Startpagina Groenten

Preciezer groenten telen met sensoren

Langzaam maar zeker doen technieken voor precisielandbouw hun intrede in de Vlaamse land- en tuinbouw. Nu bemesten we percelen meestal nog uniform. We stellen echter zelfs op kleine percelen (< 1 ha) vaak een aanzienlijke variatie vast in de voedingstoestand en de gewasontwikkeling. In het project 'WikiLeeks: preciezer prei telen met precisielandbouw' willen we telers de meerwaarde tonen van een plaatsspecifieke bemesting.

Leestijd : 3 min

Met bodemscans, drone- en satellietbeelden, willen we perceelsspecifieke informatie verzamelen en analyseren. Dit moet toelaten om, samen met adviessystemen voor bemesting zoals het Duitse KNS op een meer onderbouwde manier teeltbeslissingen te nemen en gerichter te bemesten. Dit concept werken we specifiek uit in de preiteelt omwille van de nitraatproblematiek bij de teelt van late herfst- en winterprei.

Hoge nitraatstikstofresidu’s bij prei zijn gerelateerd aan een ruime bemesting om voldoende gewasontwikkeling te verzekeren, gecombineerd met het late planttijdstip (eind juni - begin augustus voor late herfst- en winterprei), een trage begingroei en een zwak en ondiep ontwikkeld wortelstelsel. Bovendien komt er in deze teeltperiode van nature veel stikstof ter beschikking door mineralisatie. Plaatsspecifiek bemesten op basis van de waargenomen gewasbehoefte zou de groei kunnen verzekeren, met een zo optimaal mogelijke input van meststoffen en het vermijden van stikstofuitspoeling.

Proef- en praktijkpercelen

Om plaatsspecifieke bemesting te kunnen inzetten in de praktijk, volgen we in het project verschillende proef- en praktijkpercelen op met bodemstalen en -scans, beeldinformatie en opbrengstmetingen. In 2019 worden op vier verschillende locaties (Inagro, ILVO, PCG en PSKW) proefpercelen intensief opgevolgd. Vanaf 2020 zullen we, verspreid over Vlaanderen, ook een tiental praktijkpercelen opvolgen. De verzamelde informatie wordt vervolgens aan de bestaande groei- en bodemmodellen gekoppeld om de gewasbehoefte aan stikstof te bepalen.

De actuele gewastoestand en -behoefte brengen we dan weer in kaart met behulp van gewassensoren gemonteerd op een tractor, drone of satelliet. Bij die techniek wordt het licht, gereflecteerd door een gewas, opgevangen voor verschillende golflengtes. Via vegetatie-indexen kunnen we dan een objectieve schatting maken van de bladkleur, de bodembedekking en de algemene gezondheid van het gewas. Omdat we de data tijdens het teeltseizoen verzamelen, kunnen we de bemesting reeds tijdens de teelt bijsturen.

Kennisplatform

De sensoren en technieken die we gebruiken, worden samen met alternatieve sensorsystemen geëvalueerd naar precisie, technische haalbaarheid en kostprijs. Deze kennis zal gebundeld worden in een kennisplatform rond precisietechnieken. Op dit kennisplatform kunnen Vlaamse landbouwers vanaf eind 2019 ook in interactie gaan met onderzoekers om informatie en advies in te winnen en om hindernissen te identificeren rond het gebruik van precisietechnologie.

Demonstratieproject

Het WikiLeeks-project bouwt verder op onderzoek waar Inagro al enkele jaren rond werkt. Zo bekeken we in het demonstratieproject ‘Precisielandbouw Teelten Openlucht’ (SMART-Crops) al de mogelijkheden van verschillende precisietechnieken in de preiteelt. Daarbij werd vooral aandacht besteed aan het nut van gewassensoren voor de plaatsspecifieke bijsturing van de bemesting tijdens het groeiseizoen. De resultaten van een bemestingsproef uit 2018 toonden aan dat het wel degelijk mogelijk is om bij te bemesten op basis van sensorbeelden (sensor gemonteerd op tractor), zonder significant verlies aan opbrengst.

Op de veldjes waar bemest werd volgens advies werd in totaal 172 kg/ha stikstof toegediend: 108 kg/ha net voor het planten op 17 juli 2018 en 64 kg/ha als bijbemesting op 26 september 2018. Dit advies werd opgesteld op basis van bodemanalyses. De stikstof werd hierbij steeds als minerale korrelmeststof breedwerpig toegediend.

Daarnaast waren er ook veldjes die op het moment van planten niet werden bemest en waar we het tijdstip van bijbemesten afstemden op basis van sensorbeelden. Uit deze beelden bleek dat op 27 november 2018, 19 december 2018 en 12 februari 2019 de beschikbare minerale stikstofvoorraad in de bodem niet meer voldoende was om te voldoen aan de gewasbehoefte. Op deze data werd dan ook 20 kg/ha stikstof bijbemest onder de vorm van bladvoeding. Deze toepassingen gebeurden met een veldspuit.

Uit de opbrengstgegevens bij oogst (20 maart 2019) bleek dat bemesten volgens advies niet leidde tot een significant hogere opbrengst dan driemaal bijbemesten met 20 kg/ha stikstof via bladvoeding. Bijbemesten met bladvoeding op beredeneerde tijdstippen, bepaald a.d.h.v. sensorbeelden, leidde tijdens het najaar van 2018 daartegen wel tot een opmerkelijk lager rest NO3-N gehalte in de bodem (22 kg/ha in de laag 0-60 cm) dan bemesten volgens advies (250 kg/ha in laag 0-60 cm).

Tim De Cuypere, Inagro

, namens projectpartners ILVO, KU Leuven, VITO, PCG en Proefstation voor de Groenteteelt. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen met co-financiering vanuit de sector.

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken