Startpagina Actueel

Vijgen: Exotisch, mooi én lekker

Vijgen zijn gemakkelijke planten die het ook in ons klimaat goed doen. Van nature zijn het krachtige groeiers en gezonde planten die best tegen een (koude)stootje kunnen. Onder de juiste omstandigheden zijn het, dankzij hun diep ingesneden bladeren en hun grillige stamvorm, mooie tuinplanten. En met wat geluk, een zachte winter kan helpen, rijpen de opvallende, sierlijke vruchten ook af tot lekker zoete hapjes.

Leestijd : 5 min

Vijgen hebben dus alles wat een goede tuinplant nodig heeft of toch bijna want bloemen zal je nooit zien aan een vijgenboom. Geen bloei en toch een rijke oogst: de vijgenboom is niet allen mooi en exotisch maar dus ook een tikkeltje mysterieus.

Historisch

Samen met druiven, olijven en dadels behoren vijgen tot de oudste gecultiveerde vruchten die in de eerste samenlevingen de mensen van voedsel voorzagen. Vijgen zijn namelijk snel en vrij eenvoudig te drogen en zo nog lang na de oogst bruikbaar als voedsel, bovendien zijn ze lekker zoet en zeer voedzaam. De eerste sporen van gecultiveerde vijgen gaan terug tot 4000 v. Chr. Vermoedelijk werden ze voor het eerst gekweekt in zuidelijk Arabië, waar de vijg ook nu nog van nature voorkomt.

De Grieken beschouwden de vijg als een basisvoedsel en ook de Romeinen teelden vijgen in grote aantallen en op georganiseerde basis. Vanuit het Middellandse zeegebied vond de vijg verder haar weg langs de Atlantische kust en kwam zo in Afrika en Zuid-Frankrijk terecht. In Zuid-Frankrijk werden lokale zaailingen vaak geselecteerd tot bruikbare rassen met verschillende eigenschappen. Zo ontstonden ook rassen die, mits de nodige winterbescherming gekweekt konden worden tot rond Parijs. Ook In Engeland, Duitsland, Nederland en België was de vijgenteelt niet ongewoon. Bij de aanplant werd altijd rekening gehouden met geschikte groeiplaatsen en tijdens de winter voorzag men voldoende bescherming tegen de vorst.

Botanisch

De vijgenstuik of -boom die bij ons in cultuur is, is de Ficus carica, een warmteminnende plant uit het grote, meer dan 750 soorten tellende geslacht Ficus, dat behoort tot de moerbeifamilie (Moraceae). Het geslacht komt verspreid over de hele wereld voor, met het zwaartepunt in de tropische regenwouden, en bestaat vooral uit tropische en subtropische bomen, struiken en klimplanten. Slechts twee soorten worden geteeld omwille van hun eetbare vruchten.

Het meest bizarre aan vijgen is de manier waarop ze zich voortplanten. De bloemen van de plant zitten namelijk binnen in wat wij de vrucht noemen maar eigenlijk een uitgegroeide holle bloembodem is. Ze zijn heel klein en staan met honderden bij elkaar. De bevruchting van deze bloemetjes gebeurt door kleine galwespen die de vrucht binnendringen via een gaatje aan de bovenkant. En om het nog mooier te maken: iedere vijgensoort wordt bevrucht door een specifieke soort galwesp.

Bij ons komen deze wespen niet voor en gebeurt de vruchtzetting parthenocarpisch (zonder bevruchting) waardoor de vijgen ook geen pitjes bevatten. Er zijn eenmaal en tweemaal dragende rassen op de markt maar in ons klimaat is het hoogst zeldzaam dat een tweede oogst nog afrijpt.

Vijgen in de tuin

Het is simpel: de standplaats bepaalt de winterhardheid van de bomen. Vijgen die in natte, voedingsrijke bodems geplant worden groeien (te) fors en ontwikkelen veel en lange scheuten met weinig vruchten. Bovendien hebben de scheuten nauwelijks tijd om af te rijpen en zijn ze zo zeer gevoelig voor nachtvorst. Dezelfde plant op droge, voedselarme, stenige (kalkrijk) grond zal uitgroeien tot een gedrongen, compacte plant en veel vruchten opleveren. De verhoutte, gedrongen takken zijn veel beter bestand tegen, zelfs strenge, vorst.

Ook in potten wordt de groei geremd en ontstaan compacte planten die toch zeer productief zijn en goed manipuleerbaar, zodat ze tijdens de koudste wintermaanden op een beschutte plek (windvrij en droog) kunnen overwinteren (potgrond nooit volledig laten uitdrogen).

Vijgen als vruchtboom

Voor een echt rijke opbrengst hebben vijgen een warm klimaat met lange, hete zomers nodig. Bij ons rijpt slechts 1 oogst per jaar die dan vaak nog heel beperkt is, tenzij de boom op een zeer gunstig plekje staat (of in pot gekweekt wordt, zodat de oogst binnen verder af kan rijpen) en de kroon helemaal opengesnoeid wordt om voldoende licht in het hart van de boom te krijgen.

Ideaal in een kouder klimaat is een plaats tegen een zuidermuur, waarbij de boom in een waaier-leivorm gesnoeid wordt. Daarbij helpt het (ook voor andere groeivormen en standplaatsen) om de wortelgroei in te perken door de boom in een betonnen of gemetselde bakstenen bak te planten, daardoor wordt de vruchtgroei bevoordeeld ten opzichte van de loofgroei en wordt de boom beter winterhard.

Leivormsnoei

Vijgen mogen pas gesnoeid worden als het blad gevallen is maar ook niet te laat, anders gaan ze bloeden. Best is te snoeien in het vroege voorjaar als de kans op strenge vorst voorbij is. Begin met een robuust vijgenboompje van twee of drie jaar oud. Indien de zijscheuten te zwak of slecht geplaatst zijn, dan kan men van nul beginnen door de zijscheuten weg te snoeien en de harttak terug te snoeien tot een lengte van ongeveer 40 cm, net boven een knop. Op deze manier krijgt men in het volgende jaar sterke zijscheuten die men waaiervormig kan aanbinden aan spandraden met een tussenafstand van 30 cm.

Heeft de vijg wel een paar goed geplaatste zijscheuten, dan wordt de harttak ingekort tot net boven de hoogste zijscheut, de overbodige zijscheuten worden verwijderd en de andere met maximaal een kwart ingekort tot net boven een opwaartse knop. Streef naar een stelsel van 6 hoofdtakken en bind de zijscheuten aan om de tussenruimte op te vullen.

Snoei van struiken en bomen

De vormsnoei richt zich op het vormen van een evenwichtig takkenstelsel (respectievelijk op 90, 125 en 180 cm voor een struik, halfstam of hoogstam). Bij een jonge ongevormde vijg worden op één na, alle scheuten weggesnoeid. De resterende scheut wordt aan een paal of stok omhoog geleid en vroeg in het volgende (of afhankelijk van de gewenste lengte in het daaropvolgende) voorjaar op de juiste hoogte ingesnoeid. Als gevolg hiervan zullen zich op de stam zijtakken ontwikkelen, waarvan we de 4 tot 6 hoogste gebruiken als gesteltakken en de overige wegsnoeien. In het daaropvolgende voorjaar worden alle gesteltakken met de helft ingesnoeid op een naar buiten gerichte knop.

Eens de kroon gevormd vereisen de bomen nog weinig snoei. In het voorjaar worden alle scheuten met vorstschade, kruisende takken en overtollig hout weggesnoeid. Bij volwassen bomen wordt jaarlijks een deel van het oudere hout weggesnoeid tot op een sterke jonge scheut of tot een stompje van enkele cm waaruit in de zomer een nieuwe scheut zal groeien.

Onderhoudssnoei

Een vijgenboom kan meerdere oogsten per jaar geven. In ons klimaat zijn het de vruchtjes die in de late zomer aan de toppen van de jonge scheuten groeien die in de herfst van het volgende jaar zullen zorgen voor rijpe vruchten. Om steeds voldoende jonge takken te hebben volstaat het om de takken die het vorig seizoen gedragen hebben, terug te snoeien op twee ogen, hieruit ontstaan nieuwe scheuten die later weer vijgen voortbrengen. Op het einde van de herfst kunnen de jonge vruchten die zich in het voorjaar vormden en bij ons toch niet afrijpen, worden weggesnoeid.

G.B.

Lees ook in Actueel

Landsbond Pluimvee vecht ministerieel besluit over kalkoenen aan

Pluimvee De Landsbond Pluimvee, de sectororganisatie voor pluimveehouders, heeft na overleg met de Vlaamse kalkoenenhouders, een verzoekschrift neergelegd bij de Raad van State tot vernietiging van het ministerieel besluit van 22 december 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van kalkoenen.
Meer artikelen bekijken