Startpagina Tuin

Ramblers: prachtige en krachtige klimrozen voor de grotere tuin

Rambling rose, why you ramble no one knows (Liaanroos, niemand weet waarom jij klimt...). De Amerikaanse singer-songwriter Nat King Cole wist het niet. Wij weten het wel, het zit namelijk in de genen. De wilde rozensoorten waaruit de ramblers of de liaanrozen ontstaan zijn, hadden de typisch rankende groeiwijze die zo kenmerkend is voor de ramblerrozen.

Leestijd : 5 min

I n de tuin is de grens tussen een klimroos en een rambler niet altijd eenvoudig te zien. In natuurlijke groeiomstandigheden, zonder snoei, zijn de twee groepen gemakkelijker te onderscheiden. Ramblers hebben een slappe groeiwijze, die zonder steun naar beneden zal kruipen, terwijl klimrozen stijve stengels hebben die bogen kunnen vormen en naar het licht groeien.

De Wichuriana ramblers

Rosa wichuraiana werd in 1861 door Dr. Max Wichura ontdekt in Japan. Het was een witte roos met een helder glanzend blad die er over de oever van een beek kroop. Samen met Rosa luciae, een rozensoort afkomstig uit China met lange, kruipende uitlopers, grotendeels bladhoudend en met zijn trossen kleine witte bloemen zeer sterk gelijkend (vermoedelijk dezelfde soort) op de vorige, zorgde deze roos voor een aantal van de mooiste tuin-ramblers.

Hiertoe werden bovenstaande wilde rozen gekruist met theerozen (een oude rozensoort gekenmerkt door hun zachte theegeur). Daardoor ontstonden een groot aantal ramblers met, afhankelijk van de kruising, verschillende groeiwijzen en vaak opmerkelijk grote, geurende bloemen. Rosa May Queen is een rijkbloeiende rambler met massa's middelgrote dieproze bloemen, die zich lijken te nestelen tegen hun loofrijke achtergrond.

Ondanks haar sierlijke uiterlijk is deze roos krachtig en winterhard. De vele twijgen en hangende groeiwijze maken haar geschikt voor allerlei toepassingen zoals het begroeien van pergola's en prieeltjes. Rosa Albéric Barbier wordt vooral zeer gewaardeerd voor haar lange, rankende takken waardoor de roos gemakkelijk in de lengte langs een lage muur of hek is te leiden. De bloemen zijn geel in de knop om te verbleken naar roomwit bij het ontluiken en verspreiden een zoete, milde geur.

Rosa Albertine is een topper voor de cottage tuin. De jonge knoppen zijn koperkleurig roze en bij het opengaan zijn de bloemen dieproze met een sterke geur. De takken zijn vrij buigzaam waardoor de roos zich gemakkelijk laat leiden. Deze roos doet het ook goed op minder ideale en koudere standplaatsen. Een andere roos die zichtbaar afstamt van de Wichuriana is Rosa Dorothy Perkins met fraaie, eerder kleine hardroze rozetbloemen die ook zeer geschikt is als bodembedekker of als treurroos op stam. Andere ramblers die geschikt zijn als bodembedekker of treurvorm op stam zijn Rosa Sander's White Rambler , een sterke en heerlijk geurende witte trosroos en de eveneens witte, laatbloeiende Rosa Crimson shower .

Doorbloeiende ramblers

Ramblers bloeien van nature slechts 1 maal per jaar, zij het dan wel zeer overvloedig. Door ramblers te kruisen met doorbloeiende rozen is men er in geslaagd doorbloeiende ramblers te ontwikkelen waarbij de plant vaak aan groeikracht inboet en waardoor het overgrote deel van deze ramblers niet hoger wordt dan 2,5 m. Dat maakt deze ramblers bijzonder geschikt voor gebruik in kleinere tuinen.

Rosa New Dawn is eigenlijk een doorbloeiende Wichuriana rambler die reeds in 1930 op de markt kwam. Het was de allereerste plant die werd uitgebracht onder bescherming van de (Amerikaanse) patentwetgeving met plantpatent nr. 1. New Dawn ontstond als natuurlijke mutant van Rosa Dr. van Fleet, een wit-roze bloeiende rambler met fraai gevormde bloemen en een zachte, fruitige geur. Toevallig werd tussen een aantal onverkochte planten van Dr. Van Fleet een exemplaar gevonden die stond te bloeien in september. De eerste doorbloeiende rambler, New Dawn, was geboren en werd tot op de dag van vandaag een wereldwijd succes. I

n tegenstelling tot de andere doorbloeiende ramblers is deze wel zeer groeikrachtig (tot 6 m) en vraagt enig snoeiwerk (verwijderen van de uitgebloeide bloemen en de niet- bloeiende waterscheuten) om de bloei gedurende het hele groeiseizoen aan de gang te houden. Andere goed doorbloeiende, minder groeikrachtige ramblers zijn o.a. Rosa Billy Crick met enkelvoudige, roze bloemen met een wit hart en een fijne geur, Rosa Phyllis Bide een rijkbloeiende struik met halfgevulde, bleekgele bloemetjes met tinten van roze en oranje en Rosa White Wedding met enkelvoudige witte bloemetjes. Bij doorbloeiende ramblers die bottels vormen worden de uitgebloeide bloemetjes best verwijderd om de bloei zo rijk mogelijk te houden.

Snoei en onderhoud

van liaanrozen

De belangrijkste tip bij de aankoop en het aanplanten van een liaanroos is om de juiste (groeikracht, gezondheid) roos te kiezen voor de juiste plaats (schaduw, rozenboog, zuil, boomklimmer). Afhankelijk van hun toepassing is er meer of minder snoei nodig. Ramblers groeien en bloeien perfect zonder snoei, een rozenliefhebber omschreef ze ooit als volgt: “Ondoordringbaar, onsnoeibaar maar overweldigend”. Voor de meeste tuintoepassingen zal een min of meer regelmatige snoei toch wel nodig zijn. In het eerste groeijaar produceren ramblers stammen zonder bloem, die men het best gewoon laat uitgroeien zonder te snoeien. Deze stammen moeten geleid worden op het te begroeien object en zullen de zomer daarna over hun gehele lengte zijtakjes met bloemen dragen.

Deze zijtakjes worden in het daaropvolgende voorjaar tot op 3 à 4 ogen teruggesnoeid. In het voorjaar ontstaan telkens lange, groeikrachtige scheuten die niet bloeien, de zogenaamde vegetatieve stengels, die kunnen geleid worden om de struik zijn definitieve vorm te geven. Eens de jonge struik gevormd is, loopt de snoei gelijk met die van de eenmalig bloeiende oude struikrozen. Dit houdt in dat de vegetatieve stengels bij het begin van de bloei worden teruggeknipt (spaar eventueel enkele lange scheuten om ze in de winter op te binden en kale plekken op te vullen) binnen de normale groeivorm van de roos, in het najaar worden alle jonge scheuten teruggesnoeid tot op enkele ogen, dit dient niet per se takje per takje te gebeuren maar kan gerust met de haagschaar uitgevoerd worden.

In het vroege voorjaar, nog voor de plant weer in leven komt, kan men dood hout wegsnoeien, hier en daar wat oud hout wegsnoeien om verjonging te stimuleren en wat langere scheuten aanbinden.

Meer hebben deze prachtige tuinplanten niet nodig om ons jaar na jaar te laten genieten van hun visuele en aromatische kwaliteiten en de tuin ook voor de dierlijke tuinbewoners (zangvogels, vlinders, bijen en andere insecten...) een stukje aangenamer te maken.

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken