Startpagina Melkvee

Extra ogen en oren in de melkveestal

Sensoren kunnen (mee)helpen je bedrijf te monitoren. Welke systemen bestaat vandaag op de markt? En welke zijn nuttig voor jouw bedrijf?

Leestijd : 6 min

Ivan Ryckaert van het departement Landbouw en Visserij leidde de studienamiddag over de moderne melkveestal in. “Melkveebedrijven worden alsmaar groter en arbeid wordt schaarser. Het is zaak om je stal arbeidstechnisch efficiënt in te richten (zie Landbouwleven van 12 april). Bijkomend kunnen sensoren helpen om je dieren op te volgen. Het zijn extra ogen en oren voor de melkveehouder om het bedrijf te monitoren.”

“Sensoren helpen inderdaad om het melkveebedrijf te automatiseren”, bevestigt Kristine Piccart van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo). “We kunnen vier deelgebieden onderscheiden waarin de melkveehouder sensoren kan inzetten: de vruchtbaarheid, het voederen, het melken en in de stal.”

“Automatiseren is een keuze. Er bestaan veel mogelijkheden, maar ze moeten bij jou en je bedrijf passen”, aldus Kristine Piccart.
“Automatiseren is een keuze. Er bestaan veel mogelijkheden, maar ze moeten bij jou en je bedrijf passen”, aldus Kristine Piccart. - AV

Vruchtbaarheid vaststellen

Om op een ideaal moment te kunnen insemineren, is het belangrijk om aan tochtdetectie te doen. Een koe geeft immers aan dat ze tochtig is of wordt. Ze zal een stareflex vertonen, springen, de kin op het kruis houden, besprongen worden of de vulva van een andere koe besnuffelen.

Kristine Piccart: “Tochtdetectie kan je zelf doen. Idealiter observeer je de stapel driemaal per dag gedurende twintig minuten. Tochtige dieren kan je markeren met een speciale markeerstift. Je kan ook met verfstickers op de achterhand van de koe werken. Met een stijgend aantal koeien wordt het echter moeilijker om een volledig overzicht te hebben over de hele stapel. Ook ’s avonds of ‘s nachts mis je de tochtige koeien. Een andere optie is om dit te automatiseren met een stappenteller. Een kwart van de melkveehouders doen dit al.”

Activiteitsmeters zijn niet nieuw, ze zijn al 40 jaar op de markt. Vandaag gebeurt dit met accelerometers die aan de poot, hals of oor worden vastgemaakt of in de pens ingebracht worden. Ze meten het aantal stappen, ligbeurten, de statijd…

Een tochtige koe is drie- tot viermaal actiever. Dit is niet altijd met het oog vast te stellen. Een studie uit 2015 geeft aan dat je 20 tot 59% van de tochtige dieren visueel kan waarnemen, terwijl een stappenteller tot 90% resultaat haalt. Het menselijk oog is wel het meest betrouwbaar. Een stappenteller is dus zeker een nuttige investering bij beperkte arbeidscapaciteit.

Automatisch voeren

Ook krachtvoerautomaten zijn al 40 jaar op de markt. “Je hebt één box per 25 à 30 koeien nodig. Kies hiervoor een geschikte plaats. Een voerautomaat mag immers niet tot files leiden. Net na de melkstal is dus geen goede optie.” Piccart vindt een sluithek wel nuttig omdat er een zekere competitie aan het voerstation kan bestaan. Het vergt wel een extra investering. “Een groot voordeel is dat je met een krachtvoerautomaat het voergebruik individueel kan bijsturen. Maar je moet het toestel wel regelmatig controleren en ijken.”

Een ander handig toestel is een voer-aanschuiver. “Je vermindert de competitie aan het voerhek als je vaak het voer aanschuift. Bovendien verhoogt de ligtijd van de koeien als ze minder moeten wachten en dat komt ten gunste van de melkproductie. Aanschuiven van het voeder blijkt sowieso tot 3,9 kg extra melk per koe op te leveren.

Een recente studie (Siewert et al, 2018) toont bij automatisch aanschuiven tot 4,9 kg extra melk per koe tegenover manueel aanschuiven, of zo’n 350 kg melk per dag per melkrobot! Als een robot dit werkje overneemt verlicht dit de arbeid en eventuele brandstofkosten voor de shovel vallen weg. Houd wel rekening met de aanschaf- en onderhoudskosten. Zoals bij de inrichting van de stal besproken moet je een apart plekje voorzien voor het opladen.”

Je kan de stal ook uitrusten met een automatisch voersysteem, dat zowel kan laden, mengen als lossen aan het voerhek. Er bestaan zelfrijdende toestellen en railsystemen. Bij gebruik van zo’n systeem wordt vaker vers eten aangevoerd. Dat vergroot de drogestofopname, vermindert de competitie aan het voerhek, is gunstig voor de pens-pH en het vermindert opnieuw de arbeid. Deze optie is meestal behoorlijk prijzig. Je moet zorgen voor een nauwgezet onderhoud en er bestaan risico’s op storingen.

Je kan je stal ook uitrusten met een automatisch voersysteem, dat zowel kan laden, mengen als lossen aan het voerhek.
Je kan je stal ook uitrusten met een automatisch voersysteem, dat zowel kan laden, mengen als lossen aan het voerhek. - LBL

Zicht op het rantsoen en de gezondheid

Om te weten wat je koeien eten, kan je het rantsoen analyseren. Je meet meestal het drogestofgehalte. Dit gebeurt met behulp van een droogoven of met draagbare NIRS-toestellen (Nabij InfraRood Spectrografie). Voorbeelden hiervan zijn de Moisture Tracker van Digi-Star, SCio Scanner van Cargill en de Airfryer-methode. Volgens Kristine Piccart zijn deze toestellen nog niet zo accuraat.

Ten slotte kan je ook het herkauwen en vreten monitoren met behulp van hals- of oorsensoren. Dikwijls gebeurt dit in combinatie met tochtdetectie. “Het is een nuttige aanvulling voor de opvolging van de gezondheid, bij veranderingen van het rantsoen of de omgeving”, stelt Kristine Piccart. “Gemiddeld herkauwt een koe 450 tot 540 minuten per dag. Als deze activiteit drastisch daalt of bij veel schommelingen in de waarden, is er meestal een probleem. Spijsverteringsproblemen kunnen vooraf gedetecteerd worden; voor mastitis en baarmoederontstekingen blijkt deze methode minder geschikt.

Melkrobot in opmars

In 2016 bedroeg het aandeel melk-robots in de Belgische melkveestallen 10%. Visgraatsystemen (39%) voeren de boventoon. Maar vandaag kiest ongeveer de helft van de melkveehouders bij een nieuwe installatie voor een robot. Het automatisch melken is dus in opgang. Vooral in de provincie Antwerpen waar al bij een vijfde van de melkinstallaties automatisch wordt gemolken (zie figuur).

Aandeel van het aantal melkinstallaties per provincies, het aandeel traditionele installaties en automatische installaties.
Aandeel van het aantal melkinstallaties per provincies, het aandeel traditionele installaties en automatische installaties.

Automatisch melken verlicht de arbeid, geeft meer flexibiliteit en verhoogt het aantal melkbeurten. Reken per 60 dieren een robot. Het is zaak om dagelijks de melkgegevens te evalueren, zowel op koe- als op kuddeniveau. “De omschakeling naar automatisch melken gaat immers meestal gepaard met een tijdelijke dip in de uiergezondheid. Het aantal koeien met een verhoogd celgetal neem toe, het tankmelkcelgetal verhoogt en soms ook het kiemgetal.” Piccart wijst er wel op dat er grote verschillen zijn tussen de bedrijven. “Bij het ene bedrijf gaat de overgang al vlotter dan op het andere bedrijf. Reken toch anderhalf jaar eer het celgetal zakt naar een normale waarde. Het is dus belangrijk om af te wegen of die manier van werken wel bij je past. Ook de combinatie met beweiding is moeilijk, net als thuisverwerking, aangezien er meer vetzuursplitsing optreedt.”

Er zijn heel wat merken en systemen voor automatisch melken op de markt. Sowieso is het aangewezen een kijkje te gaan nemen bij collega’s en naar hun ervaringen te luisteren.

Stalinrichting en koecomfort

In Landbouwleven van 12 april beschreven we uitgebreid de vereisten van een moderne melkveestal. Daaruit bleek al dat een koe het grootste deel van de dag ligt en herkauwt. Volgens Kristine Piccart moet het een streefdoel zijn om de runderen minimaal 12 tot 14 uur te laten rusten. “Een uur langer liggen, levert 1,5 kg melk op!” In stallen met vrijloop blijken de koeien meer te liggen dan in stallen met ligboxen.

Let op voor zwerfstroom

Koeien zijn gevoelig voor zwerfstroom in een stal. “Dit zijn elektrische stromen die een andere weg nemen dan de gewenste stroomkring”, legt Piccart uit. “Dit fenomeen is dus een probleem als een koe geleidende onderdelen aanraakt of optreedt als aarding. Mogelijke oorzaken zijn isolatieproblemen, problemen met aangesloten apparaten of een foute afstemming tussen een installatie en het gebruik ervan. De oorzaken kunnen ook buiten het bedrijf liggen. Zo kan een naburige spoorweg of een transformatorstation ook zwerfstromen veroorzaken.

De dieren vertonen bij de aanwezigheid van zwerfstroom een ongewoon gedrag. Ze stampen bijvoorbeeld het melkstel af of mesten en urineren tijdens het melken, ze willen niet eten of drinken of ze vermijden bepaalde plaatsen. Zoek dus naar de oorzaak want het heeft een impact op de melkproductie.”

Automatiseren is een keuze

“Sensoren gebruiken of automatiseren kan dus op heel wat manieren”, besloot Piccart. “Maak een kosten-batenanalyse voor je eigen bedrijf. Houd hierbij rekening dat sensoren werk uit handen kunnen nemen of extra flexibiliteit kunnen geven. De data en informatie die door het automaat worden aangereikt, kan je gebruiken om je management bij te sturen. Sowieso moet de aanschaf ervan de technische prestaties handhaven en liefst verbeteren.”

Tijdens deze studienamiddag werd de stal van de familie Bernaerts in Kalmthout bezocht.

AV

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken