Startpagina PotatoEurope

PotatoEurope, een internationale beurs in het hart van de Belgische aardappelsector

Dat PotatoEurope (4 en 5 september in Kain) blijft groeien, wordt aangetoond doordat er bijna 20% meer exposanten zijn uit 17 verschillende landen. Omgeven door talrijke aardappelverwerkende bedrijven en in de gemeente met het grootste aardappelareaal in België, kunnen we stellen dat de beurs doorgaat in het hart van de Belgische aardappelsector.

Leestijd : 8 min

Dat de Belgische aardappelhandel en verwerking sterke groeicijfers kunnen voorleggen, is een open deur intrappen. Zo werd in 2018 de kaap van de 5 miljoen ton verwerkte aardappelen overschreden. In 1990 werd zo’n 500.000 ton aardappelen verwerkt tot frieten, pureeproducten, chips of vlokken en granulaten. 28 jaar later kan de sector een stijging met 1.000 % voorleggen. België is de grootste exporteur ter wereld van diepvriesaardappelproducten geworden en er wordt geleverd in meer dan 150 landen. In de buurt van Doornik vinden we dan ook de verwerkende of exporteren bedrijven zoals Lutosa, Mydibel, Roger & Roger, Agristo, Ecofrost, Clarebout, Pinguin, d’Arta en Westfro, terug.

Het clustereffect

Dat deze regio is uitgegroeid tot het wereldwijde centrum voor diepvriesproducten en (diepvries-)aardappelproducten in het bijzonder, kunnen we herleiden tot goede basisomstandigheden aangevuld met ondernemerschap en een clustereffect. Aller-eerst kent de regio goede klimatologische, bodemtechnische en agro-economische omstandigheden om aardappelen en groenten te telen. Hierbij komt dat de vlasnijverheid in de regio vanaf midden jaren 50 van de vorige eeuw op zoek ging naar nieuwe opportuniteiten door de crisis in de vlasindustrie.

Door hun ondernemerschap her-oriënteerden een aantal industriëlen hun bedrijf naar afgeleiden van de vlasindustrie zoals spaanplaat, tapijt, of meubelbekleding. De landbouwers van hun kant vervingen de vlasteelt en andere nijverheidsteelten door intensieve groenteteelt en champignonkweek. Midden jaren 60 waagden dan ook de eerste West-Vlaamse ondernemers zich op de diepvriesgroentemarkt.

Geïnspireerd door het succes werden zij enkele jaren later gevolgd door andere ondernemers, al dan niet met familiale banden. Op dat moment begint het vliegwiel van het clustereffect te spelen en gaat de sector groeien. Eén van de drijvers achter het effect, is in feite niets anders dan de menselijke neiging om beter of groter te zijn dan de buurman. Zo tillen de nabije concurrenten elkaar naar een hoger niveau. Deze neiging om ‘het beter te doen dan de buurman’, is ook aanwezig bij hun leveranciers of klanten, en zij zullen samen met hun afnemers groeien.

Daarenboven hebben de leveranciers die in deze regio (toevallig al) gevestigd zijn, natuurlijk meer afzetmogelijkheden in de onmiddellijke omgeving en dus ook meer kansen om te groeien en nieuwe diensten te ontwikkelen. Die komen hun afnemers dan weer ten goede. Verder is er ook een netwerkeffect dat er voor zorgt dat de bedrijven onderling sneller contacten kunnen leggen. Ook de rol van de overheid of vakorganisaties die deze ontwikkelingen ondersteunen door bijvoorbeeld onderzoekcentra op te richten, vormingen te organiseren of verkoopskanalen kunnen stroomlijnen, is hierin niet onbelangrijk. Eenmaal de regio zich begint te ontwikkelen als een cluster, trekt het ook bedrijven, werknemers en investeerders aan die kansen zien in de ontwikkeling van de sector en zich willen vestigen in de regio.

Deze spiraal van kennis, contacten, ondernemerschap en nabijheid versterkt alle bedrijven in de regio en zorgt ervoor dat de ontwikkeling van de sector sneller gaat in die regio. Ander voorbeelden van clusters zijn bijvoorbeeld de hightechbedrijven in Silicon Valley in San Francisco, de filmindustrie in Hollywood, de auto-industrie in Detroit of de bloembollenteelt in de ‘bollenstreek’ in Nederland.

Machinetoelevering

Gegeven dit clustereffect, is het dan ook niet toevallig dat er naast de verwerkende industrie ook heel wat landbouwmachineconstructeurs gevestigd zijn in de regio. Zo zijn bevinden zich de twee gekende full-liners in landbouwmachines voor de teelt van aardappelen, AVR en Dewulf, zich nog op geen 5 km van elkaar in Roeselare, waar ook Grimme Belgium sinds kort gevestigd is. Ook de spuittoestelfabrikanten Beyne en Delvano kunnen we in de regio terugvinden. Verder zijn er nog fabrikanten van landbouwkarren en grondbewerkingmachines.

In met name West-Vlaanderen zijn een hele serie grote fabrikanten van aardappelmachines te vinden, zoals AVR, Dewulf en Grimme Belgium.
In met name West-Vlaanderen zijn een hele serie grote fabrikanten van aardappelmachines te vinden, zoals AVR, Dewulf en Grimme Belgium. - Foto: Potato Europe

Wat de verkoop van deze landbouwmachines in België betreft, kunnen we stellen dat ze de algemene tendens in België volgen. In aantallen worden minder machines gekocht door een steeds kleiner wordende groep landbouwers, maar de verkochte machines hebben wel meer capaciteit en meer mogelijkheden. Zodoende kan er meer met minder gedaan worden en kan men toch de capaciteit verhogen. Dit zien we duidelijk terug bij de aardappelrooiers (tabel 1). Waar in 2011 het leeuwenaandeel verkochte rooiers nog getrokken aardappelrooiers waren, heeft sinds een aantal jaren de zelfrijdende 4-rijige rooier het meeste verkoopsucces.

POTATO1

België: één voor alle, alle (aardappelen) voor België

De spectaculaire groei van de verwerking van aardappelen kan natuurlijk niet alleen vanuit België alleen komen. Zo zien we waar dat in 2009 België nog 673.940 ton consumptieaardappelen uit Frankrijk importeerde, dit in 2018 meer dan verdubbelde tot 1.422.554 ton. En ook vanuit buurland Duitsland steeg de export naar België van consumptieaardappelen van 186.453 ton tot 519.540 ton. Voor Nederland zien we ook een toename van import naar België met 30% tot 389.639 ton, maar vooral een stijging van de export van België naar Nederland met 84% tot 660.708 ton in 2018. Handel, aankoop voor export via de havens en verwerking is de verklaring hiervoor.

In het totaal steeg de export van Belgische consumptieaardappelen van 700.086 ton in 2009 met 25% tot 873. 704 ton in 2018, maar kende de Belgisch import in zowel relatieve als absolute cijfers een explosieve groei en verdubbelde bijna van 1.242.075 ton in 2009 naar 2.417.030 ton in 2018. Het saldo van de handelsbalans in consumptieaardappelen liep zo op van -541.989 ton in 2009 tot -1.543.326 ton in 2018.

Productie in België

Het areaal aardappelen in België steeg gedurende de laatste 10 jaar met 28% van 72.723 hectaren in 2009 naar 93.331 hectaren in 2018 (tabel 5). De provincies West-Vlaanderen (26%), Henegouwen (23%) en Oost-Vlaanderen (13%) benemen samen bijna twee derde van het totale areaal van aardappelen. Op regionaal vlak zijn de arrondissementen Nijvel (7.402 ha), Ieper (6.194 ha), Doornik (5.223 ha), Namen (4.851 ha) en Aat (3.639 ha) de koplopers (tabel 2).

POTATO2

Zoals gezegd voert Doornik de rangschikking ook aan op gemeentelijk vlak (tabel 3). Het is niet onlogisch dat Doornik de rangschikking aanvoert. Het is qua oppervlakte de grootste gemeente in Belgie, en met 16,46% van bouwland dat wordt ingenomen door aardappelen scoort het ook meer dan gemiddeld. De top van de aardappelproducerende gemeentes wordt vervolledigd door Poperinge (1.644 ha), Ieper (1.507 ha), Heuvelland (1.197 ha) en Aat (1.166 ha).

POTATO3

Aangezien in België bijna 90% van het areaal is voorzien voor bewaaraardappelen, is dit ook de top 5 van de gemeentes met het meeste areaal aan bewaaraardappelen. De productie in België volgt ook de klimatologische en grondgebonden omstandigheden. Waar in het zuiden van West-Vlaanderen het aandeel vroege aardappelen (net) geen 20% bedraagt van het totale aantal aardappelen, is dit in de provincie Luxemburg 1% . De gemeentes met het hoogste percentage bouwland dat in gebruik wordt genomen door aardappelen, Mesen (29,8%) en Ingelmunster (24%), liggen in een straal van 50 km rond Doornik.

POTATO4

Daling van areaal behalve in België, Nederland en Frankrijk

In het Europa van 28 lidstaten wordt er op 1,7 miljoen ha aardappelen geteeld. Dit komt overeen met 1,6% van de beschikbare en beteelbare landbouwgrond. In België (11%) en Nederland (16%) zijn de arealen gebruikt voor aardappelteelt een pak hoger. Op deze 1,7 miljoen ha werd er in 2018 52 miljoen ton aardappelen geoogst. Dit was 37% minder dan in 2000. Over het algemeen daalt het areaal aardappel in de EU.

Enkel België (zie eerder), Nederland en Frankrijk waren de laatste 10 jaar een uitzondering (tabel 5). In de buurlanden steeg vooral in Frankrijk het areaal aardappel van 159.315 ha in 2009 naar 200.000 ha (+26%) in 2018. Nederland kende een kleine stijging met 6% van 155.232 ha in 2009 naar 164 973 ha in 2018.

Duitsland blijft met 250.200 ha de grootste Europese producent, alhoewel het areaal met 5% daalde sinds de 263.700 ha in 2009. Ook het Verenigd Koninkrijk kende een daling van 3% naar 140.000 ha in 2018.

Desalniettemin groeide het gezamenlijke areaal in deze vijf landen wel met bijna 7% tussen 2009 en 2018. De voorlopige areaalcijfers voor 2019 geven aan dat het totale areaal in deze vijf landen verder stijgt met 2,4% ten opzichte van 2018.

POTATO5

In de buurlanden

Het Nederlandse areaal is met 164.973 ha anderhalve keer groter dan het Belgische areaal. De vier grootste aardappelproducerende provincies in Nederland, Drenthe (28.886 ha), Groningen (27.622 ha) Noord-Brabant (21.107 ha) en Zeeland (19.107 ha), vertegenwoordigen meer dan 50% van het totale areaal in Nederland. De acht andere provincies verdelen het resterende areaal. Enkel de kleine en stedelijk provincie Utrecht valt uit de toon met slechts 104 ha aardappelen.

Op regionaal niveau (tabel 6-7) zijn de vijf gemeentes met het grootste oppervlakte aardappelen de Noordoostpolder (9.831 ha), Emmen (7.428 ha), Borger-Odoorn (5.986 ha), Westerwolde (5.672 ha) en Hollands Kroon (5.132 ha). Hierbij worden er in de Noordoostpolder (7.313 ha) en Hollands Kroon (4.146 ha) vooral pootaardappelen geteeld. Daarentegen worden er in Emmen (5.682 ha), Borger-Odoorn (5.664 ha) en Westerwolde (5.202 ha) vooral zetmeelaardappelen geteeld.

POTATO6

POTATO7

Dat Noordoostpolder bovenaan staat in de lijst met het totale teeltoppervlakte aan aardappelen, is niet onverwacht. Enerzijds is het een grote gemeente met veel beschikbare landbouwoppervlakte en anderzijds is het de regio van oudsher de thuisbasis van veel bedrijven die actief zijn in de (pootgoed-)aardappelsector. Door hun aanwezigheid is het dan ook niet verwonderlijk dat deze gemeente bovenaan staat in de lijst met de gemeentes met het meeste pootaardappelen. Naast Noordoostpolder en Hollands Kroon heeft ook de gemeente Waadhoeke met 3.012 ha pootaardappelen een plaats aan de top. Wat consumptieaardappelen betreft, vinden we de gemeentes Goeree-Overflakkee (3.566 ha) en Dronte (2.432 ha) aan de top van deze lijst. En ook hier vinden we Noordoostpolder terug op de derde plaats met 2.434 ha.

In Duitsland wordt er op 250.200 ha aardappelen geteeld. Dat is 2,7 keer meer dan in België, maar Duitsland is ook meer dan 11 keer zo groot dan België. Het bondsgebied Nedersaksen is goed voor 45% van het areaal. Nummer 2 Beieren volgt op respectabele afstand met 16% van het areaal. De import van consumptieaardappelen uit Duitsland naar België is tussen 2009 en 2018 gestegen van 186.453 ton naar 519.540 ton. De totale productie in Duitsland bedraagt 8.747.600 ton (2018).

In Frankrijk zijn Nord-Pas-de-Calais (38%) en Picardië (25%) de regio’s met het grootste aardappelareaal. Het zijn niet toevallig de regio’s die nabij het zwaartepunt van de Belgische productie en verwerking van aardappelen liggen.

Vanuit het Verenigd Koninkrijk is de export wel gestegen van 5.063 ton in 2009 naar 28.695 ton in 2019, maar dat is in absolute cijfers en in vergelijking met de andere buurlanden dus te verwaarlozen.

Kleine bedrijfsarealen in Polen en Roemenië

Een andere belangrijke Europese producent is Polen. Alhoewel Polen het grootste aardappelareaal heeft van de Europese Unie, halen ze door minder opbrengsten en het feit dat er nog veel kleine producten actief zijn, nog niet de hoogste productie van Europa. Dit geldt ook voor Roemenië. Zo waren er in 2016 in de hele Europese Unie bijna 1,5 miljoen landbouwbedrijven die aardappelen kweken. Met 40% in Roemenië en 25% in Polen, zijn deze twee landen dus goed voor twee derde van de Europese producenten. Maar net 90% van alle Europese producenten heeft een areaal kleiner dan 1 ha. Die 90% van de producenten is dus maar goed voor 14,8% van het totale aardappelareaal in Europa. Zo heeft de gemiddelde Roemeense aardappelteler slechts 0,2 ha aardappel staan en zijn Pools collega maar 0,8 ha Tegelijkertijd zien we in deze landen wel een groep van zeer grote en professionele akkerbouwbedrijven zich verder ontwikkelen.

Aan de andere kant van het spectrum hadden in 2016 slechts 2,2% van de Europese aardappeltelers een areaal van meer dan 10 ha. Maar deze bedrijven hadden met 60,5% wel de meerderheid van de Europese teeltoppervlakte van aardappelen in handen. De Deense aardappelteler is met gemiddeld 26,1 ha de grootste binnen de EU. Zijn Nederlandse en Britse collega’s delen de tweede plaats met 16,5 ha.

Wereldhandel

Wat de export van verse aardappelen betreft, blijft Duitsland nipt Frankrijk voor. Op enige afstand staan ook België en Nederland dicht bij elkaar op de plaatsen 3 en 4. Egypte tenslotte staat op de vijfde plaats.

In de export van pootgoed staat Nederland ruimschoots aan kop met ongeveer vijf keer meer export dan eerste achtervolger Frankrijk.

In diepgevroren aardappelproducten is België de koploper voor Nederland en Canada. België is de laatste 10 jaar deze twee landen voorbijgegaan.

Gert Van Thillo, Fedagrim

 

Bronnen: VLAM, PotatoEurope, Statbel, Statline CBS, Belgapom, Rabobank, Eurostat, Het Virtuele Land

Lees ook in PotatoEurope

Aardappelteler René Mesken (NL): Vrijwel niemand gaat het redden om alles voor 1 oktober in de bewaarloods te hebben

PotatoEurope Als een echte Fries durft de Nederlandse akkerbouwer René Mesken van gebaande paden af te gaan. Hij verkocht 30 ha akkerbouwgrond om volledig zonder bankfinanciering te kunnen werken. De belangrijkste reden daarvoor is meer ‘vrijheid te kunnen voelen’. Een ander punt waarop hij afwijkt van de standaard, is dat hij vrijwel niets meer op contract doet wat zijn akkerbouwproducten betreft.
Meer artikelen bekijken