Startpagina Tuin

Snoeien in de siertuin

Vorige week bekeken we de beste snoeiwijze voor lavendel, rozen en hortensia's. Maar ook siergrassen, bessenstruiken, bolbomen en vlinderstruiken... zijn planten die in vele tuinen worden aangeplant en die best volgens de regels van de kunst gesnoeid worden om er ten volle van te kunnen genieten.

Leestijd : 4 min

E n soms is snoeien inderdaad een kunst (denken we maar aan de vormsnoei van kunstig geknipte buxus- of taxusplanten) maar in de siertuin valt snoeien in de regel best mee. Enkele basisprincipes in het achterhoofd houden en een beetje plantenkennis volstaan meestal om tot een goed resultaat te komen.

Siergrassen

Een belangrijke groep binnen de vaste planten wordt gevormd door de siergrassen, die in de moderne tuinen vaak in grote groepen worden aangeplant om zo ten volle van de kleureffecten (ook de winterkleuren zijn vaak een meerwaarde) van de grassen te kunnen genieten. Net zoals de meeste vaste planten hebben ook de meeste soorten siergras baat bij een jaarlijkse radicale snoei. Eigenlijk geven de verschillende grassoorten zelf aan of ze al dan niet dienen gesnoeid te worden. Zo hoeven de groenblijvende soorten (Carex, Festuca) niet gesnoeid te worden. Vaak zijn dit de laagblijvende soorten. Wel kan het nodig zijn om na de (strenge) winter de verdroogde stengels weg te snoeien of de graspollen met een hark uit te kammen om de losse, verdroogde grashalmen te verwijderen.

De grotere (ook de groenblijvende) grassoorten kunnen best ieder jaar gesnoeid worden om ze levenskrachtig en gezond te houden. Het beste kan met snoeien gewacht worden tot na de bloei (soort afhankelijk). Wie zich echter niet stoort aan de uitgebloeide zaadpluimen, die in de winter vaak heel decoratief kunnen zijn, kan wachten met snoeien tot na de winter. De snoei dient te gebeuren maart, vóór het hernemen van de groei.

Bolbomen

Zzeker geen nieuwe trend, maar nog vaak toegepast in de voortuin en kleinere stadstuinen zijn sierbomen met een traaggroeiende, bolvormige kroon. Afhankelijk van de groeisnelheid van de kroon kunnen deze bomen het best jaarlijks, om de paar jaar of beter helemaal niet gesnoeid worden. Al deze bomen zijn geënte bomen en mogen dus nooit tot onder de entplaats gesnoeid worden. Enkel de kroon mag worden ingesnoeid.

Bolaccacia: een ietwat misleidende naam voor de Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera'. Deze boom heeft een fijn vertakkende kroon, waarvan de takken op 1 seizoen gemakkelijk tot 1 meter kunnen verlengen. Om de kroon mooi gesloten en bolvormig te houden moeten deze bomen jaarlijks gesnoeid worden. Bij jonge bomen gebeurt dit het best begin april om vorstschade te vermijden. Oudere bomen kunnen reeds vroeger in het voorjaar gesnoeid worden. Snoei de takken kort terug (1 à 2 cm boven de plaats waar ze ontstaan) en doe dit vanaf het eerste jaar na de aanplant, zodat een mooie stevige knot ontstaat net boven de entplaats.

Bolcatalpa, boles, bolacer zijn frequent voorkomende sierbomen met een bolvormige, traaggroeiende kroon. Deze bomen hoeven omwille van hun tragere groei en hun stevige takken niet jaarlijks gesnoeid te worden. Wanneer de kroon te groot wordt of uit vorm groeit, kunnen de takken tot net boven hun ontstaanplaats (een 5-tal cm) teruggesnoeid worden. Omwille van kans op invriezen gebeurt dit het best pas na half maart, met uitzondering van de Acer, die wegens het risico op 'bloeden', vóór januari dient gesnoeid te worden. Het volgende groeiseizoen zullen deze bomen een nieuwe, mooi gevulde kroon ontwikkelen die uit zichzelf mooi bolvormig groeit.

Bolprunus of Prunus fruticosa 'Globosa' is van nature een langzame groeier die eigenlijk helemaal geen snoei nodig heeft. Zelfs na 10 tot 15 jaar blijft de kroon mooi bolvormig en relatief compact .

Vlinderstruik

en andere zomerbloeiers

Buddleja davidii (vlinderstruik) is een klassieker onder de tuinplanten, maar kan de laatste jaren rekenen op een hernieuwde aandacht, enerzijds door het op de markt komen van nieuwe cultivars met steriele zaden die compacter groeien en anderzijds door de aantrekkingskracht die de bloeiende stuik uitoefent op allerlei vlindersoorten, waardoor de struik geliefd is bij mensen die houden van deze kleurrijke fladderaars. Deze struiken bloeien het best op de nieuw gegroeide takken. Door hen in het voorjaar (na de ergste vorst) diep terug te snoeien (tot 10 cm boven de grond) worden ze gestimuleerd om krachtige nieuwe scheuten te vormen. Op die manier bloeien ze rijker en met grotere bloemen dan ongesnoeide exemplaren.

Bessen

De laatste jaren is er een stijgende interesse voor “ de eetbare ” of “ lekkere ” tuin. Steeds meer mensen planten bessen- of frambozenstruiken en omdat het toch de bedoeling is om zoveel mogelijk van deze gezonde en lekkere tuinsnoepjes te kunnen oogsten, is een jaarlijkse, aangepaste snoei nodig.

Rode en witte bessen (aalbessen): dragen vruchten op meerjarig hout. Oude en afgedragen takken diep wegsnoeien en jaarse, krachtige scheuten met de helft inknippen. Zijtakjes met 1/3 terugsnoeien. Stekelbessen of kruisbessen mogen op dezelfde manier gesnoeid worden.

Zwarte bessen (cassisbes): dragen de meeste vruchten op jonge takken. Door het diep terugsnoeien van alle oude takken (ouder dan 3 jaar) stimuleert men de struik tot het produceren van voldoende jonge scheuten waarop de komende 3 jaren bessen groeien.

Frambozen en braambessen, zomerframbozen , dit zijn de rassen die vruchten dragen gedurende de zomermaanden, vormen vruchten op 1-jarig hout (dus gevormd in het vorige groeiseizoen). Na de zomer worden alle takken die vruchten gedragen hebben tot tegen de grond weggesnoeid. De takken die overblijven zullen het jaar nadien zorgen voor nieuwe vruchten. Braambessen worden op dezelfde manier gesnoeid. Herfstframbozen , dit zijn de rassen die pas eind augustus en tot diep in de herfst vruchten dragen, vormen vruchten op jaars hout (takken gegroeid in de lente en zomer). Om de vorming van nieuwe jonge scheuten te stimuleren worden de zomerframbozen in het vroege voorjaar (maart) tot tegen de grond teruggesnoeid.

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken