Startpagina Granen

Rassenonderzoek wintertarwe 2019

In het Vlaams Gewest werden door het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen acht rassenproeven op wintertarwe aangelegd tijdens het seizoen 2018-2019.

Leestijd : 9 min

H et rassenonderzoek werd gerealiseerd door:

- de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving, Team voorlichting in samenwerking met Inagro vzw, afdeling akkerbouw, Rumbeke-Beitem (proefplaatsen: Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant en Geraardsbergen-Nieuwenhove, provincie Oost-Vlaanderen)

- Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem (proefplaatsen: Koksijde en Zuienkerke-Houtave in de kustpolder, en Zwevegem-Sint-Denijs, provincie West-Vlaanderen)

- Universiteit Gent, faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep plant en gewas en Hogeschool Gent, faculteit Natuur en Techniek, Gent (proefplaats Bottelare, provincie Oost-Vlaanderen)

- vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), Tongeren (proefplaats Tongeren-Koninksem, provincie Limburg)

- het Vrij Technisch Instituut, Land- en Tuinbouw, Poperinge (proefplaats Poperinge, provincie West-Vlaanderen). De opbrengstresultaten van deze proef werden niet weerhouden.

Een overzicht van de rassen in proef is weergegeven in tabel 1.

Het rassenonderzoek vond plaats onder praktijkomstandigheden. Er werd een standaard zaaizaadbehandeling toegepast.

De ziektebestrijding werd uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel. Op de meeste proefplaatsen was gele roest vroeg aanwezig en werd er een vroege bladbehandeling ingezet, wat resulteerde in twee bladbehandelingen en een aarbehandeling. Op de overige proefplaatsen werden twee fungicidebehandelingen (bladbehandeling en aarbehandeling) ingezet.

TARWE 1

Korrelopbrengst

Bij de rassenkeuze zijn, voor wat de korrelopbrengst betreft, volgende criteria belangrijk:

- de regelmatigheid van het ras over de diverse proefplaatsen binnen hetzelfde jaar

- en de regelmatigheid van het ras over de jaren.

Bij de rassenkeuze is het immers niet aangewezen zich enkel te laten leiden door de opbrengstcijfers van één jaar (zie tabellen 3 en 5). Om het opbrengstvermogen van een ras optimaal te evalueren is het noodzakelijk resultaten over meerdere proefjaren (bij voorkeur minstens drie proefjaren) te beschouwen. De opbrengstcijfers van één jaar zijn immers eigen aan de groei- en klimaatsomstandigheden van het betreffende jaar.

Gesteld kan worden dat het meerjarig gemiddelde van een ras des te betrouwbaarder is, naarmate de korrelopbrengst van het ras over de jaren stabieler is.

Bij de rassen waar slechts één jaar resultaten beschikbaar zijn, is de nodige omzichtigheid geboden bij de beoordeling.

Daarnaast dient er bij de rassenkeuze ook rekening gehouden te worden met onder andere legergevoeligheid, ziektegevoeligheid of andere eigenschappen.

Tevens is het belangrijk om, in functie van het uit te zaaien areaal wintertarwe, meerdere rassen te kiezen om aldus aan risicospreiding te doen. Resultaten uit het verleden leren trouwens dat het opbrengstpotentieel van rassen wisselend kan zijn in functie van het perceel en het jaar; soms zijn zowel de perceelsverschillen als de jaarverschillen zelfs zeer groot.

Eveneens wordt vastgesteld dat in functie van de vroegrijpheidsklasse (vroege tegenover late rassen) de resultaten wisselend kunnen zijn tussen de jaren. Hetzelfde wordt ook vastgesteld met de zaaidatum (vroege tegenover late zaai). Om dit te ondervangen is spreiding van de rassen in vroegrijpheid aan te bevelen en bij de zaai ook te spreiden in zaaidatum. Dit alles moet uiteraard ook bekeken worden met de mogelijkheden op perceelsniveau.

In de hiernavolgende tabellen is de korrelopbrengst per ras weergegeven in relatieve cijfers (procenten) ten aanzien van het gemiddeld resultaat van de getuigerassen. De gemiddelde opbrengst van een ras over de proefplaatsen is uiteraard betrouwbaarder naarmate het op een groter aantal proefplaatsen slaat en de korrelopbrengst over de proefplaatsen regelmatiger is.

Leem- en zandleemgebied

In tabellen 2 en 3 zijn de resultaten in detail weergegeven voor de korrelopbrenst in leem- en zandleemgebied.

Meer dan 5 % boven het gemiddelde in 2019

Campesino lag in 2019 voor het eerst in proef, maar haalde met 107,5 % een zeer goed resultaat.

Tot 5 % boven het gemiddelde in 2019

WPB Calgary lag voor de eerste keer in proef in 2019, met een resultaat van 104,5 %.

KWS Extase lag ook voor de eerste keer in proef in 2019, met een resultaat van 104,2 %.

Chevignon behaalde een goed resultaat over de twee jaar dat het in proef lag, namelijk 102,7 %.

Skyscraper behaalde in zijn eerste proefjaar 2019 een goed resultaat, met 104,0 %.

WPB Durand lag enkel in proef in 2019, en behaalde met 103,6 % een goed resultaat.

Ragnar lag ook voor de eerste keer in proef in 2019, met een resultaat van 103,3 %.

Gedser behaalde over de vijf jaar een goed resultaat met 103,6 %.

Johnson behaalde ook een goed resultaat over de laatste twee jaar, met 102,2 %.

Bennington ligt ook slechts twee jaar in proef en behaalde een goed resultaat, met 102,4 %.

Mentor behaalde met 102,1 % een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste vijf jaar.

Safari behaalde een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste twee jaar, met een gemiddelde van 101,4 %.

KWS Smart ligt sinds 2017 in proef en behaalt een gemiddelde tot goed resultaat over die drie jaar, namelijk 102,6 %.

Gleam ligt twee jaar in proef en haalt een gemiddeld tot goed resultaat, met 102,5 %.

Graham ligt al vier jaar in proef met een gemiddelde van 101,7 %. Over de laatste twee scoorde het gemiddeld. In 2017 en 2018 behaalde het echter een goed resultaat.

Tot 5 % onder het gemiddelde in 2019

RGT Sacramento is een ras dat al vier jaar jaar in proef ligt, met een gemid delde van 99,7 %. Het scoort nogal variërend in functie van het jaar: van 96,8% in 2016 tot 104,0% in 2017.

KWS Dorset behaalde een gemiddeld resultaat de drie jaar die het in proef lag, sinds 2017. Gemiddelde scoorde het 99,8 %.

KWS Kerrin scoorde 1,6 % onder het gemiddelde in 2019, maar men moet rekening houden dat het slechts één jaar in proef lag.

Amboise ligt twee jaar in proef en behaalde een gemiddeld resultaat met 99,7 %.

LG Initial scoorde 2,7% onder het gemiddelde in 2019, maar dit kwam slechts uit één jaar proefresultaten

Imposanto scoorde 3,1% onder het gemiddelde in 2019, maar ook dit ras werd enkel beproefd in 2019.

SY Loki behaalde in 2019, het eerste jaar dat het ras in proef lag, een score van 96,5 %

Anapolis ligt al vier jaar in proef, maar sloeg 2016 over. Over die vier jaar scoorde het 1,8 % onder het gemiddelde, met 98,2 %.

LG Mocca scoorde 3,7% onder het gemiddelde in 2019, maar dit is ook slechts het eerste jaar in proef.

Concret behaalde ook een resultaat onder het gemiddelde, 96,0 %, maar ook dit ras kent enkel resultaten uit 2019.

Sahara scoorde in 2019 5% onder het gemiddelde. In 2018 en 2017 behaalde het ras een gemiddeld resultaat, in 2016 ging het zelfs 6,9% boven het gemiddelde en in 2015 2,3% onder het gemiddelde.

TARWE 2

TARWE 3

Kustpolder

In tabellen 4 en 5 zijn de resultaten in detail weergegeven voor de korrelopbrenst in de kustpolder.

Tot 5 % boven het gemiddelde in 2019

Skyscraper behaalde een goed resultaat in 2019, namelijk 104,9 %, maar dit is ook het eerste jaar waarin het ras beproefd werd.

Johnson behaalde een goed tot zeer goed resultaat over de twee jaar, met een gemiddelde van 108,2 %.

Gleam behaalde ook een goed tot zeer goed resultaat over de twee jaar, met een gemiddelde van 112,4 %.

WPB Durand lag in 2019 voor de eerste keer in proef, met een goed resultaat van 103,3 %.

Bennington ligt twee jaar in proef, met een goed resultaat van 102,2 %.

Chevignon ligt ook twee jaar in proef, met twee sterk verschillende resultaten: 92,8% in 2018 tot 102,5% in 2019.

Ragnar behaalde in zijn eerste jaar proef in 2019 een goed resultaat van 102,5 %.

KWS Kerrin lag ook voor het eerste jaar in proef in 2019, ook met een goed resultaat van 102,1 %.

Gedser behaalde over de vijf jaar een gemiddelde van 101,0 %. Het kende een goed resultaat in 2019, 2017, 2016 en 2015; doch 6,6% onder het gemiddelde in 2018.

WPB Calgary behaalde een goed resultaat van 101,5 %, maar dit is slechts een resultaat van één proefjaar, 2019.

KWS Dorset behaalde over de laatste drie jaar een resultaat an 101,8 %. Het resultaat is variërend in functie van het jaar, van 98,0% in 2017 tot 106,3% in 2018.

Graham behaalde over de vier proefjaren een resultaat van 99,2 %. Het ras haalde een gemiddeld resultaat in 2019, maar een tegenvallend resultaat in 2018 (10,6% onder het gemiddelde). In 2017 en 2016 was het resultaat wel goed.

Mentor behaalde een gemiddeld resultaat over de laatste vijf jaar, namelijk 99,9 %, doch het resultaat is nogal variërend in functie van het jaar (van 94,9% in 2015 tot 106,7% in 2018.

SY Loki haalde zijn zijn eerste resultaat in 2019, en die was gemiddeld met 100,5 %.

Tot 5 % onder het gemiddelde in 2019

Imposanto lag voor de eerste keer in proef in 2019, en behaalde een gemiddeld resultaat van 99,6 %.

Campesino lag ook voor de eerste keer in proef in 2019, met evenzeer een gemiddeld resultaat van 99,4 %.

KWS Smart behaalde 1,5% onder het gemiddelde in 2019, doch goed tot zeer goed resultaat tijdens de voorgaande drie jaren (2018, 2017 en 2016). Gemiddelde score is 103,9 %.

Anapolis behaalde een gemiddeld tot goed resultaat over vier proefjaren (niet in proef in 2016), met een gemiddeld resultaat van 101,1 %. Enkel in 2019 scoorde het 1,7% onder het gemiddelde

Bergamo behaalde over de vijf jaar in proef een gemiddelde van 100,9 %. Het kende een goed resultaat in 2015 en 2016 en behaalde een gemiddeld resultaat in 2017. In 2018 scoorde het 2,3% onder het gemiddelde en in 2019 1,8% onder het gemiddelde

Safari ligt slechts twee jaar in proef, met een sterk variërend resultaat in elk jaar: van 97,7% in 2019 tot 112,6% in 2018.

KWS Extase scoorde het eerste jaar in proef (2019) 2,4% onder het gemiddelde.

Amboise ligt slechts twee jaar in proef, met een sterk variërend resultaat in elk jaar: van 97,2% in 2019 tot 111,1% in 2018.

LG Mocca scoorde 2,8% onder het gemiddelde in 2019, het resultaat van één jaar proefresultaten.

LG Initial lag ook voor de eerste keer in proef in 2019, behaalde een score van 96,8 %.

Sahara scoorde 1,5% onder het gemiddelde over de laatste vijf jaar, doch variërend resultaat naargelang het jaar

RGT Sacramento behaalde over de vier proefjaren een resultaat van 95,6 %. Echter, het resultaat varieert sterk in functie van het jaar: van 86,0% in 2018 tot 106,4% in 2017.

Meer dan 5% onder het gemiddelde in 2019

Concret behaalde na zijn eerste proefjaar een score van 94,0 %.

tab4

tab5

Aandachtspunten bij het uitzaaien van kwaliteitstarwe (maalderijtarwe)

Wanneer overwogen wordt kwaliteitstarwe uit te zaaien, dient deze keuze doordacht te gebeuren. Men moet zich vooraf vergewissen of er afzetmogelijkheden voorhanden zijn en of het gekozen afzetkanaal specifieke kwaliteitseisen stelt of specifieke rassen wenst.

Bovendien dient men het opbrengstpotentieel van het gekozen kwaliteitsras samen met de te verwachten verkoopprijs te evalueren en te vergelijken met het financieel inkomen dat kan bekomen worden met de klassieke tarwerassen. Let wel, de verkoopprijs van kwaliteitstarwe kan rasspecifiek zijn, daarenboven kan de prijs regionaal en/of in functie van het afzetkanaal sterk variëren.

Kwaliteitstarwe vraagt wel een aangepaste teelttechniek. Hierbij horen het toedienen van een stikstoffractie rond de bloei, een adequate groeiregulatie (bepaalde rassen zijn namelijk behoorlijk legergevoelig) en een afdoende ziektebestrijding (een goede aarbescherming is absoluut noodzakelijk, indien nodig dienen vooraf de bladziekten bestreden te worden).

Bladziekten

Er werd op vier bladziekten gescoord over verschillende periodes: meeldauw (witziekte) in 2017-2018, bladvlekken in 2015-2019, gele roest en bruine roest in 2016-2019. Meest gevoelig voor meeldauw zijn RGT Sacramento en Bergamo. Waakzaamheid is ook geboden bij de rassen Nemo, KWS Dorset, Porthus en Gedser. Als het op bladvlekken aankomt, zijn KWS Extase en WPB Calgary (beide rassen die in 2019 voor het eerst beproefd werden) en Safari minder gevoelig. Meest gevoelig zijn SY Loki, RGT Sacramento, Bergamo, Furlong en Cellule.

Minst gevoelig voor gele roest zijn KWS Extase, LG Initial, Concret en SY Loki (rassen die in 2019 voor het eerst beproefd werden). Ook Johnson behoort tot de minder gevoelige rassen. Meest gevoelig zijn vooral LG Mocca, Sahara, Nemo, Britannia, Furlong, Reflection en ook Popeye. Ook Ragnar en KWS Smart behoren tot de gevoeliger rassen. In 2015 bleek ook RGT Reform tot de gevoeligste rassen te behoren, dit was ook het geval voor Benchmark in 2016 en 2015. In regio’s waar gele roest in belangrijke mate voorkomt, is waakzaamheid ook geboden bij de rassen Amboise, Gleam en Gedser.

Minst gevoelig voor bruine roest is Safari. Meest gevoelige rassen zijn Gedser, Graham, Anapolis en KWS Salix; ook bij de gevoeligste rassen behoren Furlong en Cellule. Er wordt geadviseerd waakzaam te zijn bij Bennington.

Ten slotte valt op te merken dat de ziektegevoeligheid van de rassen kan wijzigen in de loop van de jaren.

En verder

Het hectolitergewicht van de wintertarwe bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 77,6 kg in 2019, tegenover 79,5 kg in 2018 en 77,9 kg in 2017. RGT Sacramento, Mentor, Campesino, Anapolis en KWS Extase kenden een hoog hectolitergewicht over de periode 2017-2019. Die was het laagst bij SY Loki.

Het duizendzadengewicht van de wintertarwe bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 48,6 g in 2019, tegenover 45,6 g in 2018 en 43,9 g in 2017. Gedser, KWS Extase, KWS Smart en Ragnar hadden over de laatste drie jaar de hoogste duizendzadengewichten. LG Initial, KWS Kerrin, KWS Dorset, SY Loki en Mentor kenden het laagste duizendzadengewicht.

Het vochtgehalte van de wintertarwe bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 14,5% in 2019, variërend tussen 14,1 % (bij Gleam) en 15,6 % (bij Safari). Het gemiddelde vochtgehalte in 2018 bedroeg 12,5% en in 2017 14,8%.

Strolengte werd gemeten na toepassen van groeiregulatoren. Het langste stro - over de drie laatste jaren bekeken - krijg je bij KWS Smart, Imposanto, KWS Dorset en LG Initial. Het korste stro krijg je bij de rassen Ragnar, Concret en Amboise. In 2019, 2018 en 2017 kwam er vrijwel geen legering voor in de rassenproeven.

In 2019 werd de vroegheid aarvorming niet bepaald, dit gebeurde wel in de drie voorgaande jaren.

Details van de resultaten van elk ras omtrent deze aspecten kan men bekijken in tabel 6.

TARWE 6-BIS

Medewerkers

D. Wittouck, K. Boone en J. Claeys (Inagro vzw);

F. Flusu, J.L. Lamont, A. Demeyere

(Departement Landbouw en Visserij);

V. Derycke, G. Haesaert

(Universiteit Gent);

M. Peumans, J. Bode, N. Luyx,

M. Carlens, S. Smets (vzw PIBO

Campus en het PIBO, Tongeren);

P. Vermeulen, S. Vandeputte

(VTI Poperinge)

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken