Startpagina Actueel

Houtverbruik neemt toe, maar ook bezorgdheden van de sector

In België heeft het bos een belangrijke economische functie. Nochtans staat de houtverwerkingsketen voor talrijke uitdagingen (massale uitvoer van stammen, aantastingen door schorskevers, schommelingen van prijzen…). Met de 20ste editie van Demo Forest in het kader van de Beurs van Libramont in het vooruitzicht, maken we de balans op met Eugène Bays van de Waalse Economische Dienst van het Bos.

Leestijd : 7 min

De houtverwerkingsketen is klein in Vlaanderen maar vormt een belangrijk onderdeel van vooral de Waalse economie. Begin 2019 telde men niet minder dan 7.990 ondernemingen die actief waren in de sector, tegenover 8.003 in 2017. “Het aantal ondernemingen in de keten is gestabiliseerd, maar de tewerkstelling vertoont toch een zekere afname”, zegt Eugène Bays, met de cijfers bij de hand.

Van 18.328 directe arbeidsplaatsen in 2017, zijn we nu gedaald naar 17.922 tewerkgestelden. Het aantal zelfstandigen in de sector is toegenomen tegenover twee jaar geleden, maar dat is niet voldoende om de afname van het aantal loontrekkenden te compenseren. “Die tendens is sedert 2013 merkbaar in alle sectoren van de industrie. De houtsector ontsnapt daar niet aan!”

Het verbruik van hout blijft enigszins stabiel en vertoont zelfs een lichte stijging in bepaalde sectoren, zoals de hierna weergegeven cijfers aangeven. Dat kan echter de moeilijkheden niet verbergen die de houtsector ondervindt.

Papierdeeg telt slechts één grote afnemer

De sector van het papierdeeg kent slechts één grote afnemer in Wallonië, namelijk Burgo Ardennes, gesitueerd in Virton. Deze firma neemt een stabiele hoeveelheid hout van loofbossen af van ongeveer 1,5 miljoen kubieke meter per jaar. Die hoeveelheid gaat volledig naar de productie van papierdeeg. “Deze stabiliteit vindt haar verklaring in het feit dat de fabriek, nadat ze haar productiecapaciteit heeft verhoogd, nu haar limieten heeft bereikt.”

De onderneming produceert niet alleen papierdeeg van loofhout, maar heeft eveneens papierdeeg van naaldhout nodig om papier te maken. Voor die aanvoer richt ze zich naar het buitenland.

Platen: zelfs naaldhout met schorskeveraantasting

De sector van de productie van MDF-platen kent eveneens slechts één afnemer in het zuiden van het land, met name Unilain Spanolux, gevestigd in Vielsalm. In tegenstelling met de hiervoor genoemde sector, verbruikt de plaatsector enkel hout van naaldbomen, namelijk ongeveer 508.000 kubieke meter per jaar, hoofdzakelijk onder vorm van rond hout of spanen van de zagerijen (gemalen hout afkomstig van het verspanen van hout dat niet voor de zagerij kan gebruikt worden). Ook hier ziet men een constant verbruik.

De spaanderplaatindustrie gebruikt gezond hout, maar is ook geïnteresseerd in hout van door schorskever aangetaste naaldbomen. “Die sector is een bevoorrechte afnemer van dit type van hout, want hij heeft niet uitsluitend gezonde stammen nodig. Vers door schorskever aangetast hout is perfect bruikbaar. Enkel het uitzicht is veranderd, maar de kwaliteit wordt er niet door aangetast. Het kan dus perfect omgevormd worden in spaanderplaten.”

Om dezelfde reden wordt een deel van het aangetaste hout ook gebruikt voor de productie van paletten door andere actoren van de sector (zie hierna).

De producenten van palen zijn bezorgd

De ondernemingen gespecialiseerd in de productie van steunpalen, omheiningspalen, … verwerken jaarlijks 300.000 kubieke meter klein rondhout van naaldbomen, waaronder de fijnsparren. Men merkt een toename van het verbruik omwille van de voorraden die voordien door de ondernemingen uit de sector werden aangelegd.

Deze bedrijven zijn echter bezorgd om hun toekomst indien de verkopen van gezonde fijnsparren worden beperkt (zie kaderstuk). “Deze ondernemingen vrezen dat men de dunningen, die hun voornaamste bevoorradingsbron zijn, zal laten staan ten voordele van het kappen van de door schorskever aangetaste bomen die voor hen geen enkel nut hebben”, aldus Bays.

Daar komt nog de concurrentie bij van de Oostbloklanden, maar ook deze van bamboe. De sector staat dus van verschillende kanten onder druk.

De export remt onze zagerijen van loofboomhout

De situatie van de Waalse zagerijen van loofboomhout is weinig geëvolueerd. Hun verbruik blijft schommelen rond de 80.000 kubieke meter, waarvan 55% eik. “Tot voor kort vertegenwoordigde deze laatste ongeveer 80% het volume dat naar de zagerijen ging. Een bedrijf heeft zich echter recent gelanceerd in het verzagen van populierenhout en verwerkt niet minder dan 15.000 kubieke meter. Dat verklaart de afname van het verbruik van eik.”

De evolutie van de sector roept tal van vraagtekens op. Het verwerkte volume zal de komende jaren wellicht dalen. “Tal van familiale zagerijen zullen waarschijnlijk hun deuren moeten sluiten omdat de eigenaars, die tussen 50 en 60 jaar oud zijn, geen opvolger hebben. Van het dertigtal zagerijen die werden geteld is ongeveer de helft met verdwijning bedreigd in de komende 20 jaar.”

Men merkt eveneens een gebrek aan investeringen en aan een visie op langere termijn. “Maar dat kan verklaard worden door de afwezigheid van een overnemer en door de moeilijkheden die de sector van het loofbomenhout ondervindt.”

De behoeften van de zagerijen zijn inderdaad beperkt, maar toch worden ze moeilijk ingevuld. De reden? De edele houtsoorten die in Wallonië worden verwerkt, zoals de eik en de beuk, zijn zeer gegeerd voor export tegen hoge prijzen naar Azië en in het bijzonder naar China. “De beuk heeft de titel van het meest geoogste loofboomhout in Wallonië, maar er wordt er bijna geen meer verzaagd in het gewest… De prijzen die betaald worden voor dat hout vormen een rem voor onze bedrijven”, zo betreurt Eugène Bays.

Schorskevers, geen rem voor de zagerijen naaldboomhout

De zagerijen van naaldboomhout verwerken ongeveer 2.227.000 kubieke meter per jaar, hoofdzakelijk fijnspar. Men merkt een zekere afname van het verzaagde volume, terwijl de capaciteit van het verwerkingsapparaat, dat sterk gemechaniseerd is, duidelijk groter is. “De vraag naar hout is hoger dan het aanbod. De ondernemingen verwerken lokaal geproduceerd hout, maar eveneens hout dat werd ingevoerd, onder meer uit Rusland, Noorwegen en de Baltische landen.

“Het aangekochte hout moet overeenstemmen met het gebruik dat ervan zal gemaakt worden. Men kan geen door schorskever aangetaste stammen gebruiken voor de productie van spantenhout. Maar ze kunnen wel gebruikt worden voor de productie van paletten.” Welnu, de aantastingen door schorskevers zijn verspreid over een belangrijk deel van Europa… Alle zagerijen produceren palettenhout en deze markt bereikt een verzadiging. Onze zagerijen kunnen dus slechts een beperkt volume door schorskever aangetast hout verwerken, op voorwaarde dat het vers is en snel wordt verwerkt.

“De aanplantingen met fijnsparren lopen terug. De aanwezigheid van schorskevers wijzigt het gebruik van de stammen of leidt tot de volledige vernietiging van de bomen…. De capaciteit van de zagerij van naaldhout in Wallonië zal dus de komende jaren niet toenemen.”

Producenten van pellets zijn belangrijke actoren

De producenten van pellets vormen een jonge sector in de houtverwerkingsketen. Deze industrie is tot stand gekomen begin van deze eeuw als gevolg van de inwerkingstelling van de elektriciteitscentrale van Awirs (Flémalle) die op biomassa werkt.

De productiecapaciteit is geleidelijk aan gegroeid om de jongste jaren stabiel te blijven. Op dit ogenblik verwerkt de sector 1.120.000 kubieke meter hout, hoofdzakelijk afkomstig van bijproducten van de naaldhoutverwerking (spanen uit de zagerijen, zaagsel, kapafval), tegenover 900.000 kubieke meter twee jaar geleden. “Enkele belangrijke producenten van pellets zijn eveneens belangrijke zagerijen van naaldhout. Deze diversificatie laat hen toe om op een snelle manier hun bijproducten te valoriseren.”

Het verwerkingsapparaat wordt niet op zijn volle capaciteit gebruikt. De totale productiecapaciteit van pellets in Wallonië wordt geraamd op 650.000 ton, waarvan 560.000 ton effectief worden geproduceerd. “De pelletproducenten produceren op dit ogenblik pellets voor huishoudelijk gebruik en niet voor de industrie”, aldus Bays. “De centrale van Awirs, en ook deze van Rodenhuize (nabij Gent) die in 2011 in dienst werd genomen, gebruiken pellets van buitenlandse oorsprong.”

3 miljoen ton brandhout

Het verbruik van hout voor warmteproductie bedraagt ongeveer 2,3 miljoen ton onder vorm van stammen, resten van de bosbouw, bijproducten, pellets en gerecycleerd hout (onder meer afkomstig uit recyclageparken). Daaraan moet nog 599.623 ton zwarte afvalloog toegevoegd worden. Dat is een bijproduct van de productie van papierdeeg dat, na behandeling, nog een belangrijke energiewaarde bezit.

“In totaal worden bijna 3 miljoen ton ‘houtproducten’ onder verschillende vormen gebruikt voor de productie van warmte. Men raamt dat twee derde daarvan afkomstig is uit Wallonië, alle vormen door elkaar. Het overige derde wordt ingevoerd. “De zwarte afvalloog van de papierindustrie wordt voor 90% beschouwd als ingevoerd, want het hout waarvan ze afkomstig is komt voor het grootste deel uit het buitenland.”

Hout voor de bouw: 11 % van de nieuwe woningen

Tot slot kan nog vermeld worden dat het aandeel van nieuwe woningen in houtskeletbouw stabiel is en ongeveer 10,9% uitmaakt van het totaal aantal nieuwe woningen. Het aandeel van renovaties, uitbreidingen en bouwen met hout ligt op 3,3% van dit type van bouwactiviteiten in ons land.

“Deze laatste statistiek is ruim onderschat als gevolg van het feit dat bij de steekproef enkel bedrijven die gespecialiseerd zijn in de houtskeletbouw in rekening worden gebracht. Nochtans wordt deze manier van bouwen ook toegepast door andere actoren (schrijnwerkers bijvoorbeeld) of door de eigenaars van de woningen zelf uitgevoerd.” Waarnemingen op het terrein laten vermoeden dat het aandeel van houtskeletbouw hoger kan liggen dan het aandeel dat de woningen innemen in het totaal van de nieuwe constructies. In Frankrijk raamt men zelfs dat 20% van de renovatiewerken, uitbreidingen of opbouwen in hout worden uitgevoerd.

“Voor dergelijke werken beschikt Wallonië over een enorm potentieel dat wordt gevaloriseerd of niet, afhankelijk van het feit of de werven worden aanvaard door de ondernemingen en de ambachtelijke bedrijven. Maar dat vindt men niet terug in de statistieken…”

Naar J.V.

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken