Startpagina Akkerbouw

Ruim helft akkerbouwpercelen heeft herstelbekalking nodig

Uit onderzoek van de Bodemkundige Dienst van België blijkt dat meer dan 50% van de Vlaamse akkerbouwpercelen een pH heeft lager dan de streefzone en een herstelbekalking nodig heeft. Akkerbouwpercelen in de Vlaamse Zandstreek hebben dan eerder een te hoge zuurtegraad.

Leestijd : 8 min

De Bodemkundige Dienst van België (BDB) neemt jaarlijks bodemstalen van percelen waar een standaardgrondontleding op uitgevoerd wordt voor het bijsturen van de pH, het gehalte organische stof en de plantbeschikbare voedingselementen fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium. De pH van de bodem speelt een cruciale rol in de beschikbaarheid van de voedingselementen, de werkzaamheid van de toegediende bemesting en de vrijstelling van stikstof door mineralisatie.

In dit artikel wordt op basis van de uitgevoerde standaardgrondontledingen door de Bodemkundige Dienst van België, in de periode 2015-2018, opgegeven hoe het gesteld is met de pH van de akkerbouwpercelen in Vlaanderen en of er nog bekalkt moet worden. Als de bodem te zuur is, wordt een bekalkingsadvies gegeven om de pH te verhogen. Als de pH te hoog is, zal het advies zijn de volgende jaren zeker geen kalk meer te strooien.

Meting van de zuurtegraad

De zuurtegraad wordt op de Bodemkundige Dienst gemeten in de “pH-robot” (zie foto), een toestel dat volledig geautomatiseerd werkt. Kaliumchloride (KCI) wordt automatisch toegevoegd aan het grondstaal. Vervolgens rust het staal een vast aantal uren in het toestel om een goede reactie te krijgen tussen de grond en de KCl. Na de rusttijd worden de stalen automatisch geroerd en uit de wachtkamers gehaald voor bepaling van de pH. Per 24 grondstalen wordt een onafhankelijk controlestaal gemeten en per 100 grondstalen worden nog bufferoplossingen gemeten van gekende pH. Deze controles zijn een onbetwistbare garantie voor een betrouwbare pH-meting.

Het toestel heeft een capaciteit van 2400 metingen op 24 uur, een performant systeem dus voor een nauwkeurige bepaling van de pH van de bodem. Indien de bodem te zuur is, wordt er een bekalkingsadvies opgesteld. Voor het opstellen van het bekalkingsadvies houdt de Bodemkundige Dienst van België rekening met de volgende elementen: de zuurtegraad van de bodem (pH-KCl), het organische-koolstofgehalte van de bodem, de grondsoort (textuurklasse), de kalkgevoeligheid van de teelt en de reeds toegediende bekalking, in de loop van het jaar voor staalname.

Als de pH van het perceel lager is dan de streefzone wordt een herstelbekalking geadviseerd om de pH terug binnen de streefzone te krijgen. Als de pH binnen de streefzone valt, wordt een onderhoudsbekalking gegeven om de pH binnen de streefzone te houden gedurende de volgende 3 jaren. Deze moet de natuurlijke verzuring van de bodem en de verzuring door het gebruik van zuurwerkende meststoffen compenseren.

50% akkerbouwpercelen onder streefzone

In dit artikel werden voor het opstellen van de statistieken, Vlaamse akkerbouwpercelen geselecteerd welke genomen werden in de periode 01/01/2015-31/12/2018. In tabel 1 wordt de procentuele verdeling van de bodemstalen voor de parameter pH-KCl weergegeven in zeven beoordelingsklassen. Er werd een onderscheid gemaakt tussen grondstalen afkomstig vanuit de verschillende landbouwstreken in Vlaanderen.

Uit tabel 1 blijkt dat meer dan 50% van de akkerbouwpercelen van Vlaanderen een pH heeft lager dan de streefzone en een herstelbekalking nodig heeft. Uit de statistieken zien we eveneens percelen in Vlaanderen welke een te hoge pH hebben en dit vooral bij de akkerbouwpercelen afkomstig van de Vlaamse Zandstreek. Op deze percelen is zeker geen bekalking nodig.

BODEM

pH niet in streefzone

Indien de pH boven de streefwaarde is zal kalk strooien meer kwaad dan goed doen. Bij een te hoge pH worden verschillende voedingselementen geblokkeerd. Bij de keuze van de meststoffen kan gekozen worden voor gebruik van zuurwerkende meststoffen. Indien er toch zou bekalkt worden op percelen met een te hoge pH, kost dit geld en het productiepotentiëel van het perceel daalt. Een perceel met een te hoge pH verzuren is moeilijker dan een te zuur perceel ontzuren.

Indien de pH lager is dan de streefzone, zal er een totale bekalking geadviseerd worden om de bovengrens van de pH-streefzone te bereiken. Voor een aantal teelten ligt de optimale pH lager dan de bovengrens van de streefzone en kunnen er bij bekalking kwaliteitsproblemen voor doen. Daarom wordt er bij de standaardgrondontleding van de Bodemkundige Dienst naast een globaal bekalkingsadvies, een bekalkingsadvies op teeltniveau gegeven, waarbij rekening gehouden wordt met de zuurgevoeligheid van de teelt. Indien een bekalkingsadvies gegeven wordt voor bij voorbeeld bieten of gerst, zal een kalkadvies gegeven worden om de bovengrens van de streefzone voor pH te bereiken. Er zijn akkerbouwteelten zoals bij voorbeeld maïs, waarbij de optimale productie bekomen wordt bij een lagere pH dan optimaal voor de teelt van bieten. Bij het opstellen van een kalkadvies voor de teelt van maïs, wordt een kalkadvies geformuleerd om de optimale pH voor de maïs te bereiken. Is de pH van het perceel binnen de streefzone, zal er specifiek voor de maïs geen kalk geadviseerd worden.

pH wel in streefzone

Voor teelten zoals bieten, gerst, groenten, … zal bij een pH binnen de streefzone, een lichte bekalking geadviseerd worden als onderhoudsbekalking om de bovengrens van de pH-streefzone te bereiken en er voor te zorgen dat de pH na 3 jaren nog steeds binnen de streefzone is. Voor teelten, met een pH optimum lager dan de streefzone (bij voorbeeld maïs), zal er geen onderhoudsbekalking geadviseerd worden, indien de pH binnen de streefzone is.

Wanneer bekalken?

Het beste tijdstip om te bekalken is in de zomer of in het najaar als het perceel vrij is. Bekalking stimuleert het bodemleven en bijgevolg ook de stikstofmineralisatie. Omwille van de vrees voor een hoger nitraatresidu stellen sommige akkerbouwers de bekalking uit. Ons inziens is dit geen goede redenering. Best wordt gezorgd voor een optimale pH zodat de benutting van de voedingselementen door de volggewassen op een hoger niveau komt te liggen. Door het inzaaien van een vanggewas na de bekalking kan men immers zorgen dat de vrijgekomen stikstof wordt vastgelegd in bladmassa. Indien de minerale stikstof in het vanggewas zit, zal het nitraatresidu van het perceel in het najaar lager zijn. Bij het toedienen van kalk op een te zuur perceel voor de winter zal de bodem reeds voor een deel ontzuurd worden voor de volgteelt.

Aandachtspunten bij bekalken

Dosis

Het is belangrijk niet blindelings te bekalken. Het toedienen van kalk is alleen nodig indien de pH te laag is. Volg het advies! Het bekalkingsadvies wordt uitgedrukt in zuurbindende waarde (zbw) per hectare. Om het kalkadvies om te rekenen naar kalk kan je het kalkadvies omrekenen via de BDB-rekenmee module op de website van de Bodemkundige Dienst (www.bdb.be/ BDB-rekenmee).

Kalk inwerken

Om een snelle werking van de kalk te hebben is het wenselijk de kalk zo goed mogelijk in te werken in de bodem. De grond kan pas ontzuren als deze in contact komt met de kalkdeeltjes. Bij een zware dosis kalk is het best de helft van de totale dosis kalk te strooien voor het ploegen en de overige helft na het ploegen inwerken.

Fijnheid van de kalksoort

De fijnheid van de kalksoort bepaalt voor een deel de snelheid van werking; hoe fijner de kalk, hoe sneller de werking. Indien er een kalk of een kalkhoudend product in grove brokken gestrooid wordt zal deze niet snel werken en ontstaat er een heterogene pH op het veld.

Calcium- en magnesiumgehalte van de kalk

Kalk bestaat hoofdzakelijk uit calciumcarbonaat met afhankelijk van de geologische oorsprong een bepaalde hoeveelheid magnesium onder de carbonaatvorm.

Kalk is naast pH regulerend element een belangrijke bron van calcium en magnesium. Calcium speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de plant van kieming tot de rijping. Het is een essentiëel bestanddeel van de celwanden. Op percelen waar de pH van de bodem binnen de streefzone is, zal zelden een absoluut tekort zijn aan calcium in de bodem. De opname van calcium wordt niet enkel bepaald door het calciumgehalte van de bodem, maar ook door het gehalte aan plantbeschikbare kalium, magnesium en natrium van de bodem. Deze kationen kunnen in overmaat, door antagonistische werking, de opname van calcium tegen werken.

Kalksoorten rijk aan magnesium hebben een magnesiumgehalte van meer dan 10 % MgO (of meer dan 21 % magnesiumcarbonaat). Indien het magnesiumgehalte van de bodem laag is kan men een kalksoort kiezen welke een hoog gehalte aan magnesium bevat om de reserve aan magnesium van de bodem te verbeteren op een economische manier. Men moet wel opletten bij het toepassen van magnesiumrijke kalk in geval van een zware herstelbekalking, zeker indien de bodem reeds een normale (of tamelijk hoge of hoge) reserve heeft aan magnesium.

Regelmatige verdeling

Een homogene toediening van de kalk op delen van het veld met vergelijkbare pH is noodzakelijk om te vermijden dat er plekken zijn in het perceel die overbekalkt worden en andere onderbekalkt.

Plaatsspecifieke bekalking

Indien de bekalking in het verleden niet homogeen toegepast werd of indien percelen met een verschillende historiek samengevoegd werden, kan heterogeniteit in pH ontstaan van éénzelfde veld, met onregelmatige groei van de gewassen tot gevolg. Om de heterogeniteit in pH van een perceel in kaart te brengen kan een VERIS SCAN van het perceel uitgevoerd worden welke de basis vormt om een plaatsspecifieke bekalking toe te passen, om het perceel terug homogeen te brengen op gebied van pH.

De Veris is een bodemscanner die tegelijkertijd 4 metingen doet. Tijdens het rijden wordt continu de elektrische geleidbaarheid van de bodem gemeten zowel in de bouwvoor als tot een diepte van 90 centimeter. Dit geeft een idee van de wateroplosbare nutriënten in de grond en de bodemtextuur. Een tweede meting is de pH van de grond. Dit gebeurt door om de 20 à 30 meter een bodemstaal automatisch tegen een pH-meter te drukken. Een spectrometer meet elke seconde het organische koolstofgehalte in een geul die ongeveer 5 cm diep getrokken wordt. Tenslotte wordt via GPS een hoogtekaart gemaakt van het terrein.

Om het toestel en de gegevens te kalibreren worden door de Bodemkundige Dienst van België manueel een aantal bodemstalen genomen op het terrein. Al deze gegevens samen worden door de Bodemkundige Dienst van België omgevormd tot bodemkaarten die in elk GPS-systeem kunnen ingelezen worden. Zo kan zeer plaats-specifiek de bodem gegeven worden wat hij nodig heeft. De Bodemkundige Dienst van België neemt stalen om de juiste pH-waarde van de bodem te bepalen, die kan gestuurd worden via bekalking. Wanneer er een te hoge of lage pH-waarde heerst in de bodem heeft dit nadelige gevolgen voor de plantengroei en bodemstructuur. Zo is er een slechte wortelgroei, wordt fosfor vast gelegd, is er slechte opneembaarheid van de nutriënten en een laag rendement van de meststoffen bij een lage pH.

Bij een te hoge pH treedt al snel mangaan-, ijzer en boorgebrek op of wordt fosfor vastgelegd. Uit proefveldonderzoek is gebleken dat verliezen al snel in tientallen procenten lopen wanneer de optimale pH-waarde afwijkt. Met de samengestelde bodemkaarten kan plaatsspecifiek gekalkt worden en zo de homogeniteit van het terrein geoptimaliseerd worden.

Mengen met meststoffen

Kalk wordt best niet gemengd met meststoffen welke fosfaten of sulfaten bevatten. Kalk mag niet rechtstreeks in contact komen met organisch mest. Kalk en drijfmest te samen onderwerken is niet ideaal. In dit geval wordt er een deel van de aanwezige fosfor van het mest vastgelegd onder vorm van calciumfosfaat. Eveneens gaat er een deel van de aanwezige stikstof vervluchtigen (ammoniak). Indien sulfaat-houdende meststoffen gestrooid werden (patentkali, kaliumsulfaat, magnesiumsulfaat, kieseriet,…) is het best de kalk niet rechtstreeks in contact te laten komen met deze meststoffen omwille van gipsvorming (calciumsulfaat). Het is best een grondbewerking tussen beide strooibeurten te doen of 4 weken tijd er tussen te laten.

Beste tijdstip voor staalname?

Een bodemstaal voor een standaardgrondontleding kan het ganse jaar door genomen worden. Wel moet er minstens een maand gewacht worden voor staalname na het toedienen van een bemesting of bekalking. Bij staalname in de zomer of in het najaar kan een te zuur perceel tijdig bekalkt worden om de bodem te ontzuren.

Stan Deckers

Voor staalname kan u afspreken met de staalnemer van de Bodemkundige Dienst of uw stalen aanvragen via onze website www.bdb.be of via info@bdb.be of telefonisch op 016/310922

Lees ook in Akkerbouw

BioForum vraagt schadefonds voor pesticidendrift

Akkerbouw Bioboeren ondervinden volgens BioForum heel wat financiële schade van pesticidengebruik waar ze zelf niet verantwoordelijk voor zijn. De sectororganisatie voor de biologische landbouw en voeding roept op om hiervoor een schadefonds op te richten.
Meer artikelen bekijken