Startpagina kleinvee

In 25 jaar opgebouwd, in 5 minuten de doodsteek

De feestdagen verlopen dit jaar in mineur voor Filip Callemeyn, de enige Vlaamse producent van foie gras. De normale euforie van het piekseizoen gaat dit eindejaar gebukt onder gelatenheid, onbegrip en onzekerheid. De eendenboer - want dat is hij - waarschuwt ook zijn collega’s: “Mijn geval is een gevaarlijk precedent. Met dezelfde filosofie kunnen ze de kweek van alle landbouwhuisdieren aan banden leggen.”

Leestijd : 8 min

Filip Callemeyn baat zijn bedrijf uit in in Bekegem, deelgemeente van het West-Vlaamse Ichtegem. Na de gepassioneerde uitleg van Filip en een bezoek aan de dieren, de slachtlijn en de hoevewinkel valt het niet te ontkennen: Het is geen toeval dat Filip Callemeyn van Bekegemse foie gras de laatste der Mohikanen is, de laatste der producenten van foie gras in Vlaanderen. Hij heeft zowat de hele keten, van eend tot foie gras, steen voor steen zelf opgebouwd. Een levenswerk dat nog steeds in opbouw was, maar door de minister van Dierenwelzijn met één pennentrek naar de prullenmand lijkt verwezen. Vanaf december 2023 is dwangvoederen - nog altijd noodzakelijk in de productie van foie gras - verboden. Het is voor de Bekegemse foie gras zoeken naar een waterkansje op overleving, maar zelfs de overheid vond het niet meer de moeite om onderzoek naar alternatieven af te wachten.

Niet goed gekend

Had Filip er anders voorgestaan, had hij zijn oorspronkelijk plan voor een groter knuffeldier als landbouwvee gevolgd? Aanvankelijk deed hij tijdens zijn landbouw-opleiding immers stage op een Franse konijnenhouderij, om die kweek onder de knie te krijgen. In België was hier immers geen opleiding voor. Het was op die Franse boerderij dat er ook foie gras werd geproduceerd als kleinschalige bijverdienste. “Dat was meer dan dertig jaar geleden. Foie gras was toen heel exclusief en hier in Vlaanderen zelfs niet goed gekend. In 1989 ben ik hier in Bekegem aan de weg beginnen timmeren met mijn echtgenote.”

Het is geen vleeskip

Wat in kleine stapjes begon, groeide uit tot een kleine KMO. Twee fulltime krachten, twee deeltijdsen en interimkrachten versterken het team. “We slachten elke maandag, en dan zijn we met vijf; voor het versnijden zelfs met tien. Alles vraagt veel handenarbeid, en het is een tamelijk complex proces.” Maar alles begint natuurlijk bij de kweek. Gemiddeld zijn zo’n 10.000 eenden aanwezig op het bedrijf, 25.000 dieren op jaarbasis. In het voorjaar zijn er het wat minder, en uiteraard is er een piek in de aanloop naar het eindejaar. Alles begint met de komst van eendagkuikens op het bedrijf. We leggen dan al snel een link met de pluimveehouderij, maar Filip schudt resoluut het hoofd: “De kweek is niet vergelijkbaar met pluimvee, het is een totaal andere manier van werken.”

De ganse eend

De genetica is heel specifiek. Filip koos bewust voor een mulard-eend, een kruising tussen een vrouwelijke pekingeend en een mannelijke barbarie-eend. Geen ganzen dus. “Eenden maken minder lawaai voor de buren, kennen een kortere opfok en zijn makkelijker in grotere groepen te houden. Bovendien is het vlees commercieel interessanter”, legt Filip uit.

Dat laatste is meer dan een detail. Zowat de helft van de meerwaarde op het bedrijf, komt van het vlees, en dus niet van de lever. “Er bestaan heel veel lijnen in de eendengenetica. Wij moeten opboksen tegen eendenlever uit lageloonlanden; onze productiekosten zijn hoog. Daarom hebben wij bewust voor een dubbeldoeleend gekozen, met relatief veel vlees. Dat brengt een iets minder gunstige voederconversie met zich mee, en de opfok is iets duurder, maar het helpt ons om ons te onderscheiden van industriële eendelever.” Eendenborst is volgens Filip enigszins te vergelijken met biefstuk qua vleeskwaliteit en kostprijs. Eendenbout leunt dan weer meer aan bij stoofvlees.

Topsporters

Het traject van eendagskuiken tot slachtrijp dier is ook anders dan wat we kennen uit andere sectoren. De eendagskuikens komen op het bedrijf in een verwarmde stal van 30°C terecht. Die temperatuur wordt afgebouwd tot 20-22°C op een week of drie. Daarna kunnen de dieren buiten lopen, op een oppervlakte van 5 ha. Drinken en eten is altijd ad libitum . “Het drinkwater vinden de eenden aan de ene kant van de uitloop; het voeder aan de andere kant. We willen dat de dieren veel bewegen. Het streven is dat de eenden in topconditie aan de afmestfase beginnen. Het moeten topsporters zijn. Dat is een hele andere insteek dan bij vleeskippen bijvoorbeeld.”

De eenden buiten kunnen niet vliegen. Het zijn prooidieren; roofvogels en meeuwen veroorzaken flink wat slachtoffers. Het is een strijd die moeilijk te winnen is. “Afweer werkt, maar slechts een paar dagen. Meeuwen passen zich vlot aan en weten ook dat ze hier voedsel vinden. Meeuwen zijn ook een beschermde diersoort, waardoor we beperkt zijn in ons verweer. Het dierenwelzijn van mijn jonge eenden telt blijkbaar niet mee.”

Ze kunnen het aan

Dierenwelzijn, het woord is gevallen. De productie van foie gras wordt vaak gelinkt aan dierenwelzijn, maar zelden op een positieve manier. En dat heeft alles te maken met de afmestfase. Die fase duurt nochtans maar 12 dagen. De dieren krijgen er twee keer per dag maïs gevoederd. Een maaltijd die de eenden niet kunnen of mogen weigeren, al is er volgens Filip van dierenmishandeling geen sprake. “Eenden hebben geen strottenhoofd en kunnen deze techniek van voederen dus aan. Ze hebben meer stress van het vastnemen zelf dan van het voederen op zich. Proeven uitgevoerd door onderzoekers van het Franse INRA bewijzen dat ook. We geven de dieren een dosis waar ze vlot weg mee kunnen. We zorgen voor een ideaal klimaat en behandelen de dieren zo respectvol mogelijk. Ik ziet niet goed in wat we nog meer kunnen doen. Maar op het einde moeten we ze jammer genoeg slachten”, klinkt het enigszins groen.

Over het volledige traject van kuiken tot slachtrijp dier, denkt Filip met een uitval van nauwelijks 5 % te zitten. Uiteraard wordt dat percentage zo laag mogelijk gehouden. Lichte kwetsuren aan de keel sluit Callemeyn niet helemaal uit, maar ziet hij als heel uitzonderlijk.

DSC_1014

Best gecontroleerde landbouwbedrijf van België

Toch is eerder dit jaar het dwangvoederen van eenden na 2023 illegaal verklaard. Extra wrang is dat de Belgische wetgeving lang als hoogstaand werd gezien voor een diervriendelijke productie van foie gras. “België was het enige land waar er zo duidelijk in de wet bepaald was hoe lang het dwangvoederen mocht duren, hoe de ventilatie moest zijn en hoeveel dieren mochten samenzitten. Er was duidelijk nagedacht over het maximaliseren van dierenwelzijn op een wijze die ook economisch haalbaar is. Maar dat is nu weg door één pennentrek. Terwijl we hier in de korte kete n werken, een slachterij ter plaatse hebben, en geen dieren op stressvol transport zetten. We krijgen jaarlijks maar liefst 140 bezoeken van het FAVV voor de boerderij, slachterij en de winkel. Dat maakt ons misschien tot het best gecontroleerde landbouwbedrijf van België”

Geen ideale beslissing

Die pennentrek, die kwam er onder het advies van de Raad voor Dierenwelzijn. Dat advies wilde een eind aan het dwangvoederen in Vlaanderen. De minister keurde dit goed, en dus is het zoals het er nu voor staat gedaan met het bedrijf van Filip in december 2023. “Een niet-ideale beslissing”, zo noemt Filip het, zijn woorden zorgvuldig wegend. België is goed voor 0,09 % van de wereldproductie (2012). Het telt 13 bedrijven, waarvan het bedrijf van Filip het enige in Vlaanderen is. Het valt dus te betwijfelen of de Vlaamse beslissing een belangrijke invloed zal hebben op de sector in zijn geheel, terwijl de consumptie eerder stijgende is. Foie gras zal bijgevolg nog meer geïmporteerd worden, uit landen waar de Vlaamse regelgeving geen effect heeft.

Minister Weyts vond dat Vlaanderen met het verbod een internationale voortrekkersrol speelt. Het is maar de vraag of andere landen even happig zullen zijn om een sector die naar eigen zeggen meer dan 50.000 directe jobs in de EU genereert en een omzet van meer dan 4 miljard euro draait op te geven. Buurland Frankrijk is bijvoorbeeld goed voor meer dan 60 % van die taart.

De wegeving in België rond de productie van foie gras wist lang de belangen van het economische met dierenwelzijn te verzoenen.
De wegeving in België rond de productie van foie gras wist lang de belangen van het economische met dierenwelzijn te verzoenen.

Ongemak niet te bepalen

Had Filip het niet zien aankomen? Filip haalt de schouders op. De Raad voor Dierenwelzijn bestaat uit 19 leden, waarvan de meerderheid geen specifieke expertise heeft met nutsdieren, maar vooral bezig is met gezelschapsdieren (asielen, dierenrechtenorganisaties, dierenliefhebbers...). Eens de ethische raad binnen de Raad haar advies klaar had, wist Filip dat het moeilijk ging worden. “Mensen die vooral vanuit huisdieren redeneren, hebben een ander denkkader, en praat je niet om.”

De Raad gaf in haar advies toe dat het moeilijk is om het ongemak dat een eend voelt tijdens het dwangvoederen te bepalen. De Raad wijst in haar argumentatie op het extra hijgen van de dieren om warmte af te geven, de mindere fysieke activiteit en het sterftecijfer van 2 tot 4 % in de afmestfase alleen. Ook het geforceerd voederen wordt als ethisch argument meegerekend. Dat alles doet de Raad concluderen dat het risico dat het dierenwelzijn tijdens de periode van dwangvoederen geschaad wordt “erg groot” zou zijn. “Maar als je het bestaan van een hoger risico als reden aanvaardt om een sector af te schaffen, kan je het houden van alle nutsdieren verbieden. Dit is een gevaarlijk precedent voor andere veesectoren. Je kan van alles zeggen dat het niet hoort, tot zelfs het bestrijden van mollen onder een voetbalveld. Waar stopt het dan?”

Het vlees van de eend is voor het bedrijf net zo belangrijk als de eigenlijke foie gras. Bezoekers komen voor de delicatesse speciaal naar de hoevewinkel in Bekegem afgezakt.
Het vlees van de eend is voor het bedrijf net zo belangrijk als de eigenlijke foie gras. Bezoekers komen voor de delicatesse speciaal naar de hoevewinkel in Bekegem afgezakt.

Geen onderzoek afwachten

De Raad ziet het risico zelfs als zo groot dat ze resultaten van lopend onderzoek in Vlaanderen naar alternatieven voor dwangvoederen van eenden niet wil afwachten. Ook dat is volgens Callemeyn een verkeerd signaal. “De overheid had trots kunnen zijn op het streekproduct dat we hier produceren. Ze hadden ons kunnen ondersteunen en mee op zoek gaan naar de mogelijkheid om zonder sonde te werken. Maar de resultaten zijn nooit afgewacht. Ik heb altijd geloofd dat het kon, maar als we de tijd niet krijgen om het te ontwikkelen, dan is het enthousiasme ook bij ons heel snel naar beneden gehaald.”

DSC_1032

Op vakantie in Frankrijk

Wat rest is onzekerheid. Er zijn nog geen uitvoeringsbesluiten, en dus nog geen details bekend. “Er komt een compensatie, maar hoe die in elkaar zit is afwachten. Wat met de mensen die werken op het bedrijf, wat met de leningen bij de bank...” Misschien ziet de wetgeving het volledig stopzetten van het bedrijf zelf als niet nodig. Al is er nu wel heel weinig tijd over om de kweek zonder dwangvoeding uit te werken. “Theoretisch zouden we de eenden de laatste 12 dagen ‘op vakantie’ kunnen laten gaan naar Frankrijk of Wallonië om ze daar af te mesten, maar dat lijkt me niet zinvol. Via een dergelijke integratie werken hebben we in het verleden nog geprobeerd, maar dat werkte niet voor ons.”

IDC

Lees ook in kleinvee

Geitenstal uitgebrand in Bever, twintigtal dieren omgekomen

kleinvee In het Vlaams-Brabantse Bever heeft in de nacht van 26 juni een zware brand gewoed in een boerderij. Daarbij brandde een geitenstal volledig uit. Een 250-tal dieren konden gered worden, maar een twintigtal anderen bleven in de brand. Dat melden de hulpdiensten.
Meer artikelen bekijken