Startpagina Schapen

Een schapenstal hoeft niet duur te zijn

Schapen zijn in staat gedurende heel het jaar buiten te blijven. Ze kunnen van nature goed aan de wisselvalligheden van ons klimaat weerstaan. Zelfs bij vriesweer liggen ze rustig buiten. Alleen in de aflamperiode moeten ze enige tijd op stal.Nochtans is het aangewezen dat ze bij felle regen- en sneeuwbuien een beschutting kunnen opzoeken. Een goede bescherming tegen vochtigheid, tocht en plotse temperatuurschommelingen is meer dan wenselijk. Bij nat en winderig weer zoeken ze uit eigen beweging een droge ligplaats op. Schapen hebben een hekel aan te veel nattigheid. Als er een langere regenperiode op komst is, kan men de dieren op een perceel brengen waar er een beschutting aanwezig is.

Leestijd : 4 min

Open loopstal

Een open loopstal die aansluit op een weide is aan te bevelen. In veel gevallen is er wel een bestaande ruimte voorhanden. We denken aan een schuur, een loods, een afdak. Met wat vindingrijkheid kan men hiervan een goede huisvesting maken door enkele veranderingen aan te brengen.

De wanden van de stal mogen niet te zwak zijn. Houten wanden of stenen muren voldoen goed. De stal moet tochtvrij zijn. Ruimte is er nooit te veel. Per schaap wordt minimum een loop- en ligruimte van twee vierkante meter voorzien. Een ooi heeft een breedte van 50 cm aan de voerbak nodig. Ook aan de hooiruif wordt een eetbreedte van 50 cm per dier aanbevolen.

Eenvoud, degelijkheid en lage kosten zijn de voornaamste eisen die aan de constructie van een schapenstal worden gesteld.

Er wordt een langwerpige houten voerbak geplaatst. Aan de bak zijn twee schuine poten bevestigd, zodat de bodem van de voerbak ongeveer een halve meter hoog is. Die schuine poten staan onderaan een meter uit elkaar, zodat het geheel stevig staat en niet omver kan worden gelopen. De lengte is afhankelijk van het aantal schapen en varieert van 3 tot 4 meter. De diepte van de bak is ongeveer 12 cm. Schapen hebben de neiging om met hun voorpoten in de voerbak te trappelen en zo de bak te bevuilen. Voedsel dat met mest bevuild is, wordt niet meer opgegeten. Daarom moet de bak op enige hoogte van de bodem staan.

Langs de wanden van de stal worden hooiruiven aangebracht. Onder de ruiven is een bak bevestigd om het gemorste hooi op te vangen. Men kan zelf een hooiruif maken door een aantal panlatten op 10 cm van elkaar op een raamwerk te timmeren. De onderkant wordt op een halve meter van de grond vastgemaakt.

Lammerhokken

In de aflamperiode moeten de ooien met hun lammeren enige tijd op stal. Dan is een afzonderlijk kraamhok per ooi nodig om de lammeren aan de moeder te laten wennen. Het best maakt men hokken die vlug te monteren, te verplaatsen en af te breken zijn. Men gebruikt houten panelen van 1,50 m lengte en 80 cm hoogte. Deze panelen kunnen vlug aan elkaar verbonden worden door ze aan elk uiteinde te voorzien van 2 ringen. Deze ringen worden op verschillende hoogten aangebracht naargelang het een linker- of een rechteruiteinde betreft. Door die ringen wordt een ijzeren staaf gestoken om de twee panelen samen te houden. Men kan ook de panelen bovenaan en onderaan samenbinden met touwtjes.

Elk hok wordt voorzien van een eetbakje, een hooiruif en een emmer voor drinkwater. In een aantal hokken is een verwarmingslamp nodig om zwakke lammeren te kunnen verwarmen. Onderaan hebben de panelen het best geen spleten om de lammeren tegen de tocht te beschermen.

Lammerhokken met losse panelen zijn te verkiezen boven vaste panelen om ze snel af te breken en na de lammertijd op een kleine plaats op te bergen. Ook kan men de hokken gemakkelijker schoonmaken met losse panelen.

Ventilatie

Bijzondere aandacht vraagt de ventilatie. Een schapenstal moet luchtig zijn. De schapen krijgen het spoedig te warm. Ze mogen niet gaan zweten.

Een bestaande schuur met veel ruimte en een hoog dak is een goed onderkomen voor de schapen tijdens de winter.

Ingestrooide ligruimte

Om de schapen altijd droog te leggen, wordt de stal regelmatig bijgestrooid. Voor het uitmesten na de winter moet de ruimte goed bereikbaar zijn. Zo kan de mest mechanisch worden opgeladen en is er minder handenarbeid nodig.

In een stal die regelmatig wordt bijgestrooid, wordt de hoogte van de voerbakken, de hooiruiven en het drinkwater het best aangepast. De vloer van de stal is vlak en verhard. Schapenmest is vast, zodat de mest gemakkelijk door het stro wordt opgenomen.

Klein perceel

Om de grasmat te sparen, worden de schapen in de winter van de weide gehaald en op een klein perceel gehouden. In het voorjaar is er dan een hogere grasproductie, want de grasgroei kan ongestoord op gang komen. Proeven hebben aangetoond dat de grasopbrengst van in de winter niet beweide percelen in het voorjaar zelfs 20% hoger is dan op beweide percelen.

Het toezicht op een klein perceel bij de woning is ook gemakkelijker. Men voedert steeds binnen op een droge plaats. De graszode wordt in de winter niet vertrappeld en de groei komt in de lente sneller op gang.

Samengevat

Schapen stellen weinig eisen op gebied van huisvesting. Alleen in de geboorteperiode moeten de lammeren enige tijd met hun moeder afgezonderd worden in een apart kraamhok.

Om de kosten te beperken, verandert men het best een bestaande stal, schuur of loods. Met een beperkte investering kan men dit gebouw aanpassen en ombouwen als ligplaats en aflamruimte voor de schapen. Men zorgt voor voederbakken, hooiruiven en drinkwatervoorziening. De waterleiding wordt zodanig aangelegd dat ze bij vorst niet kan bevriezen. Een elektrische verlichting is ook noodzakelijk. Men zorgt wel voor een degelijke en veilige installatie.

Als vloerbedekking wordt het best stro gebruikt.

Eenvoud, degelijkheid en lage kosten zijn de voornaamste eisen die aan de constructie van een schapenstal worden gesteld.

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken