Startpagina Aardappelen

Trends bij verladen en transporteren van aardappelen

In een eerder artikel stonden we stil bij welke trends zich afspelen bij het planten en rooien van aardappelen. In dit artikel staan we stil bij het materiaal dat nodig is om aardappelen te verladen en te transporteren.

Leestijd : 7 min

Een zo zuiver mogelijk aardappelproduct dat getransporteerd en ingeschuurd wordt, is duidelijk de wens van teler en afnemer. Hiernaast zijn productkwaliteit en werkcapaciteit ook niet te vergeten aandachtspunten. Net als de wens om zoveel mogelijk te automatiseren opdat er zo weinig mogelijk handwerk nodig is.

Grote stortbak

Als we kijken naar het eerste materiaal dat nodig is om aardappelen in te schuren, de stortbak, dan kunnen we zeggen dat we hier al direct met een veranderende tendens zitten. Waar dit vroeger een ‘eenvoudigere’ uitvoering was met hoogstens een reinigingsset of voorsortering, mogen we nu zeggen dat we met heel wat grotere machines te maken krijgen. Het product moet zuiverder en zuiverder in de schuur liggen. Er wordt gegaan naar grotere bunkerinhouden en forse kluitenscheiders. In de markt worden er minder kleine modellen verkocht, maar duidelijk meer grotere uitvoeringen.

Door meerdere fabrikanten wordt ons deze trend bevestigd. Groter en meer opties vertaalt zich ook in de constructie waarbij getracht wordt tussen bunkeropvoerband en reinigingsunit een zo vlak mogelijke productstroom te krijgen. Deze gelijke spreiding en dosering zorgt ervoor dat de rollenreiniger zo efficiënt mogelijk zijn werk kan doen.

Wat betreft ‘trends’ gaat één en ander ook een beetje samen met de ‘jaren’ die we gekend hebben. De laatste twee oogstseizoenen waren er droge weersomstandigheden waarbij veel grondkluiten mee richting de bewaarplaats ging. Dit wekt dan een verhoogde interesse in stortbakken die rijkelijk zijn uitgerust om de kluiten af te scheiden.

Pootgoedtelers stellen nog meer eisen aan hun stortbak. Zij hebben graag dat deze al een voorsortering kunnen uitvoeren zodat kleine en grote kalibers afzonderlijk opgeslagen kunnen worden.

Populaire volume’s bij de hedendaags verkochte stortbakken liggen ergens rond de 20 kuub.

Over de transportbanden/duobanden die volgen na de stortbakken, is niet zo veel bijzonders te zeggen. Hier is het vooral kijken naar hoe ze ‘samenwerken’ met de stortbak en hallenvuller. Een populaire uitvoering is de duoband in 2x 8 meter versie.

Autonome hallenvuller

Bij de hallenvullers is men tevreden als ze een storthoogte van 5m kunnen realiseren. Verder is er hier duidelijk een trend naar capaciteit, maar vooral naar autonomie. Eens de hallenvuller is ingesteld, verwacht de aardappelteler verder een autonoom werkende machine. Vooral dit is van belang, hier wil hij een werkkracht uitsparen in het oogstseizoen.

Zeg trouwens niet zomaar transportband tegen een hallenvuller, de versies die vandaag geproduceerd worden hebben heel wat intelligentie in zich of vulprogramma’s zodat er weinig manuele tussenkomst nodig is. Zo zijn er vulprogramma’s waar het zwenken, inschuiven en heffen automatisch gebeurt aan de hand van productdetectie. Ook het vullen van terrassen met opvoerhoekscompensatie en virtuele zijwanden zijn al mogelijk. De hallenvuller kan op constante hoogte gehouden worden bij het afvullen van de laatste laag. Capaciteitscompensatie zorgt er op zijn beurt voor dat de band sneller draait bij een steilere opvoerhoek.

Grote kipper

Op de vraag hoe de transportwagen voor de aardappelboer eruit ziet, kregen we te horen: “Zo groot mogelijk, rijkelijk uitgerust, veel aandacht voor valbeschadiging en steeds meer interesse in reinigingsmogelijkheden”. Hoe groter het areaal is, des te groter de wagen of hoe verder in uitrustingsmogelijkheden of opties wordt gegaan.

De landbouwkipper voor een aardappelboer blijkt als snel een drieasser te zijn. Ietwat anders is het als we gaan kijken naar overlaad- en reinigingssystemen. Als voor een twee-asser wordt gekozen, ligt de inhoud vaak ergens rond de 33-35 m3. Het doel is dan om in twee keer een vrachtwagen te vullen. Wenst men dit in één keer te doen, dan is een drie-asser met een inhoud van 45 m3 de oplossing.

Nog een andere fabrikant die we spraken geeft aan dat de Belgische markt voor kippers in het aardappeltransport, echt een markt van drie-assers is geworden.

Omwille van de valhoogte verkiest een aardappelboer bij voorkeur een bak die niet te hoog is. “Aardappelen laden is iets anders dan gehakselde maïs van bovenaf in een wagen blazen”, kregen we te horen tijdens onze rondvraag. Baklengtes tot 8 à 9 m zijn populair bij aardappelboeren. De laadbakken zijn nooit uit één geheel geplooid, maar haast iedere fabrikant tracht ze zo efficiënt mogelijk te maken, met zo min mogelijk metaalprofielen om het eigen gewicht laag te houden. Vaak horen we immers: “vervoer nuttige lading, geen staal”.

Een aardappelboer vraagt haast sowieso om een doorkijkvenster in de voorwand zodat hij zicht heeft op zijn laadruimte. Een Belg blijkt al tevreden te zijn met een groot venster, een Nederlander wil bijna een volledig doorzichtige wand.

Lage laadhoogte

Steeds meer vragen ze ook hydraulisch neerlaatbare zijwanden om de laadhoogte te beperken. Dit is echter nog geen standaarduitvoering, maar wel een veelgevraagde optie die aan populariteit wint. Een andere mogelijkheid is om te spelen met bakhoogtes en opzetschotten. Op vraag van de klant bouwen constructeurs soms wagens met een bakhoogte die aan de ene zijde korter is dan de andere. Vervolgens wordt nog verder met de hoogte gespeeld via opzetschotten.

Luchtgeremd

Als we even kijken naar het onderstel van de drie-askipper, dan is die luchtgeremd. Het is een eenvoudige oplossing met onderdelen die courant beschikbaar zijn. Tevens wordt zo voldaan aan de Belgische wetgeving. De banden, die worden steeds groter qua diameter. Lang lag de gemiddelde banddiameter bij 1m30, maar die is ondertussen vergroot naar 1m40. Zelfs banden met een diameter van 1m50 worden gemonteerd. Opletten blijft het wel altijd opdat de wagen genoeg ‘oversteek’ achteraan heeft zodat hij makkelijk in een stortbak kan kippen. Wie veel transport doet, kan voor een industrieel karkas kiezen dat bij een hogere bandenspanning (4 bar) werkt.

Opties

Duiken we verder de optielijst in van de landbouwkippers, dan kan de gebruiker af fabriek ook een valbreker en/of matras laten installeren. Beide producten zijn natuurlijk ook in na-verkoop op de markt verkrijgbaar. Sommige constructeurs hebben zelf al kleine productielijnen opgezet om de valbrekers te produceren. Maar we hebben ook fabrikanten gesproken die aangeven amper tot nooit een valbreker of matras mee te leveren als een kipper nieuw wordt afgeleverd. Zij stellen dat hun klant wel de weg vindt naar deze opties.

Een dekzeil om de lading af te dekken wint tevens aan populariteit. Hiervan zijn diverse uitvoeringen op de markt beschikbaar. Dit gaat van een heel eenvoudig zeil dat wordt opgerold net zoals bij een vrachtwagen, en een aardappelboer eerder sporadisch toelegt. Wie – vaak door fabrieksverplichtingen – regelmatig of steevast de lading moet afdekken gaat kiezen voor een geautomatiseerd systeem. Fabrikanten geven ons ook aan dat ze vaak in uitgebreide discussies terecht komen met klanten wat betreft een afdekzeil. De goedkoopste oplossing is een handmatig zeil spannen. Maar dit is een werkje dat niet graag gedaan wordt en dan ook vaak snel over het hoofd gezien wordt. Een dekzeil spannen kan geautomatiseerd worden, hoofdzakelijk zijn er meerdere hydraulische oplossingen op de markt, maar deze zijn dan prijziger in aanschaf en dit vormt dan weer een struikelpunt.

Reinigen en overladen op het veld

Aardappelen overladen en vooral het reinigen op het veld kent de laatste jaren een toegenomen interesse. Enerzijds is het machineaanbod fors gegroeid, anderzijds wensen de fabrieken geen aarde te ontvangen. Dit laatste staat ontegenspreekbaar als een paal boven water en kwam naar voren in ieder gesprek dat we gevoerd hebben. Eigenlijk is het heel simpel: geen enkele aardappelverwerker wil de tarra. Overlaadwagens of mobiele stortbakken (veldstations) zijn supersystemen om de tarra te reduceren en op het veld te laden. Maar helaas is de afnemer niet geneigd om hiervoor een meerprijs te betalen.

Nochtans zou men eens aan het rekenen moeten slaan. Fabrikanten van overlaadsystemen geven ons aan dat het heel makkelijk is om 10 % tarra uit één vracht aardappelen te halen. Zelfs 30 % zou lukken. Als we nu rekenen met het laagste percentage en we tellen een vracht van 30 ton aardappelen per vrachtwagencombinatie, dan wordt hier snel 3 ton tarra bespaard. De tiende vrachtwagen die dan rijdt, rijdt spreekwoordelijk gratis. Niet vergeten er wordt meer nuttig volume getransporteerd, er is minder CO2-uitstoot, minder personeelskosten, minder kilometerheffing, ... Allemaal argumenten waarvoor een bedrijf dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt niet doof zou mogen zijn.

Wat het overladen op het veld betreft, is de capaciteit van de overlaadwagen zeer belangrijk. Deze machine is immers de schakel tussen de rooier en het transport. Uit de praktijk horen we dat één overlaadwagen het moeilijk heeft om de rooier bij te houden. Twee overlaadwagens kopen weerspiegelt dan een forse investering naar gelang de capaciteit. Hierom hebben sommige fabrikanten ingezet op ‘veldstations’, eigenlijk mobiele inschuurlijnen om op het veld het aardappelgewas te reinigen en over te laden op transportwagens. Deze fabrikanten noemen dit een prijsgunstigere investering dan investeren in meerdere overlaadwagens, immers kan er met de klassieke kippers die ruim voorhanden zijn blijven gewerkt worden. Tevens kan met een ‘veldstation’ ook aardappelen uitgeschuurd worden.

Fabrikanten van overlaadwagens wijzen dan weer op de polyvalentie van hun wagen en de inzetbaarheid in andere gewassen en toepassingen. Dit maakt dat hun aankoopbedrag jaarrond kan afgeschreven worden.

Veldstations hebben dan weer het voordeel dat ze ook een leestafel hebben waar manueel nog tarra kan verwijderd worden én dat ze met hun losband die volgens het zwanenhalsprincipe is uitgevoerd dieper in de vrachtwagen kunnen om product af te leggen.

We besluiten dat aardappelen overladen en reinigen op het veld een praktijk is die in de lift zit. Discussie reist over wie de kosten van de investering draagt. Er zijn afnemers die een gereinigd product eisen, zonder de meerprijs te betalen. Ons inziens is dit niet geheel gerechtvaardigd gezien de besparing die ze kunnen maken bij het transport. Het is een te makkelijke houding om de investering op de boer af te schruiven.

De markt kent ondertussen steeds meer systemen/fabrikanten die wagens aanbieden om aardappelen over te laden en te reinigen. Het lijkt er op dat er voor ieder wat wils is op de markt. Is dit toch niet het geval dan wordt er wat ‘wils’ uitgewerkt.

TD

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken