Startpagina Economie

Milcobel in zwaar weer: “We beseffen dat het beter moet”

Onder de leden van Milcobel is onrust ontstaan. De melkprijs die Milcobel dit jaar betaalt, is onvoldoende, en de weidemelkpremie blijft achter op de concurrentie. De zuivelcoöperatie zag rond de zomer enkele van haar leden van de Raad van Bestuur vertrekken. CEO Peter Koopmans en de voorzitter van de Raad van Bestuur Dirk Ryckaert verklaren in een gesprek wat er mis ging in 2019, en hoe het bedrijf zich de komende jaren wil verbeteren.

Leestijd : 6 min

Volgens kritische leden functioneert de interne democratie niet langer en slaagt het bedrijf er maar niet in om een goede melkprijs te realiseren, dan wel als bedrijf voldoende winst te maken om die betere melkprijs in de toekomst te bewerkstelligen. Er worden vragen gesteld bij de verwelkoming van steeds meer liters melk.

Zeggenschap leden

Een deel van de onvrede dateert van circa 3 jaar geleden, toen de bestuursstructuur is gewijzigd. Milcobel werkt met 9 ledenkringen. Tot dan had elke kring een plaats in de Raad van Bestuur. Uiteindelijk werd dit aantal van 9 boerenbestuurders teruggebracht naar 7, aangevuld met 2 onafhankelijke bestuurders die specifieke kennis over het leiden van grote ondernemingen mee brengen. De 9 boerenbestuurders worden onderworpen aan een ‘assessment’ – een onderzoek naar geschiktheid.

Ryckaert zegt het sentiment van kringen die nu geen boerenbestuurder hebben, wel te begrijpen. “Maar we hebben bewust en democratisch gekozen voor een systeem met wat minder boerenbestuurders, om te komen tot een efficiënte en zorgvuldige besluitvorming.” De aanvulling van niet-boeren is volgens hem vanzelfsprekend. Je moet als leden ook weten wat je niet weet. “De externe bestuurders brengen hele specifieke kennis mee - op het vlak van financiën en bedrijfsmanagement - die landbouwers meestal niet hebben.”

Sinds de start met de nieuwe structuur zijn 3 van de 7 boerenbestuurders vertrokken. Eén vertrok omdat zijn bedrijf ophield te bestaan. De twee anderen vertrokken respectievelijk net voor en net na de zomer, vanwege onvrede over de gekozen koers van de onderneming. Ryckaert zegt dat een onwerkbare situatie was ontstaan. Hij ontkent dat de gewezen bestuurders uit waren op een revolutie binnen de organisatie. “Integendeel. De meeste boerenbestuurders wilden stappen zetten.”

Dat gebeurt dan ook. Enkele weken geleden is op initiatief van de Raad van Bestuur consultancy-bureau McKinsey ingeschakeld om de bedrijfsvoering door te lichten. Deze stap moet volgens Ryckaert helemaal niet begrepen worden als een motie van wantrouwen richting de directie. “Milcobel is een groot en complex bedrijf. Op een aantal terreinen hebben we onszelf verbeterd, maar het is goed om mensen met heel veel ervaring in de advisering van andere grote en complexe ondernemingen de hele organisatie door te laten nemen, op zoek naar verbeterpunten. Het management kan niet zijn aandacht op alles tegelijk concentreren. De blik van buiten helpt dan.”

Milcobel zet in op producten met meer toegevoegde waarde en die een stabielere melkprijs moeten garanderen.
Milcobel zet in op producten met meer toegevoegde waarde en die een stabielere melkprijs moeten garanderen. - Foto: JCB

Focus

op toegevoegde waarde

De koers wordt vandaag in belangrijke mate bepaald door Peter Koopmans, de CEO. Koopmans nam in april 2018 de rol van CEO over van Eddy de Mûelenaere, die met pensioen ging. Onder Koopmans werd ingezet op een nieuwe commerciële strategie. Milcobel heeft zich in het verleden gefocust op poeder en vet. Het was een Belgische specialiteit die lang goed werkte. Buurlanden Frankrijk en Nederland zetten in op verse producten waarmee je merken kunt bouwen en uiteindelijk een stabieler inkomen bereikt.

Het bedrijf focust haar energie nu op mozzarella, roomijs, consumentenkazen en kwaliteitspoeders. De activiteiten met babyvoeding, bakkerijmixen, rijstmelk, geitenmelk en melk voor katten gingen overboord. Recentelijk werd een Nederlandse kaasmaker die te weinig opleverde, verkocht. “Maar nog altijd zit de helft van onze omzet bij de poeders”, legt Koopmans uit. Nog eens 35% wordt gerealiseerd met industriële kazen. “We willen een verschuiving naar een productmix met meer toegevoegde waarde. Helaas is dat een proces van jaren.”

Milcobel realiseerde in 2018 een omzet van 1,26 miljard euro, wat fractioneel meer is dan een jaar eerder. De winst kwam uit op 2,2 miljoen euro. De winst lag daarmee een heel klein beetje hoger dan in 2017. Hoewel winstmaximalisatie voor een coöperatie geen doel op zich is, roept het bedrag de vraag bij leden op of Milcobel wel blijvend kan investeren in een structureel sterker bedrijf – die vooral meer melkgeld kan betalen. Het bedrijf drukt alvast niet de melkprijs om geld te vinden.

In plaats daarvan ging Milcobel de laatste 7 tot 8 jaar voor circa 350 miljoen euro aan leningen aan. De solvabiliteit - de verhouding eigen- en vreemd vermogen - daalde tot 25%. “Een absolute ondergrens”, geeft Koopmans toe. “30 tot 33% is waar we zouden moeten staan.” De gedane investeringen moeten nu gaan renderen, geeft Koopmans toe. “We beseffen dat het beter moet. Daarbij gaan we eerst de melkprijs naar een hoger niveau tillen, en daarna, als die op peil is, kunnen we pas nadenken over het reserveren van kapitaal.”

Melkaanvoer stijgt, melkprijs blijft achter

In totaal verwerkte de coöperatie in 2018 1,8 miljard liter melk, waarvan 1,6 miljard liter van leden afkomstig was. Dat is 67 miljoen liter meer dan een jaar eerder. De totale melkaanvoer is nu 50% gestegen ten opzichte van 5 jaar geleden. De melkprijs is ondertussen laag, geeft Koopmans toe. Milcobel zat in 2018 met een melkprijs van 32,48 euro per 100 liter net iets onder het gemiddelde van de Europese melkprijsvergelijking, waar het een jaar nog net bovengemiddeld scoorde.

In 2019 zit Milcobel achterin de middenmoot. Volgens de LTO Melkprijsvergelijking betaalde Milcobel in oktober 32,22 euro per 100 kg standaardmelk, bij 4,2% vet en 3,4% eiwit. Deze prijs geldt voor levering van 1 miljoen kg per jaar. Het gemiddelde van de grote zuivelbedrijven in de EU lag op 33,56 euro. De Nederlandse coöperatie FrieslandCampina betaalt 34,51 euro en ook de grote Franse melkbedrijven in de vergelijking tikken zelfs bijna de 35 euro aan.

Op de melkprijsvergelijking valt wel wat af te dingen. Zo zijn bedrijven op verschillende markten actief, zijn niet alle bedrijven in hetzelfde stadium van ontwikkeling en verschilt de productmix. Milcobel zelf vergelijkt zich bij voorkeur met Duitse zuivelbedrijven, en het Deense Arla. Milcobel en ook Laiteries des Ardennes (LDA) zitten doorgaans rond diens niveau. Maar LDA, hoofd-aandeelhouder van de verwerker Solarec, betaalt juist in 2019 een topprijs. “Pijnlijk maar wel verklaarbaar”, aldus Koopmans. Maar het is volgens hem geen bewijs dat de strategie niet klopt. Maar tactisch is men wel te kwetsbaar.

“Milcobel heeft de voorbije jaren ingezet op room in plaats van boter. De boterprijs leek structureel laag te blijven; intern maakten we wel eens de grap dat we de machines met botervet zouden moeten behandelen. Boter is als product echter weer populair geworden. Dit jaar is de roomprijs gekelderd, terwijl de boterprijs relatief veel beter op peil gebleven is. LDA is sterk in boter, wij in room. Het verschil liep op tot 500 euro per ton. Voor een bedrijf dat jaarlijks 1,6 miljard liter verwerkt, telt dat aan. Inmiddels is dat verschil weer kleiner, maar punt is dat we meer flexibiliteit nodig hebben. Daarom gaan we onze installaties aanpassen zodat we gemakkelijk kunnen switchen.”

Een tweede actie op korte termijn is een kostenbesparingsplan ‘Stretch’ genoemd. Het hele bedrijf is doorgelicht en waar geld wordt verspild, wordt dat gecorrigeerd. Daarbij geldt een belangrijke stelregel, aldus Ryckaert: er wordt alleen bespaard op zaken die de visie van Milcobel voor de middellange termijn niet schaden. Zo wordt geografische uitbreiding in Afrika - Milcobel is nu vooral actief in Senegal en Ivoorkust - even uitgesteld, en wordt het onderhoud gestroomlijnd.

Weiden

onvoldoende beloond

Een ander pijnpunt is weidemelk. Milcobel besloot in vergelijking tot de concurrenten pas heel laat om weidemelk te gaan betalen. De zuivelverwerker vindt dat wel duurzamer, maar stelt vast dat de meerkosten niet uit de markt gehaald kunnen worden. Circa 60% van de leveraars van Milcobel levert weidemelk. De forfaitaire premie van ruim 500 euro staat in schril contrast tegenover de premies die elders worden betaald. In Nederland ontvangt een gemiddeld bedrijf al vlug het tienvoudige.

Milcobel benadrukt hierbij dat ze alleen een bedrag toekent op basis van de extra kosten die het bedrijf maakt. De Nederlandse melkverwerkers zouden eerder een premie geven, als stimulans. “We kunnen nog altijd niet de meerkosten uit de markt halen”, benadrukt Ryckaert. “Maar wel een groter stuk en begrijpen dat het verschil te groot is. Het ligt nu op tafel.” Dat wil zeggen: de Raad van Bestuur ontwikkelt eerst in overleg met de directie een voorstel voor een aangepast betalingssysteem, dat vervolgens via de coöperatieraad bij de kringen terecht komt. “Dat duurt allemaal even, misschien ruim een halfjaar, maar dan wordt het voorstel ook breed gedragen.”

Ryckaert hoopt dat de rust in de coöperatie terugkeert. “Ik ben er van overtuigd dat we met 2.600 meer kunnen dan alleen, en ook met het duurzame karakter van een coöperatie. Als het wat minder gaat, rechten we de rug.”

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken