussenkomst van een mens nodig is, spreekt men van het “Internet of Things” (IoT). Een gekend voorbeeld is dat van een slimme koelkast, die weet wanneer men bijna door de voorraad melk heen is en zelf alvast een nieuwe bestelling plaatst. Om dit mogelijk te maken, heeft men niet alleen sensoren en een internetverbinding nodig, maar ook een slim systeem om massale hoeveelheden data op te slaan en te verwerken.

Deze definitie klinkt behoorlijk futuristisch, maar toch komt het concept al ter sprake in de veehouderij. Aan de Universiteit Utrecht werkt men momenteel aan een energiezuinige sensor voor koeien die data over zeer lange afstanden kan doorsturen zonder dat er bijkomende infrastructuur in de stal of weide geïnstalleerd moet worden.

Op 1 januari 2017 is er ook een grootschalig Europees project van start gegaan onder de naam “IOF2020: Internet of Food and Farm 2020”. Het project wordt gedragen door meer dan 70 partners uit 16 verschillende landen, met o.a. ILVO en Inagro aan de Vlaamse zijde. Er worden meerdere IoT-toepassingen uitgewerkt in de fruit- en groenteteelt, de akkerbouw, en de veeteelt. ILVO en Inagro zullen, samen met het bedrijf Sensolus, werken aan een tracker voor koeien op de weide.

Daarnaast zullen ILVO, Porphyrio en andere Europese partners zich buigen over de optimalisatie van de varkensproductie via IoT-sensoren. Zij zullen de data uit de volledige keten, van opfok tot slacht, samenbrengen en terugkoppelen naar de varkenshouder, zodat deze zijn of haar dagelijks bedrijfsmanagement kan bijsturen.

Sensoren voor rundvee

Sensoren zijn in zekere mate al ingeburgerd in de melkveehouderij. Gekende praktijkvoorbeelden van precision dairy farming zijn de stappentellers of activiteitsmeters, herkauwsensoren, temperatuursensoren, geboortemelders, enz. Begin jaren negentig kwam één van de belangrijkste revoluties in de melkveehouderij op de markt: de melkrobot. Hoewel robotmelkers nog steeds in de minderheid zijn, blijft het marktaandeel van automatische melksystemen alsmaar groeien. Melkrobots zijn intussen goed voor meer dan een derde van alle nieuwe melkinstallaties.

Arbeidsbesparing komt naar voren als één van de grootste voordelen van automatisch melken. Men is in de eerste plaats niet langer gebonden aan vaste melktijden. Uit een Finse enquête blijkt dat robotmelkers ook minder fysieke klachten ervaren, zoals schouder- of knieproblemen.

Daartegenover staat wel dat het overschakelen naar een automatisch melksysteem vaak gepaard gaat met mentale stress. De nachtelijke alarmen en het feit dat men de klok rond stand-by moet staan in het geval er zich een storing voordoet, zijn voor vele melkveehouders een bron van ergernis. Uit de Finse studie bleek wel dat melkveehouders die al langer met een melkrobot werken er minder last van ondervinden. Stressvrij melken met een melkrobot is in zekere mate dus een kwestie van gewenning en ervaring.

Het automatische melksysteem levert daarnaast ook een schat aan informatie op, zoals de melkgift, melkstroom, melkkleur, temperatuur, geleidbaarheid, krachtvoeropname, enz. Slimme algoritmes kunnen de ruwe data vervolgens transformeren in zinvolle, praktische informatie.

Sensoren voor varkens en pluimvee

Het gebruik van precisietechnologie die de productie en de gezondheid van varkens en kippen opvolgt, is in de praktijk vooralsnog beperkt. Een mogelijk voorbeeld uit de pluimveehouderij, is een camerasysteem dat het gedrag van broilers dag en nacht registreert en analyseert. Als er zich afwijkingen voordoen in de activiteit van de vleeskuikens of de oppervlaktebezetting krijgt de veehouder een waarschuwing.

Een ander commercieel product uit de varkenshouderij is de hoestmonitor, die bestaat uit een microfoon en een computer die hoestgeluiden kan onderscheiden van andere geluiden in de stal. Het systeem waarschuwt wanneer er teveel varkens beginnen hoesten. Op die manier kan men luchtwegproblemen in een vroeg stadium gaan detecteren en antibiotica gerichter inzetten.

Er wordt ook volop ingezet op onderzoek naar nieuwe sensortechnologieën. Onderzoekster Jarissa Maselyne ontwikkelde tijdens haar doctoraat (ILVO & KU Leuven) een sensorsysteem dat het drink- en eetpatroon van vleesvarkens kan analyseren. De varkens kregen een transponder in het oor, terwijl de voederbakken en drinknippels uitgerust werden met een antenne (zie foto). Met dit waarschuwingssysteem konden ernstige problemen al na 1,1 dag gedetecteerd worden. Toekomstig onderzoek zal de toegevoegde waarde voor de varkenshouder moeten bepalen.

Van data naar actie

“Meten is weten, gissen is missen”, zo luidt het gekende gezegde. Het registreren van gegevens kan echter alleen maar tot verbetering leiden als de meetresultaten ook daadwerkelijk omgezet worden in duidelijke informatie, en bijgevolg een correcte handeling. Dat is waar het schoentje vaak nog knelt.

Om de innovatiekloof tussen technologieproducenten en melkveehouders te dichten, werd een Europees netwerk opgericht onder de naam “Data Driven Dairy Decision For Farmers” (4D4F). Men wil een platform bieden waar melkveehouders, adviseurs, dierenartsen, ingenieurs en wetenschappers samen kunnen discussiëren over het gebruik van sensoren, om zo tot een goede praktijk gids te komen. Op de gelijknamige website (www.4D4F.eu) verzamelt het 4D4F-netwerk video’s, artikels, standaardprotocollen, enz. die melkveehouders kunnen ondersteunen bij het datagebruik. Er is immers nood aan een betere integratie van de beschikbare data in de bedrijfsvoering. Ook al kunnen sensoren een wonderlijk hulpmiddel zijn voor veehouders, ze zijn geen surrogaat voor vakmanschap.

ILVO

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken