Startpagina Veeteelt

Het gras is niet altijd groener aan de overkant

In de operationele groep AgroMeatsNature werd onderzocht wat de economische waarde is van kruidenrijke graslanden voor de veehouders die ze beheren. Uit de cijfers blijkt dat zowel de opbrengst als de voederwaarde zeer variabel kan zijn.

Leestijd : 6 min

In de periode van half mei tot half juni zijn kruidenrijke graslanden, rijk aan bloeiende planten, op hun mooist. Deze graslanden zijn niet alleen waardevol voor de biodiversiteit of aantrekkelijk voor de recreatieve wandelaar of fietser, ze kunnen ook dienen als voeder voor kleine en grote herkauwers.

Veel landbouwers staan in voor het beheer van natuurgebieden en maaien kosteloos kruidenrijke graslanden in ruil voor de grasopbrengsten. Uit de enquête, afgenomen door de partners van AgroMeatsNature bij 70 veehouders, blijkt dat veel landbouwers dit beheer uit sociale en ecologische overtuiging doen, maar anderzijds ook omdat ze het bruikbaar voeder vinden voor hun dieren. Is dit laatste terecht of overschatten veehouders vaak de opbrengst en de nutritionele waarde van gras of hooi afkomstig van natuurgraslanden? In het project ‘Kruidenrijk grasland’, uitgevoerd door het Regionaal Landschap Schelde-Durme (RLSD) in 2017, en in de operationele groep AgroMeatsNature, gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en de Europese Unie, werd de voederwaarde van kruidenrijke graslanden onderzocht en werd vervolgens becijferd in welke situaties het beheer economisch waardevol kan zijn voor veehouders.

Wat is natuurgrasland of kruidenrijk grasland?

In dit onderzoek hanteren we de volgende definitie voor kruidenrijk grasland, ook wel natuurgras genoemd: ‘niet of weinig bemest grasland met kruiden die tot bloei kunnen komen’. Het gaat dus over natuurlijke graslanden die in meerdere of mindere mate kruiden kunnen bevatten, en geen graslanden waarin kruiden ingezaaid werden.

Op natuurlijke kruidenrijke graslanden komen voornamelijk twee types beheer voor: begrazen of maaien. In geval van begrazing worden geen sproeistoffen gebruikt, maar wordt soms een beperkte bemesting gedaan. Bij begrazing wordt er doorgaans gewerkt met twee grootvee-eenheden (GVE) per hectare en dit beheer komt vooral ten goede aan de weidevogels. Bij maaibeheer wordt tweemaal per jaar gemaaid, een eerste maaibeurt vanaf 15 juni (soms 1 juli) en een tweede maaibeurt in de nazomer. Dit beheer verschraalt de bodem en zorgt voor een uitbreiding van kruiden en de bijhorende biodiversiteit, zoals insecten.

Voederwaarde natuurgras versus gangbaar gras

Voor dit onderzoek werden een aantal niet-bemeste kruidenrijke graslanden in de regio Berlare-Zele-Lokeren onderzocht, zowel naar botanische diversiteit, opbrengst van het grasland als voederwaarde van het gras. Langs de oevers van de Schelde in Berlare-Zele werden drie percelen, gelegen in het natuurgebied ‘De Scheldebroeken’ beheerd door vzw Durme, met maaibeheer onderzocht. Het gaat om graslanden met botanisch beheer waarvan twee percelen tot het type dotterbloemgrasland behoren (percelen Peleman en Lypesaen) en één perceel tot het type glanshavergrasland (perceel Amelot). In Lokeren werd een begrazingsblok onderzocht, die behoort tot het Molsbroek, een natuurgebied in beheer van vzw Durme. In dit natuurgebied grazen jaarlijks een tiental Belgisch Witblauwe runderen in de periode juni tot september.

Van drie maaipercelen werden verse grasmonsters genomen op het moment dat de eerste snede in juni en de tweede snede in september gemaaid werden. Daarnaast werden ook monsters genomen van het gehooide gras (1e snede juni) op moment van het persen of van het voorgedroogde gras (2e snede) op het moment dat de pakken gevoederd werden. In het Molsbroek werden stalen van het verse gras genomen, vlak voordat de runderen eind mei tot de begrazingsblok toegelaten werden. Er werden monsters genomen op drie locaties met verschillende types vegetatie. De monsters werden door ILVO chemisch geanalyseerd voor verschillende nutritionele parameters en daarnaast ook op hun inhoud van een aantal mineralen en sporenelementen.

Bij het maaien en hooien werden stalen genomen van de graslanden en vervolgens door ILVO onderzocht op hun voederwaarde.
Bij het maaien en hooien werden stalen genomen van de graslanden en vervolgens door ILVO onderzocht op hun voederwaarde. - Foto: ILVO

Opbrengst en voederwaarde

De opbrengsten van de onderzochte percelen waren zeer wisselend (tabel 1), gaande van amper 2 ton droge stof (DS) per ha tot meer dan 7 ton DS per ha. Ondanks de droogte van 2018 brachten de percelen die zowel in 2016 als in 2018 onderzocht werden evenveel of zelf meer op in 2018 dan in 2016 (figuur 1).

GRAS_TABEL

Figuur 1: Opbrengst van 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2016 en 2018 (eerste snede in blauw, tweede snede in geel, totaal in groen).
Figuur 1: Opbrengst van 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2016 en 2018 (eerste snede in blauw, tweede snede in geel, totaal in groen).

De opbrengst van de eerste snede, gemaaid na 15 juni, was ook altijd beduidend hoger dan de opbrengst van de tweede snede, gemaaid in september. Qua voederwaarde (voedereenheid melk (VEM), ruw eiwit (RE) en darmverteerbaar eiwit (DVE)) was de tweede snede echter altijd beter dan de eerste snede (tabel 1, figuur 2).

Figuur 2A: VEM van vers gras en hooi voor 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2018. 1SN: 1
e
 snede na 15 juni 2018, 2SN: 2
e
 snede in september 2018
Figuur 2A: VEM van vers gras en hooi voor 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2018. 1SN: 1 e snede na 15 juni 2018, 2SN: 2 e snede in september 2018

Figuur 2B: Ruw Eiwit gehalte van vers gras en hooi voor 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2018. 1SN: 1 e  snede na 15 juni 2018, 2SN: 2 e  snede in september 2018
Figuur 2B: Ruw Eiwit gehalte van vers gras en hooi voor 2 percelen dotterbloemgrasland in de regio Berlare/Zele in 2018. 1SN: 1 e snede na 15 juni 2018, 2SN: 2 e snede in september 2018

De energiegehaltes van de eerste snede schommelden rond de 600-700 VEM per kg DS en voor de tweede snede net boven de 800 VEM per kg DS. Ook de eiwitgehaltes waren zeer wisselend, met snedes die nog 16% RE per kg DS in het vers gras haalden tot snedes met amper 6% RE. De eerste snede werd doorgaans gehooid, terwijl het gras van de tweede snede werd voorgedroogd en in balen verpakt werd. Opvallend was dat de voederwaarde van het gehooide gras weinig veranderd was, terwijl de voordroog in pakken van de tweede snede op het moment van voederen in december 2018 toch vrij veel van zijn energie- en eiwitwaarde verloren was. De cijfers van deze beperkte steekproef stemmen overeen met wat in de literatuur teruggevonden wordt voor dottergraslanden en glanshaverhooilanden.

Mineralen en sporenelementen

In Nederlands onderzoek (brochure ‘Kruidenrijk grasland, goed voor koe, boer en biodiversiteit’, uitgegeven door WUR, Rob Geerts) wordt melding gemaakt van de hogere opname van natuurgras door de aanwezigheid van smakelijk reukgras en van gezondheidsbevorderende eigenschappen door hogere gehaltes aan bepaalde mineralen en sporenelementen zoals calcium, magnesium, kobalt, koper en zink. Deze hogere gehaltes werden echter teruggevonden in veldproeven waar kruidenmengsels ingezaaid werden in conventionele graslanden en niet in onderzoek van natuurlijke kruidenrijke graslanden. Onze onderzochte graslanden bevatten iets meer calcium dan conventioneel gras, maar de gehaltes van de andere onderzochte mineralen en sporenelementen lagen meestal beduidend lager dan de gehaltes van conventioneel grasland. Het gaat hier echter om een beperkte steekproef en uitgebreider onderzoek is zeker nodig.

Passend in het rantsoen

Op basis van de onderzoeksresultaten kan besloten worden dat de opbrengst en voederwaarde van kruidenrijke graslanden zeer variabel zijn in tijd, maar voornamelijk tussen percelen. Bovenvermeld Nederlands onderzoek maakt melding van een inmengpercentage tot 25 à 30% in het rantsoen van melkvee zonder productieverlies, voornamelijk door een hogere opname en een betere benutting van het structuurrijke voer. Eerder onderzoek bij ILVO bevestigt dat de opname van beheershooi door vaarzen en zoogkoeien 5 tot 13% hoger ligt dan hooi van conventioneel grasland. Dit is te verklaren door de smakelijkheid, het hogere gehalte aan wateroplosbare koolhydraten en stimulatie van de penswerking door het hoge gehalte aan ruwe celstof.

Toch lijkt het gezien de grote variatie in kwaliteit en voederwaarde veiliger om het gebruik van natuurgras voor productief melkvee te beperken tot 10% van het rantsoen als structuuraanbrenger, zonder dat verder al te grote aanpassingen aan het rantsoen moeten gebeuren. Voor droogstaande koeien, jongvee en zoogkoeien is een groter aandeel in het rantsoen wel mogelijk en kan het met een beperkte extra krachtvoergift de onderhoudsbehoefte dekken. Verder lijkt het kruidenrijke hooi een zeer waardevol en gegeerd ruwvoeder voor paarden.

Economische realiteit nodig

Op basis van de opbrengst en voederwaarde van de onderzochte percelen werd een kosten-batenanalyse uitgevoerd gebaseerd op de voederwaardeprijzen van januari 2019. De opbrengstwaarde van de drie gemaaide percelen schommelde tussen 809 en 1.170 euro per ha, wat minder dan de helft is van de opbrengstwaarde van conventioneel grasland (2.492 euro/ha). Wanneer daartegenover de kosten voor maaien, schudden, harken en persen geplaatst worden, blijkt de kostprijs in realiteit hoger te liggen dan de opbrengstwaarde. Enkel bij opbrengsten boven de 7 ton per ha blijkt het nog enigszins rendabel voor de veehouder.

Veehouders zijn zich niet altijd bewust van deze economische realiteit doordat eigen arbeid vaak niet in rekening gebracht wordt. Deze cijfers stemmen tot nadenken en nodigen uit tot een debat over de huidige vorm van beheersovereenkomsten, maar ook over subsidiesystemen en vergoedingen voor ecosysteemdiensten binnen het bredere kader van het nieuwe GLB.

Karen Goossens en Johan De Boever (ILVO), Jan Maertens (RLSD)

AgroMeatsNature is een operationele groep, onder leiding van ILVO en met de steun van de Vlaamse overheid en de Europese Unie.

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken