Startpagina Precisielandbouw

Smart Farming in de stal: Veel data die vooral gedeeld zullen worden

Niet alleen op het veld winnen allerlei ‘slimme’ technologieën aan belang, maar ook in de stal. Een aantal technieken tonen aan dat ook hier de veranderingen nog lang niet gestopt zijn. Het staat vast dat schakels in de voedselketen nog meer zullen samenwerken.

Leestijd : 8 min

Een van de bedrijven die inzet op slimme technologie op stalniveau is het Nederlandse Proagrica, een divisie van Reed Business Information dat eigenaar is van een aantal landbouw-vakbladen en softwareprogramma’s. Zij werken vooral op het creëren en delen van data doorheen de keten, zo bleek bij een symposium over het onderwerp.

Basisregels

Data delen brengt ook een aantal risico’s met zich mee. Voor Proagrica bestaan er daarom een aantal basisregels die iedereen moet respecteren. Zo moet er een opzegbaar contract bestaan. Er moet transparantie zijn over de opslag en het delen van de gegevens. Het moet ook de boer zijn die beslist met wie de identificeerbare data gedeeld wordt. Het is ook de boer die moet kunnen beslissen om identificeerbare data niet langer te delen. Die identificeerbare data moet ook opgevraagd en teruggetrokken kunnen worden. Ook over de geanonimiseerde data is het de boer die moet kunnen beslissen of data gedeeld wordt.

Heilige Graal

De praktische toepassing om alle datastromen te verzamelen en met elkaar te integreren is moeilijk, maar het principe is op zich eenvoudig. Gegevens worden op het veeteeltbedrijf via software verwerkt; ze gaan naar het slachthuis en de groothandelaar, waarna ze vervolgens bij de retailer terechtkomen, of opnieuw terug bij de producent of verwerker. “Waar de boer vroeger moest wachten op teeltrapporten, wordt data nu automatisch doorgestuurd”, aldus Joachim Crombez van Proagrica.

De boer krijgt dus een benchmark . “Hoe ben ik als boer? Kan ik nog verbeteren of zit ik goed? Hoe ziet de afnemer mijn kwaliteit?”, dat zijn de vragen waarop boeren in de nabije toekomst veel sneller een antwoord zullen krijgen.

Het doel is om inzichten te creëren door het combineren van alle mogelijk vindbare data: van weerinfo, bodemgegevens en oogstmachines tot satelliet- en veevoedergegevens, medicijnengegevens en nog veel meer.

Een voordeel is de voorspellende waarde die al die gegevens creëren op basis van bijvoorbeeld voorgaande jaren. Maar ook kan het slachthuis al vroegtijdig op de hoogte gebracht worden als er bijvoorbeeld veel zware varkens zitten aan te komen. “De Heilige Graal van de big data is dat er tijdens de groei of het seizoen al data gedeeld wordt, zodat er onmiddellijk kan bijgestuurd worden”, aldus Crombez.

Britse praktijk

Hoewel het voorgaande nogal theoretisch kan klinken, zijn er wel al praktische toepassingen. Proagrica werkt zo voor een van de grootste supermarktketens uit het Verenigd Koninkrijk. Het slachthuis klaagt dat er in het slachthuis te veel koeien voor rundvlees aankomen die niet volgens de gewenste specificatie zijn. Dat zorgt voor logistieke en operationele problemen binnen het slachthuis. Ook boeren waren niet tevreden omdat ze een boete kregen.

Proagrica heeft voor hen een systeem op poten gezet, waarbij slachthuizen minstens 1 keer per dag gegevens krijgen over het gewicht van de koeien. Boeren kunnen ook een tijdslot voor slachten boeken. Ze krijgen in het systeem ook onmiddellijk info over het slachtproces, de kwaliteit en de verwachte uitbetaling. Het voordeel voor de retailer is dat ze weet welke kwantiteit en kwaliteit op hen afkomt. Het project werd ondertussen in de praktijk toegepast en positief beoordeeld. Het wordt zelfs uitgerold naar een grotere groep boeren en naar datavergaring op het niveau van voermengwagens.

De wil is er

Loopt dan alles van een leien dakje? Dat ook niet. “De wil om data te delen is er. Het kost boeren ook niets, integendeel ze krijgen minder afhoudingen. Het probleem zit in het technische, in het verkrijgen van de data. Vaak gaat het om verouderde systemen, sommige systemen bevatten data van lage kwaliteit.”

Foto van blad papier

Een ander voorbeeld van digitalisering en big data is terug te vinden in de pluimveesector. Kristof Mertens werkt voor Porphyrio, een spin-off van de KU Leuven. Het bedrijf is ondertussen actief in Europa, Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Ook zij proberen zoveel mogelijk data te combineren, specifiek voor het pluimveebedrijf. En ook zij zien het obstakel vooral in de datavergaring. “Dataverzameling is eigenlijk een vervelende job. Klimaatregelaars van 10-15 jaar geleden kunnen nog geen data delen. 95 % van de data op het pluimveebedrijf wordt op papier genoteerd. “Wij hebben dus een app ontwikkeld die data uit een foto van een ingevuld blad papier kan halen”, aldus Kristof Mertens.

Ze merkten al snel dat geen enkele boer hetzelfde is. “Geen enkele boer heeft dezelfde wensen. Configureerbaarheid is nodig. Een andere manier van werken vereist dat er andere data nodig zijn.

Early Warning

Het voordeel van het continu verzamelen van gegevens voor leghennen, vleeskuikens, maar ook kalkoenen en eenden is dat je heel snel ziet als er iets aan de hand is. “Wat we met Porphyrio leveren is een early warning systeem. Daarin zie je een dip in de groei onmiddellijk. Achteraf ziet iedereen als er iets gebeurd is, maar het is kwestie van er vroeg bij te zijn. Vleeskuikenhouders weten of ze in de goeie richting evolueren; slachthuizen weten wat er op hen afkomt.”

Al die geproduceerde data betekent overigens niet dat menselijke inbreng overbodig wordt. “Integendeel. Broeierij, veevoederleverancier, dierenarts, veehouder zitten elke maand rond tafel. De toegang tot expertise wordt gewoon gemakkelijker.”

Samenzitten

Eén van de projecten waar Prophyrio een belangrijke rol ins peelt is in het onafhankelijke dataplatform voor de pluimveehouderij PeHeStat, opgericht door Degudap/Galluvet. Data vanuit deze dierenartsenpraktijken wordt gecombineerd met Pophyrio-data. Data over het dier (genetica, opfok, vaccinaties), worden er samen gelegd met data uit de omgeving (voeding, management, stressfactoren) samen met die over ziekte (aanwezige pathogenen, bioveiligheid, hygiëne).

“We proberen zoveel mogelijk data automatisch te verzamelen. De boer is de kritieke factor. Internet is er vaak nog niet in stallen, of de stalcomputer is oud. Eigenlijk verzamelen we 85 % van de info in de stal via een foto van de gegevenskaart.”

De pluimveehouderij krijgt elk jaar een bedrijfsspecifiek rapport. Maar eventuele problemen die tussentijds naar boven komen, worden ook uitgespit door voederfirma, dierenarts en broeierij samen te brengen. Eén van de boeren die ze hadden kunnen helpen was een vleeskuikenshouder die vlak voor het uitdunnen extra sterfte had tussen dag 31 en 34. “Die extra sterfte kostte hem €1.600 per jaar, zonder dat hij het wist. Wellicht lag een ventilatieprobleem aan de oorzaak.”

Cows On Web

Van een heel andere orde is Cows On Web. Zij bestaan sinds 2012. Ondertussen hebben ze klanten in België, Nederland en Duitsland. Het systeem voorspelt het moment van afkalven bij de koe als de temperatuur licht naar beneden gaat. Om de vijf minuten is er een meting die via een zendstation naar de server wordt gestuurd. De klant kan vervolgens die temperatuur opvolgen via smartphone, tablet of pc. De boer kan 12 tot 24 uur op voorhand een kalving zien aankomen, wat zeker bij het Belgisch Witblauw een interessante eigenschap is.

Is het systeem rendabel voor de veehouder? Volgens Cows on Web uiteraard wel. Het systeem kost €2.850 zonder btw, en vraagt ook nog een jaarabonnement van €150. In een besproken case staat de veehouder sinds de aanschaf van het systeem bijna niet meer ‘s nachts op, enkel nog bij twijfelgevallen. Veel kalvingen kunnen gepland kalven. Concrete winst zit onder andere in het terugdringen van sterfte bij de geboorte doordat men de kalving 12 tot 24 uur ervoor ziet aankomen. Ook de tussenkalftijd daalt, doordat de koe minder afziet tijdens het kalven waardoor ze sneller opnieuw in conditie is.

In de rekenoefening uit de praktijk zorgt een lager sterftecijfer in combinatie een lagere tussenkalftijd (hogere slaagkans bij eerste KI na 60 dagen) voor de grootste winst. De boer in kwestie meldde ook dat een nachtelijke interventie (controle) een verlies van minstens 1 uur arbeid voor de volgende dag veroorzaakte (inhalen slaap en/of langere pauzes). Voor een bedrijf met 50 kalvingen, houdt dat - gerekend aan een zeer schappelijke arbeidskost van €8,3 per uur - een jaarlijkse winstbesparing van €400 per jaar. In het praktijkvoorbeeld zorgde dat voor een jaarlijkse winst van €1.855 per jaar, resulterend in een terugverdientijd van minder dan twee jaar.

Voor in de toekomst wil Cows On Web ook kijken naar de mogelijkheid om tocht en herkauwgedrag te monitoren. Ook klauw- en pootproblemen en de verstoring van eetproblemen zouden op die manier opgespoord kunnen worden.

Strijd tegen antibiotica

Geert Bruggeman (Nuscience) en Dries Berckmans (Soundtalks) stelden het belang van antibiotiareductie in de kijker en de manier waarop het monitoren van gehoest in de vleesvarkensstal dat kan helpen beperken. Antibioticaresistentie zal in Europa alleen al vanaf 2050 jaarlijks 390.000 doden veroorzaken, en nog veel meer in de rest van de wereld. Verwacht wordt dat wereldwijd tegen 2050 elk jaar 10 miljoen mensen zullen sterven aan antibioticumresistentie. Dat zullen er dan meer zijn dan aan kanker (8,2 miljoen) en circa 14 keer meer dan nu.

In het project LESSantibiotics wordt de strijd aangegaan. Doel is dat antibiotica niet veel ingezet moeten worden en dat als ze gebruikt moeten worden, heel gericht ingezet kunnen worden. “Doel is ook dat iedereen in de keten er een euro aan kan verdienen, ook de boer die nu vaak in de keten gekneld zit”, aldus Bruggeman.

Soundtalks

Berckmans zei dat ademhalingsziekten meer dan €10 per varken kunnen kosten. Door microfoons te installeren in de stal (1 microfoon per 250 dieren) kan de veehouder vroeg gewaarschuwd worden wanneer er ziekte in de stal optreedt. “Gemiddeld vinden wij zo 10 dagen vroeger dan de boer dat er iets aan de hand is met de varkens”

Gemiddeld komt Soundtalks uit op een winst van €6,5 per vleesvarkensplaats per jaar door de betere kwaliteit van de varkens, de betere productiviteit en verminderde dierenartskosten.

De microfoons horen hoesten, niezen, vocalisaties, maar registeren ook (verandering in) activiteit. Klimaatsensoren (temperatuur, luchtvochtigheid, CO2) kunnen al een eerste oorzaak bij problemen suggereren.

Alle gegevens worden verzonder naar de server en verwerkt tot nuttige grafieken voor de boer of dierenarts. “Typisch is dat boeren willen kijken naar wat de varkens nu doen, terwijl dierenartsen en ook integraties graag kijken naar het verleden: hoe doen de vaccins het, hoe hebben de dieren gereageerd op behandelingen in het verleden.”

Rekening van de boer

Afsluitend werd gevraagd of Europa wel mee kan met de VS, waar de schaal voor dergelijke technologieën veel groter is, en waar integraties grote investeringen kunnen doen. Het antwoord kwam dat bijvoorbeeld de varkenshouderij in de VS weliswaar een veel eenvoudigere sector is dan de Europese, maar dat dit er net ook voor zorgt dat het makkelijker is om Europese technologieën naar de VS te exporteren, dan dat Amerikaanse technologieën in Europa kunnen worden geïmplementeerd.

IDC

Lees ook in Precisielandbouw

‘Partijpaspoort’ als richtlijn om efficiënt te ventileren

Precisielandbouw Om een kwaliteitsvolle aardappel te krijgen met een goede opbrengst is de laatste jaren al heel wat onderzoek verricht. De teelttechniek kende een evolutie, en ook in rassenkeuze is er een verschuiving merkbaar. De bewaring, die ook bijdraagt tot een goede kwaliteit, is echter niet mee geëvolueerd. Het onderzoeksproject ‘Slimme aardappelbewaring’ moet daar verandering in brengen.
Meer artikelen bekijken