Startpagina PotatoEurope

Demoproject toont potentieel van precisielandbouw

Tractor- en landbouwmachineproducent CaseIH/Steyr pakt tijdens PotatoEurope in Kain uit met een uitgebreid demoproject over precisielandbouw. Dit in samenwerking met Inagro en het landbouwbedrijf Witdouck. Tjörven Van de Velde, Marketing Manager Benelux, gaf ons meer duiding.

Leestijd : 7 min

CNHi, het overkoepelende bedrijf boven CaseIH en Steyr, bracht eind 2018 vijf bestaande projecten omtrent precisielandbouw samen onder de naam AgXtend. “Tijdens de voorafgaande periode aan PotatoEurope hebben we hier diverse technieken van ingezet op de aardappelpercelen in Kain”, vertelt Tjörven Van de Velde. “Zo werden de bodemscanner SoilXplorer en de gewasscanner CropXplorer ingezet. Mogelijk zullen we ook de Xpower gebruiken bij de loofdoding.”

Tjörven Van de Velde toont de (kleine) verschillen in homogeniteit op het betreffende aardappelperceel.
Tjörven Van de Velde toont de (kleine) verschillen in homogeniteit op het betreffende aardappelperceel. - Foto: AV

Net als bij de voorgaande editie zorgen CaseIH en Steyr ook voor al het transport tijdens PotatoEurope. “We zetten een dertigtal tractoren in, onder meer onze kleinste traploze tractormodellen, nu dus al vanaf 100 pk. Bezoekers zullen de nieuwe Case IH Vestrum en de Steyr Expert aan het werk zien.”

Herhaling van editie 2017

Het precisielandbouwverhaal van CaseIH en Steyr in de aardappelteelt startte eigenlijk al twee jaar geleden, in 2017. “Tijdens PotatoEurope in Nederland wilden we op een aardappelperceel de verschillen tussen precisielandbouw en niet-precisielandbouw tonen. Toen betekende precisielandbouw voor ons enkel de technieken en data die wij zelf konden aanreiken. Op basis daarvan wilden we aantonen dat precisielandbouw wél werkt. In de media was er toen immers nog twijfel over de rendabiliteit van bijvoorbeeld sectie-aansturing, variabel planten en variabel bemesten…

Deze opzet wilden we bij de editie in België herhalen. Het is voor onszelf zowel als voor onze dealers immers belangrijk om te bekijken hoe precisielandbouw in de praktijk werkt. We krijgen namelijk heel wat technieken aangeboden en we willen die ook leren kennen. Dat lukt het best met een praktijkvoorbeeld.”

Opvolging van de voorafgaande teelt

Omdat verschillende langetermijnaspecten een invloed hebben op een teelt moest het team vroeg genoeg starten met het onderzoek. Enkel opvolging van de uiteindelijke teelt is immers onvoldoende. “We startten al in 2018 met dronebeelden van de tarwe op het betreffende perceel. We bekeken of stand van het gewas normaal was en of er verschillen te bespeuren vielen. Bij de oogst deden we een opbrengstbepaling met de maaidorser.

In het najaar volgde een bodembewerking met meting van het brandstofverbruik en wielslip. De tractoren verzamelen sowieso deze canbus-data tijdens hun werkzaamheden. In 2017 gaf de wielslipkaart immers nuttige informatie over de bodemverschillen binnen het perceel. Kort nadien voerden we hier een eerste bodemscan uit met de SoilXplorer. Vervolgens deden we in november opnieuw een dronevlucht, deze keer boven de groenbemester.”

Variabel poten

Dit jaar gingen de metingen verder. “In februari registreerden we, bij het onderwerken van de groenbemester opnieuw de gegevens van het brandstofverbruik en de wielslip, en er volgde ook nog een tweede bodemscan. We gebruikten deze tweede bodemscan als referentie, maar eigenlijk gaven beide scans een gelijkaardig beeld.” Volgens Tjörven Van de Velde is één bodemscan van een perceel in de praktijk normaal wel voldoende. “De waterhuishouding kan een rol spelen in de data-output. Later in het najaar bevat de bodem in principe meer vocht. Maar omdat we een hele droge zomer hadden in 2018 leek het ons interessant om een extra scan uit te voeren om na te gaan of er tijdens de winter veel vocht was bijgekomen. De SoilXplorer werkt met elektromagnetische geleidbaarheid, hij stuurt namelijk een signaal uit op vier verschillende dieptes (max. 1,1 m). Het geeft dus een correcter beeld over de reële verschillen in structuur en vochtbalans in de bodem. De kaart levert echter een gelijkaardig beeld op over de structuur dan de eerste scan want een zwaardere bodem zal meer vocht bevatten dan lichtere grond. Het globale beeld blijft gelijk.”

Inagro formuleerde op basis van de tweede bodemscan een advies voor het variabel poten van de aardappelen.

Sensoren in het veld

De onderzoekers plaatste ook sensoren, namelijk een regensensor en de FarmXtend van Apps For Agri die op een meter hoog in het gewas de luchtvochtigheid meet. Op basis van die gegevens kan bijvoorbeeld beslist worden of er behandeld moet worden tegen de aardappelplaag. Voor dit perceel werd echter geen apart advies gegeven aan de landbouwer. Met een bodemsensor werd op verschillende dieptes de vochtbalans gemeten. Omdat op dit perceel niet beregend kon worden, werd ook deze informatie ook niet gebruikt in de praktijk.

Geen bijbemesting

Tussen mei en augustus werd de CropXplorer viermaal ingezet via montage op de spuitboom. Een andere manier is om deze scanner vooraan te monteren in combinatie met de meststofstrooier, dan kan je in real time de stikstoftoestand van het gewas meten. Op basis van die gegevens kan je direct variabel meststof toedienen (dit algoritme is samen met de Universiteit van Wageningen en een Duitse Universiteit ontwikkeld). Een tweede mogelijkheid is om bij elke phythophthorabestrijding de evolutie te meten door de scanner op de spuitmachine te plaatsen.

Op basis van de verschillende kaarten kan je dan beslissen om nog bij te bemesten of niet, zoals gebeurde in deze proef.

“We hadden de pech dat het Waalse onderzoekcentrum Carah onmiddellijk een hoge dosis meststoffen gaf op dit perceel, namelijk 90% van de maximale gift. We konden dus niet meer (variabel) bijbemesten. De sensoren gaven immers aan dat dit niet zinvol was.

Dit betekent dat we in dit precisielandbouwproject énkel variabel konden poten. Daarnaast hebben we wel de teeltopvolging met satellietbeelden. We hopen eind augustus nog variabele loofdoding te kunnen doen, maar omdat deze teelt voor directe consumptie is - dus eigenlijk zonder loofdoding - is deze stap jammer genoeg ook nog niet zeker. We kunnen tijdens de beurs aan het publiek weliswaar de kaart tonen waarop we ons zouden baseren om dit te doen. Het geeft dan de besparing weer die je kan realiseren met variabele loofdoding.

Ten slotte zal onderzoekscentrum PCA eind augustus staalnames doen op de plaatsen waar variabel werd gepoot om opbrengstbepalingen te doen.

Het zal dus geen échte vergelijking worden tussen precisielandbouw en niet-precisielandbouw zoals oorspronkelijk bedoeld, maar de effecten nagaan van variabel planten.”

Dronevluchten hoeven niet altijd

In de twee jaar die verstreken zijn sinds de vorige proeven tijdens PotatoEurope staken de onderzoekers natuurlijk al heel wat op over de diverse toepassingen binnen de precisielandbouw.

Van de Velde: “We zien een evolutie sinds 2017. We deden indertijd heel wat dronevluchten. Nu hebben we meerdere malen de CropXplorer ingezet. De sensoren op de tractor of op spuitmachine meten onmiddellijk. Ze geven een nog duidelijker beeld. Bij inzet van sensoren heb je ook geen ‘last’. Bij dronegebruik moet je immers een erkende piloot beschikbaar hebben, bijkomende administratie in orde maken en aan de regelgeving voldoen, zeker in de nabijheid van luchthavens.

Naast de informatie van de sensoren beschikken we ook wekelijks (of frequenter) over gratis satellietbeelden, ze geven bij goed weer een behoorlijke indicatie over je gewasstand. Dronebeelden leveren dan wel beelden met een betere kwaliteit, ze wegen niet op tegen de combinatie van SoilXplorer, CropXplorer en tractordata met satellietbeelden die voldoende is om bijvoorbeeld variabel te poten of te bemesten. Daarom hebben we tijdens deze proef ook niet meer gevlogen dan nodig, we beschikten over voldoende data. Zoals eerder aangehaald heb je soms ook data voor het grijpen zonder extra bewerkingen of kosten te doen, bijvoorbeeld met de wielslipkaart. Bovendien is er gelukkig ook nog het gezond boerenverstand, een landbouwer kent zijn percelen meestal wel goed.

Er werden ook (weer)sensoren in het veld geplaatst.
Er werden ook (weer)sensoren in het veld geplaatst. - Foto: CaseIH

We zien dus dat dronegebruik er een beetje uitgaat voor bepaalde toepassingen. Voor planttellingen of variabele ziektebestrijding heb je natuurlijk wel detailbeelden van de drone nodig.”

Potentieel van precisielandbouw aantonen

Tjörven Van de Velde toont onder meer de dronekaarten en opbrengstkaarten van de wintertarwe in het vorige seizoen. “De variatie aan kleuren betekent dat het betreffende perceel niet volledig homogeen is, maar de variaties zijn erg klein. We zien in de bodemscankaarten trouwens ook weinig verschil in de EC-waarden (geleidbaarheid) in de bovenste bodemlaag.

Naargelang deze data/kleuren werd op 18 april variabel gepoot met afstanden die varieerden tussen 28 en 36 cm. Als standaard plantafstand voor de gebruikte potermaat hanteert het bedrijf Witdouck 32 cm. Omdat er meer groeipotentieel is bij een hogere EC-waarde, werd in die zones iets dichter geplant - dit op advies van Inagro - in de zones met een lagere EC werd iets ruimer geplant. Doel is een homogener gewas te realiseren. Jammer genoeg konden we dus niet variabel bemesten. We zijn weliswaar benieuwd naar de opbrengstresultaten!”

Afhankelijk van de verzamelde data werd op 18 april variabel gepoot met afstanden die varieerden tussen 28 en 36 cm.
Afhankelijk van de verzamelde data werd op 18 april variabel gepoot met afstanden die varieerden tussen 28 en 36 cm. - Foto: CaseIH

Het onderzoeksteam wilde met deze proef in de praktijk aantonen dat precisielandbouw vandaag veel meer is dan gewoon recht rijden. “Precisielandbouw is een ruim pakket aan technieken en mogelijkheden waarmee je een economisch voordeel kan behalen, onder meer door minder input (pootgoed, gewasbescherming, bemesting…) te gebruiken en meer output (opbrengst) te realiseren. In een proef op een minder gekend en minder homogeen perceel kan je waarschijnlijk grotere verschillen aantonen bij inzet van precisielandbouwtechnieken.

Verder willen we natuurlijk ook onze kennis over precisielandbouw verder uitbouwen. Er valt duidelijk nog veel te leren. De vaststelling dat dronevluchten zeker niet altijd een meerwaarde opleveren en de beschikbaarheid en het nut van tractordata vind ik alvast opmerkelijke vaststellingen uit deze demoproef”, besluit Tjörven Van de Velde.

Anne Vandenbosch

Lees ook in PotatoEurope

Aardappelteler René Mesken (NL): Vrijwel niemand gaat het redden om alles voor 1 oktober in de bewaarloods te hebben

PotatoEurope Als een echte Fries durft de Nederlandse akkerbouwer René Mesken van gebaande paden af te gaan. Hij verkocht 30 ha akkerbouwgrond om volledig zonder bankfinanciering te kunnen werken. De belangrijkste reden daarvoor is meer ‘vrijheid te kunnen voelen’. Een ander punt waarop hij afwijkt van de standaard, is dat hij vrijwel niets meer op contract doet wat zijn akkerbouwproducten betreft.
Meer artikelen bekijken