Startpagina Akkerbouw

Interview met Hendrik Vandamme (ABS): ‘Als het moet, voeren we actie’

Hendrik Vandamme (55) is alweer ruim 10 jaar voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS). Volgens vriend en vijand wist de akkerbouwer uit Oostende de organisatie te professionaliseren. In 2020 krijgt de landbouw te maken met een nieuwe minister, moet een nieuw GLB beklonken worden en zal een knoop worden doorgehakt over een handelsdeal met Mercosur. Tijd voor een gesprek.

Leestijd : 13 min

In ongeveer alle buurlanden hebben grootschalige boerenprotesten plaatsgevonden. Wat weerhoudt het ABS, van oudsher toch gekend van harde acties?

Op die vraag had ik toch al wel gerekend. Ik ben momenteel bezig met mijn eigen Ronde van Vlaanderen - ik ga de afdelingen langs - en krijg die vraag vaak. Er is wel een beperkte actie geweest in de Vlaamse Ardennen, maar daar is weinig nationale pers-aandacht voor geweest. Maar daarbuiten moet je goed kijken naar de reden waarom men in het buitenland protesteerde. Deels worden Vlaamse boeren geconfronteerd met dezelfde problematiek: slechte prijzen, tekort aan respect, toenemende druk van wet- en regelgeving... een gigantische papierwinkel.

De stikstofproblematiek zoals in Nederland speelt hier vandaag niet meer op dezelfde wijze, wij hadden die discussies en de grote protestacties in het voorjaar van 2015. In Nederland was de druppel die de emmer deed overlopen de opmerking van een politicus dat de veestapel moet worden gehalveerd. Hier heeft geen enkele politicus dat gezegd en ik denk ook niet dat iemand dat gaat zeggen. Bovendien speelt, in Frankrijk en in Duitsland, de verstrenging van de fytoregelgeving, wat hier momenteel eenvoudigweg niet aan de orde is.

Daar komt dan nog bij dat 2019 voor ons land een verkiezingsjaar was. Vlaams landbouwminister Joke Schauvliege moest in februari ontslag nemen en in de verkiezingsstrijd speelden alle partijen in meerdere of mindere mate de kaart van het klimaat en milieu. Toen vlak voor de verkiezingen het Mestdecreet door het parlement is geduwd, hebben we alles op alles gezet om vooraf bij te sturen... Hadden we toen actie moeten voeren? Misschien hadden we beter wél actie gevoerd, maar ik betwijfel echt of het had geholpen. De bereidheid om ook maar iets terug te schroeven was nergens aanwezig en blijkbaar wilde niemand de vingers verbranden of weggezet worden als ‘boerenpartij’...

Is er veel nodig om toch tot acties te komen?

Nee, niet veel maar de tijden zijn wel veranderd. De collegialiteit onder landbouwers is onder meer door de doorgedreven specialisatie in de sector toch minder geworden. Ik ben er ook van overtuigd dat je acties ook gericht moet inzetten en dus niet te vaak en tegen om het even wie. Toen ik in 2009 begon als voorzitter was het een tijd van diepe crisis in de landbouw, en we deden 5 of 6 acties in een jaar. Als het moet, doen we dat opnieuw.

U bent alweer even voorzitter van ABS. Welke evolutie heeft ABS de laatste jaren doorgemaakt, als organisatie, en staan nog veranderingen op stapel?

Voor ik in 2009 voorzitter werd, was ik geen lid van de raad van bestuur. Ik ben erin gesprongen en kon met een frisse en onbevooroordeelde kijk op de interne organisatie aan de slag. Het ABS had en heeft geen logge structuur en de lijnen tussen bestuurders, medewerkers en leden zijn kort. Dat is niet veranderd. Tien jaar later blijf ik er van overtuigd dat we dat moeten bewaken en dat de organisatie niet mag verworden tot een administratieve structuur die te ver van de praktijk afstaat.

Onze werking is er voor en vaak ook door boeren, ondersteund door enkele vaste medewerkers. Die laten we veel vrijheid om hun ding te doen, binnen de visie van de organisatie. We haalden een paar jaar geleden een directeur aan boord om de organisatorische werking bij te sturen en de communicatie meer te stroomlijnen. We zetten daarbij steeds meer in op de digitale communicatiekanalen en sociale media. Alles moet vandaag veel sneller opgepikt worden en veel sneller buiten gaan dan pakweg 10 jaar geleden. Ik wil niet dat onze leden ergens anders nieuws, dat hen aanbelangt, moeten oppikken.

De interne doorstroming tussen ons secretariaat en de afdelingen en omgekeerd werd bijgesteld. We organiseren nu ook een bestuurdersdag voor de lokale bestuursleden en gebruiken uiteraard hun inbreng om bij te sturen waar gewenst. In 2000 waren er nog 40.000 landbouwbedrijven in Vlaanderen, in 2009 nog 30.000 en vandaag nog een goede 20.000. Het gaat dus snel en als organisatie moeten we daarop inspelen. Dat moet onder meer door meer samenwerking tussen onze afdelingen, over de gemeentegrenzen heen en dat zal zich ook moeten vertalen in een herschikking van de bestuursorganen.

ABS is traditioneel de tegenhanger van Boerenbond. Hoe is de relatie met hen vandaag?

Zakelijk. Waar we het eens zijn, trekken we samen op richting politiek. Met een gespreide slagorde kun je beter niet aankomen op het kabinet of bij andere spelers in de keten. De landbouw heeft er baat bij dat de sector zoveel mogelijk met één mond spreekt. Maar, het ABS en BB blijven natuurlijk 2 erg verschillende organisaties en op nogal wat punten verschillen we van mening. ABS trekt meer de kaart van de familiale en gemengde landbouw, en niet de eindeloze schaalvergroting.

Onze visie blijft onverminderd dat groei niet alles zaligmakend is en dat je beter een vorm van productieregulering hebt, privaat of van overheidswege, om impact te kunnen hebben op het na te steven evenwicht tussen vraag en aanbod. Daar komt bij dat bij ABS ook niet het financieel belang van de toelevering of verwerking speelt. Boerenbond zal het altijd ontkennen, maar ik blijf erbij dat het belang van de bedrijven die men bezit toch meespeelt als men zich meer of minder inzet voor een bepaald beleid.

U vindt dat de schaalvergroting is doorgeschoten?

Ik vind dat je moet weten voor wie je produceert. Er moet wel een markt voor zijn. Vandaag zien we dat in de zuivel de drang om te groeien zeer sterk aanwezig is. Is het dan goed dat een grote coöperatie als Milcobel, met grote invloed op de hele Vlaamse melkveehouderij, daar geen rem op zet en alles blijft verwerken? Als de zuivelprijs naar een diep dal zakt – we hebben in 2009 prijzen van 20 cent meegemaakt – dan weet je dat een aantal bedrijven gaat sneuvelen. ABS heeft altijd gepleit voor blijvende regulering van de markt. Als de politiek dan kiest voor liberalisering, en marktwerking, dan moet de sector zelf reguleren. Private Belgische zuivelaars en FrieslandCampina proberen er een stop op te zetten en misschien deed Milcobel dat beter ook.

Het is gezien de poederafhankelijkheid wel lastig voor Milcobel een meer performante onderneming te worden.

De poeder werd decennia geleden verkocht in een tijd dat het product gemakkelijk via exportrestitutes en andere steunmaatregelen zijn weg vond naar de wereldmarkt. Men heeft onvoldoende geanticipeerd op veranderend beleid, en niet tijdig gekozen voor producten met een echte toegevoegde waarde. Het probleem is toch al even bekend en had eerder en anders aangepakt mogen worden...

Terugkomend op Boerenbond. Ben je wel eens jaloers op de omvang van die organisatie? Men heeft er door de belangen in bedrijven wel geld voor allerlei initiatieven en een sterke studiedienst.

Maar ons model heeft als voordeel dat we maar één belang dienen, en onze bestuurders zijn landbouwers. Ik heb het gevoel dat we dichter bij de landbouwers staan. Een grote studiedienst hebben we natuurlijk niet, maar we hebben een sterk netwerk van wetenschappers, juristen en vakspecialisten binnen firma’s die ons goed gezind zijn en helpen. Voor de duidelijkheid: dat zijn bedrijven met wie we geen enkele financiële band hebben. maar die zich goed voelen bij wie en wat we zijn..Wij roeien met de riemen die we hebben en stoppen als bestuurders heel veel tijd in ons vrijwilligerswerk. We weten waarvoor en voor wie we het doen en merken ook dat veel ambtenaren en mensen in de politieke wereld dat ook naar waarde weten te schatten.

Wat vindt u van het regeerakkoord en de beleidsnota van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits?

In het regeerakkoord staat in elk geval duidelijk het belang van de landbouw beschreven, voor de economie en export. De beleidsnota staat bol van het woord ‘innovatie’. Op zichzelf is dat mooi, maar dan moet de minister ook wel kunnen blijven investeren in innovatie. Er moet voldoende budget zijn. Er komt bovendien meer bij kijken dan haar beleidsdomein alleen. Er moeten vergunningen mogelijk zijn voor nieuwe projecten en technieken die misschien niet precies passen binnen bestaande regels.

Het gaat ook over het FAVV, op federaal niveau, die moet kunnen faciliteren. En vergeet niet dat Vlaams beleid voornamelijk een uitvoering is van Europese plannen. Op EU-niveau moet innovatie dus ook gesteund en gestimuleerd worden. Zo evident is dat niet. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de discussie over de nieuwe veredelingstechniek Crispr-cas. Nieuwe veredelingstechnieken kunnen we goed gebruiken in een tijd van wegvallende fytomiddelen en meer meststoffenrestricties.

M inister Crevits is afhankelijk van haar context.

Inderdaad, en niet alleen zij. Datzelfde geldt voor de minister van Omgeving, Zuhal Demir, en voor Ben Weyts, die over dierenwelzijn gaat. In alle gevallen moeten we ook de invloed van de administratie, van de ambtenaren, niet onderschatten. Daar zitten jongens tussen die banden hebben met de milieubeweging. Ze zitten vaak veel langer op een departement dan de steeds wisselende ministers, en kunnen met dossierkennis voor elkaar krijgen dat de minister naar hen luistert. Die moet dan voldoende tegenwicht kunnen bieden als men een met ideologie doorspekt advies of decreettekst opdient.

Hoe lang denkt u nog voorzitter te blijven? Het moet toch een zware job zijn.

Statutair is 16 jaar de uiterste termijn. Ik ben nu halverwege mijn derde termijn, en denk me nog wel te gaan kandideren voor een vierde termijn. Het is inderdaad soms niet evident. Ik wil ook wel eens wat ontspannende momenten met mijn echtgenote. Vroeger had ik een abonnement bij Club Brugge maar daar heb ik gewoonweg de tijd niet meer voor. Mijn kinderen zijn 28 en 25 – al lang uit huis – en die trekken intussen meer dan hun plan. Het voorzitterschap kruipt soms wel onder je vel, maar ik sta elke dag vol goesting op om erin te vliegen, ook na een vaak te korte nacht. Wat wil je meer dan je kunnen inzetten voor je collega’s boeren en tuinders?

Minister Crevits ziet graag de onderzoekscentra meer samenwerken. In de wandelgangen wordt een totale fusie met ILVO en zelfs een fusie van ILVO en Inagro wel genoemd. Denkt u dat het binnen één structuur brengen van het praktijkonderzoek de landbouw kan versterken?

Ik denk dat we de laagdrempeligheid van de Vlaamse onderzoeksinstituten en vooral de praktijkcentra niet mogen onderschatten. Dat moet zo blijven. In welke structuur men werkt, is van secundair belang. Daarnaast moeten we onthouden dat praktijkonderzoek wel echt wat anders is dan de pure wetenschap. Beiden zijn belangrijk, maar de onderzoekers van de provinciale centra zijn vaak boer in bijberoep. Ze zijn bezig met problemen die een landbouwer dagelijks tegenkomt, en komen met oplossingen die praktijkrijp zijn. Ik vind het geen goed idee die centra onder te brengen in een groter geheel.

In 2020 moet het nieuwe GLB beklonken worden. Wat vindt u van de voorliggende plannen voor het GLB?

Het is denk ik goed dat men de one size fits all benadering laat varen. Je kunt nu eenmaal Vlaanderen niet vergelijken met Zuid-Spanje, of Zweden met Portugal. Het is goed dat landen zelf een strategisch plan mogen uitwerken; dat men denkt in doelen meer dan middelen. Daarnaast onderschrijf ik de intentie dat het geld terechtkomt bij de echte boeren, en niet bij grootgrondbezitters of multinationals. Maar de plannen zijn nog niet af. De vraag is of de Poolse Eurocommissaris voor Landbouw (Janusz Wojciechowski, red.) zich gaat inzetten voor externe convergentie, wat betekent dat relatief meer geld naar Oost-Europese boeren zal gaan. En dan is er de vergroening... passen de budgetten – er zal door de brexit en door andere prioriteiten – wel bij de ambities?

Bij die individuele strategische plannen denk ik dan: maar gaan pakweg de Italianen of Fransen daar geen loopje mee nemen?

De Europese Commissie moet niet alleen de plannen beoordelen als ze binnen komen, bijvoorbeeld op de aanwezigheid van achterdeurtjes, maar ook de uitvoering. Maar dit is niks nieuws. De Italianen hebben nooit een euro betaald voor overschrijding van het melkquotum.

U liet zich in jullie ledenblad de Drietand ook weinig positief uit over de Green Deal van eurocommissaris Frans Timmermans. Hij liet zich nogal laatdunkend uit over de landbouw

Timmermans komt uit een land met een reputatie op landbouwgebied, maar spreekt over de sector alsof alles slecht is. We weten dat de sector op het gebied van methaanuitstoot stappen kan zetten. Maar de Green Deal moet rekening houden met de inspanningen die landbouwers al hebben gedaan en nog gaan doen binnen het sterk vergroende GLB.

Als we even bij de EU blijven. Dit jaar moet het jaar van wel of geen handelsdeal met Mercosur worden... jullie zijn sceptisch?

Er liggen kansen voor de zuivel en de groente- en fruitsector, maar wat betreft rundvlees, kippenvlees en suiker zou een handelsakkoord dramatisch zijn. Het is onvoorstelbaar dat je zoveel eisen stelt aan de productie hier, om dan productie van daar met veel lagere standaarden toe te staan.

De Walen hebben alvast beloofd dwars te liggen. Ierland is mordicus tegen en het lijkt me dat Macron ook wel genoeg gele hesjes gezien heeft... de kans van slagen lijkt nihil...

De Waalse overheid heeft geen stem in de EU. Als Vlaanderen voorstander is, wat niet ondenkbaar is, dan zijn we als land voor noch tegen. Wat Frankrijk aangaat, zie ik felle kritiek. Maar de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft in niet mis te verstane bewoordingen gezegd dat maar een klein aantal landen tegen is. Ik ben er niet gerust op. We hebben op federaal niveau een doorrekening gevraagd van de cumulatieve effecten van een serie handelsakkoorden. Europees wordt hier ook aan gerekend. De sector mag niet als pasmunt gebruikt worden.

MAP6 werd halverwege het teeltjaar goedgekeurd. Veel boeren legden een vraag neer bij de Mestbank, zonder tijdig een antwoord te krijgen. Vreest u een harde afrekening als men achteraf niet voldoende binnen de lijntjes kleurde?

De mestwetgeving werd goedgekeurd op een moment dat landbouwers hun teeltplannen al klaar hadden. Het is niet de fout van de boeren dat het beleid pas zo laat duidelijkheid verschaft heeft. ABS vraagt de politiek nadrukkelijk om de Mestbank geen boetes te laten uitschrijven wanneer landbouwers in 2019 niet volledig voldeden aan de nieuwe wetgeving. Je kweekt meer goede wil door nu soepel te zijn, ook omdat je zelf niet bepaald tijdig hebt gehandeld, met de aanvulling dat men in 2020 wel wordt aangepakt.

In Nederland wordt met tamelijk draconische maatregelen ingegrepen om de stikstofdepositie te doen aansluiten bij Europese afspraken. Bent u bang dat de discussie geïmporteerd wordt naar België en zou dit terecht of onterecht zijn?

Nee, dat is absoluut niet aan de orde. We zijn als ABS ook zeker niet bereid om opnieuw in discussie te gaan over het stikstofbeleid. Vlaanderen is in 2015 dankzij boerenprotest een andere weg dan Nederland ingeslagen. Niet zomaar, maar na een grondige discussie. Je vroeg eerder naar de protestbereidheid van ABS: er stonden destijds 750 tractoren langs de koers van Gent-Wevelgem. 750 tractoren en een paar duizenden boeren die in stormweer opkwamen voor hun belang! Ook op andere wedstrijden was het van dat.

In Vlaanderen hebben we uiteindelijk gekozen voor een stikstofaanpak op gebiedsniveau en een aanpak bij de bron. Natuurlijk zien we de milieubeweging de Nederlandse discussie aangrijpen om nieuwe, verscherpte normen in Vlaanderen te eisen. Ze zeggen: bij ons is de depositie net zo groot, misschien is de situatie nog wel erger. Daar ben ik niet mee akkoord. Bovendien: haal alle dieren weg in Vlaanderen en in veel Natura 2000 gebieden zal de neerslag nog hetzelfde zijn, of in elk geval te hoog, door deposities uit andere sectoren en uit het buitenland!

Dit jaar zullen politieke knopen moeten worden doorgehakt over de bouwshift, zoals de betonstop tegenwoordig heet. De ambitie lijkt onder publieke druk omlaag te zijn gegaan. Hoe kunnen we wat u betreft het beste boerengrond beschermen?

De ruimte moet vooral integraal worden aangepakt. In theorie kan het invoeren van een betonstop ruimte scheppen voor de natuur en de landbouw. De weerstand wordt deels gevoed door de lintbebouwing, die maakt dat je op lange trajecten van binnenwegen soms links en rechts enkel maar woningen, winkels en bedrijven ziet. Mensen vergeten gemakkelijk dat daarachter landbouwgrond ligt. Een groot probleem is ook dat hoeves worden omgevormd tot woningen of zonevreemde bedrijven. Ooit sloopte de Vlaamse overheid zonevreemde gebouwen. Niet veel later legaliseerde ze de niet-landbouwactiviteiten en woningbouw tot 1000 m3. De waarde van de grond ligt bij dergelijke transacties naar buiten de landbouw veel hoger.

Door de komst van niet-plattelanders op de buiten, ontstaat wrevel. De overheid zou het omvormen van hoeves naar een niet-landbouwbestemming tegen moeten gaan. Door de functiewijziging minder eenvoudig te maken, of met een sloopregeling, waarbij de hoeve wordt afgebroken en vervangen door landbouwgrond, waarbij een volwaardige vergoeding moet voorzien worden. Ik zie de overheid de individuele nieuwe plattelandsbewoner niet het zwijgen opleggen of verbieden om klacht in te dienen tegen geluidsoverlast bij de oogst of tegen bouwplannen op een landbouwbedrijf. De slinger is ver, té ver doorgeslagen op het vlak van ruimtelijke verrommeling.

Ten slotte dan: inmiddels zwerven diverse wolven door het land. De vzw Welkom Wolf wil graag dat de beesten beter beschermd worden. Vindt u dat de komst van wolven wenselijk is?

Als men het aantal wolven in de hand kan houden en boeren voldoende compenseert, dan heb ik persoonlijk geen probleem met de komst van de wolf. Als men kiest voor de benadering die is gekozen bij de everzwijnen, nee. Er zijn vandaag veel teveel everzwijnen, met alle schade en sanitaire risico’s van dien. Je zou bijna denken dat de groene jongens de everzwijnen zien als een middel om de varkensstapel te verkleinen. Dat probleem mag zich niet herhalen met de wolven. In andere landen is dat al wel gebeurd. In het Centraal Massief en op diverse plaatsen in Duitsland zijn inmiddels hele kuddes slachtoffer van wolven geworden. Wij zijn de eersten en enigen die leven met en door de natuur. Een beetje respect voor onze aanwezigheid op het platteland mag ook wel. Waarom niet ‘Welkom Boer’?

Jan Cees Bron

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken