Druk van bladluizen op wintergranen neemt toe
De druk van bladluizen nam verder toe zoals verwacht. Dat blijkt uit de bladluistellingen die de partners van het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) tussen 11 en 12 november uitvoerden.

Omdat de druk verder toenam zoals verwacht, werd de behandelingsdrempel vaker overschreden. Toch is er geen algemeen advies tot behandelen. Vanaf het weekend wordt het frisser maar het blijft rustig. “De druk neemt onder deze omstandigheden niet direct af. Een goede opvolging blijft dus essentieel”, raadt het LCG aan.
Deze bladluistellingen werden gedaan op 28 percelen: 22 percelen wintergerst en 6 percelen wintertarwe in West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg.
Wintergerst
De percelen wintergerst zijn gezaaid tussen 27 september en 15 oktober. De verst gevorderde gerst is aan het uitstoelen terwijl de later gezaaide gerst in stadium 2-blad staat.
Op de onbehandelde percelen is gemiddeld 10,6% van de planten bezet met minstens 1 bladluis, gaande van 0,3 tot 27,5% bezette planten. Zoals verwacht, is de bladluisdruk voor de tweede week op rij verder toegenomen. Het gemiddelde percentage bezette plantjes nam toe van 6,9 tot 10,6 %. Gemiddeld worden 2 bladluizen per plantje gevonden, maar sommige waarnemingen tonen tot 18 bladluizen per plantje.
De gerstpercelen werden behandeld tussen 15 oktober en 9 november. Op deze percelen is de druk beperkt en is gemiddeld net geen procent van de planten bezet met minstens 1 bladluis. Dit gaat van percelen die nog vrij zijn van bladluizen tot een vrij recent behandeld perceel waar nog 3,5 % van de planten bezet is.
Wintertarwe
De wintertarwe die wordt opgevolgd, is gezaaid tussen 10 en 17 oktober en staat in 2-blad. Ook hier nemen de partners van LCG een verdere toename van de bladluispopulatie waar. Het gemiddelde percentage planten bezet met minstens 1 bladluis nam toe van 3,3 % tot 7,2 %. De bezetting varieert tussen 4,5 en 12,5 % van de plantjes.
Behandelnood niet veralgemenen
In het najaar gaan we uit van een interventiedrempel van 10% planten bezet met minstens één bladluis. Deze drempel is op steeds meer percelen overschreden. Toch moet net als vorige week gesteld worden dat de nood tot behandelen niet mag veralgemeend worden. Op ongeveer de helft van de onbehandelde gerstpercelen en 4 van de 5 onbehandelde percelen wintertarwe is de drempel immers niet overschreden. Tegelijkertijd flirten enkele percelen met de interventiedrempel.
Na nog wat zachte dagen wordt het vanaf het weekend frisser, maar het blijft eerder rustig weer. Het is af te wachten welk effect deze voorspellingen op de bladluisdruk zal hebben.
Het is steeds aan te raden om te tellen voor behandeling, aldus het LCG. “Een goede opvolging blijft dus ook de volgende dagen essentieel. Zo behandel je op tijd, niet te vroeg en vermijd je dubbele behandelingen in het najaar. Tellingen gebeuren bij voorkeur tijdens de warmste uren van de dag. Doe dit nauwkeurig, aan boven- én onderkant van de bladeren, over het ganse plantje tot tegen de grond.”
Cicaden en Wheat Dwarf Virus (WDF)
Tijdens de waarnemingen van LCG werden, net als vorige week, ook cicaden waargenomen. Deze insecten kunnen ook het Wheat Dwarf Virus overdragen. Dit virus kan zowel gerst als tarwe aantasten, ondanks de naam. Het geeft gelijkaardige symptomen als het dwergvergelingsvirus (BYDV), weliswaar in kleinere plekken, maar visueel moeilijk te onderscheiden van BYDV. BYVD-tolerante of -resistente rassen kunnen wel aangetast worden door WDF.





