Startpagina Economie

Te vaak zet de landbouwersvrouw zichzelf in de slechtste positie

Een landbouwbedrijf wordt vaak geleid door een man, máár… met een erg sterke vrouw aan zijn zijde. De vrouw neemt veel taken op zich, zoals de administratie, het huishouden, en zelfs in het technische werkt ze vaak mee. Fiscaal en boekhoudkundig focust de dienstverlening zich vooral op het bedrijf. De persoonlijke belangen van de meewerkende partner verdwijnen dan gemakkelijk naar de achtergrond. Met als gevolg dat vaak de vrouw de dupe is als ze het verkeerd loopt: weinig rechten, een zeer klein pensioen en vaak deelde ze ook niet in de vermogensopbouw, zegt An Deneffe van Landelijk infopunt Vrouwen (Liv, van Ferm voor agravrouwen).

Leestijd : 8 min

Z elfs in deze moderne tijden belanden vrouwen nog gemakkelijk in het traditionele patroon, ook in landbouwbedrijven. Ze vinden de liefde en op een landbouwbedrijf volgen ze vaak de man in zijn job. Erna krijgen ze kinderen en bouwen ze hun eigen carrière af om zich ten dienste te stellen van het bedrijf en hun gezin. In het begin is dat vaak nog met ouderschapsverlof, en de meesten keren niet meer terug naar de arbeidsmarkt. “De waarde van kinderen grootbrengen op het bedrijf is heel groot, vooral bij de oudere generaties: de kinderen zijn snel zelfstandig en weten wat het is om te werken voor een loon. Dit maakt dat vrouwen heel vaak keuzes maken die niet altijd aansluiten op hun talenten”, zegt Liv-stafmedewerkster An Deneffe.

Als jurist en fiscalist, kwam ze uiteindelijk bij Liv terecht. Ze geeft vormingen en advies over onder andere de positie van de vrouw op het bedrijf. “We gaan ervan uit dat een vrouw meer is dan de persoon achter het bedrijf. We willen haar begeleiden en haar zo in haar sterkte plaatsen. Met een eerlijke return naar rechten, inkomen en vermogensopbouw.”

Als jurist en fiscalist, kwam An Deneffe  uiteindelijk bij Liv terecht.
Als jurist en fiscalist, kwam An Deneffe uiteindelijk bij Liv terecht. - Foto: Liv

Juiste keuzes maken

Echter, om in een sterke positie te staan, moet de vrouw – met haar man weliswaar – de juiste keuzes maken. An ziet vooral bij 50- tot 65-jarigen dat ze zullen moeten gaan leven van een gezinspensioen en doorheen hun landbouwcarrière geen of weinig pensioenrechten hebben opgebouwd. Dat kan anders, stelt Deneffe. Om een goede sociale bescherming te krijgen, moet de vrouw stilstaan bij de keuze rond het sociaal statuut, de samenlevingsvorm en de rechten in de opbouw van het vermogen, maar ook haar loopbaan kan veel bepalen. En als je iets tekent bij de bank, moet je goed op de hoogte zijn met wat je akkoord gaat. “Maar bovenal is het belangrijk te communiceren met de partner. Durf te praten over wat jij wil, ook al is de situatie moeilijk”, raadt ze aan. “Er is echter niet één oplossing, elke situatie vergt zijn eigen aanpak.”

Jezelf informeren, is de boodschap. Zo kan je naar de bedrijfsadviseur, fiscalist of de notaris gaan, maar die zoomen vaak enkel in op hun ‘specialiteit’ en geven daarbij soms te weinig aandacht voor ‘het volledige plaatje’. “Zij kijken vooral naar wat goed is voor het bedrijf, optimaliseren in functie van fiscale en sociale lasten... maar staan niet altijd stil bij de belangen van personen achter het bedrijf.”

Werken als ‘meewerkende echtgenote’

Veruit de slechtste keuze die je kan maken is vrijwillig deeltijds werken. Zo kom je in een slecht sociaal statuut terecht. Toch kiezen velen hiervoor, zonder te weten dat ze hun sociale bescherming ondermijnen. Er bestaan alternatieven en ook werken onder het maxistatuut van meewerkende echtgenoot levert vaak een betere bescherming dan deeltijds buiten huis werken (50%). Het maxistatuut biedt een volwaardig sociaal statuut waarbij je geniet van een ziekte- en invaliditeitsverzekering, kinderbijslag en pensioenrechten. Als je deeltijds werkt, bouw je maar een deeltijds sociaal stelsel op. Als je ziek wordt, krijg je op basis van je laatste loon een ziekte- en invaliditeitsuitkering.”

De meerwaarde van het statuut van meewerkende echtgenote zit enkel in de eenmanszaken. 80% van de landbouwbedrijven is eenmanszaak. Kies je als vrouw voor het maxistatuut, dan kan de partner 30% van het inkomen aan de vrouw toekennen. Zij kan dan op haar deel sociale bijdragen betalen en zich volledig sociaal beschermen onder het maxistatuut verzekeren ook voor pensioenrechten.

Sinds 2003 werd het statuut van ‘meewerkende echtgenote’, in het leven geroepen.
Sinds 2003 werd het statuut van ‘meewerkende echtgenote’, in het leven geroepen. - Foto: LV

Als loontrekkende meewerken

Bij de nieuwere generaties wordt er meer en meer afgestudeerd met een diploma. Zomaar mee in het beroep van de man stappen doen ze niet onmiddellijk: een deel doet haar eigen job. De groep vrouwen die kiezen voor de combinatie gezin, bedrijf, en eigen werk, kiest nu gemakkelijker om dienstencheques te gebruiken om hun huishouden te laten doen, of om kinderopvang betalen… “Het traditionele karakter en de verdeling van huistaken verdwijnt, maar toch zie ik nog vaak vrouwen die hun loopbaan buitenshuis systematisch afbouwen tot bijvoorbeeld een 50% tewerkstelling.

Als je deeltijds loontrekkende bent en op zelfstandige basis wil meewerken dan kan dat. Als je 50% werkt, kan je echter enkel in bijberoep aansluiten. Echter, in bijberoep moet je bijdragen gaan betalen alsof je in hoofdberoep aangesloten bent (op een bedrag van om en nabij 14.000 euro) wil je ook rechten opbouwen. “ Een deeltijds buitenshuis werkende partner kan voor de taken die opgenomen worden op het bedrijf geen sociale bescherming opbouwen. De betaalde bijdragen in bijberoep zijn veeleer een solidariteitsbijdrage. Maar als loontrekkende bouwt ze vaak ook maar deeltijds rechten op. Deeltijds buitenshuis werkende (50%) partners die ook op het bedrijf hun handen uit de mouwen steken zijn sociaal rechterlijk onderbeschermd.

Minder dan de helft buitenshuis werken laat je wel toe om nog verzekerd te zijn onder het maxistatuut en een volwaardige bescherming op te bouwen. “Werk je buitenshuis, maar wil je omwille van je kinderen of zieke familieleden meer thuis werken, dan bestaat de optie om ouderschapsverlof of tijdskrediet aan te vragen. Als je met de gedachte speelt om zelf een onderneming uit de grond te stampen of te helpen bij je partner, dan kan je de risico’s enigszins beperken door je zelfstandige activiteit te combineren met tijdskrediet (met een werkloosheidsuitkering), al moet je dan minstens 1 jaar voor de ingangsdatum van je tijdskrediet al actief zijn als zelfstandige in bijberoep.”

Pensioen kwijt?

Liv krijgt ook veel vragen over het pensioen binnen. Als de man vervroegd kan stoppen, dan komt de vrouw er niet aan 30 jaar gewerkt te hebben. Het is maar vanaf 30 jaar werken dat het gemiddelde pensioen van de vrouw en dat van de man samen hoger zal liggen dan het gezinspensioen. Het maxistatuut is ingevoerd in 1956, maar een hele generatie vrouwen die geboren is tussen januari 1956 en half juli 1970, zullen dus onder het maxistatuut geen 30 jaar sociale bijdragen kunnen betalen en dus geen recht hebben op een eigen rustpensioen.

Sinds 2003 werd het statuut van ‘meewerkende echtgenote’, in het leven geroepen. “Als echtgenotes ervoor gewerkt hebben op het bedrijf als meewerkende echtgenoot, worden die gewerkte jaren niet meegerekend in de opbouw van de rechten. Gelukkig zijn er een deel vrouwen die nog buitenshuis gewerkt hebben en zo wel aan 30 jaar geraken. Voor velen is dat echter niet het geval. Boerenbond, Ferm (het vroegere KVLV), het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) werken samen met de Waalse collega’s nog steeds aan een oplossing voor deze generatie vrouwen (en mannen).”

Beschermen door huwen

of wettelijk samenwonen

In België is het huwelijk de meest automatische bescherming die je kan hebben door twee soorten huwelijksrecht: het primair en secundair huwelijksvermogensrecht. Echter, niet iedereen trouwt nog. Feitelijke samenwonenden en wettelijk samenwonenden weten vaak niet dat ze zelf heel wat moeten regelen (bijvoorbeeld bij de notaris) om elkaar te beschermen.

Nieuwe knelpunten

Vorig jaar is er het een en ander veranderd in de kinderbijslagregeling, nu groeipakket. “Ik bekijk het als recent opgedoken ‘knelpunten’ die alweer de vrouwen raakt”, vindt An. Bij de nieuwe kinderbijslagregeling is het zo dat gezinnen met een inkomen van minder dan 30.000 euro een sociale toeslag kunnen krijgen vanaf 2 kinderen (ook voor gezinnen met kinderen voor 1 januari 2019). Bij de berekening van de sociale toeslag speelt het inkomen dus een grote een rol, en sinds oktober 2019 telt ook het kadastraal inkomen van alle onroerende goederen behalve de gezinswoning. Het kadastraal inkomen van ‘beroepsgoederen’ wordt bij het beroepsinkomen geteld (1 x kadastraal inkomen voor de gronden). Op landbouwbedrijven moet je ervan bewust zijn dat zeker na de droogte de gronden net geen inkomen opleveren en dat het kadastraal inkomen wel wordt meegeteld om het totaal inkomen te berekenen.

Sectoren in crisis

Sommige sectoren zijn erkend als sectoren in crisis. Een inkomen toekennen aan een veld dat geen inkomen opgebracht heeft, bijvoorbeeld door zonnebrand, is niet echt correct. Die vrouwen hebben m.a.w. niet de middelen die een ‘gewone’ loontrekkende met een laag inkomen heeft om voor de kinderen te kunnen zorgen. “Ik vind het logisch dat bij een sector in crisis het kadastraal inkomen van de beroepsgoederen die niets opbrachten vrijgesteld wordt zodat ook deze gezinnen genoeg middelen hebben om voor kinderen te zorgen en daar dient het groeipakket net voor (en de sociale toeslag). Datzelfde geldt overigens ook voor het recht op studietoelagen.”

Ook in de nieuwe vennootschapswet ligt een gevaar voor de buitenshuis werkende vrouwen. Vennootschappen laten toe om aan een zeer goede opbouw van rechten te doen op voorwaarde dat de partners gelijke pakketaandelen hebben.

Als je in de nieuwe vennootschapswetgeving erkend wil worden als agrarisch onderneming, zijn er 2 voorwaarden: de hoofdbezigheid moet op het landbouwbedrijf zijn en je moet je hoofdinkomen op het bedrijf halen.

“Een vrouw die vennoot wil zijn op het landbouwbedrijf, omdat ze er evenveel energie en arbeid in steekt, kan het vaak niet combineren met buitenshuis werken (tenzij als stille vennoot) want dan zit men al gauw in de knel met deze voorwaarden. Misschien had men gehuwden en de wettelijk samenwonende partners mede vennoten van deze voorwaarden kunnen ontslaan.

Werk met mantelzorg

Op veel bedrijven moet de vrouw niet alleen voor de kinderen zorgen, maar ook nog voor de schoonouders en de ouders. “Zorgen voor ouders is geen hobby en geen normaal patroon. Het is ook een taak, maar als je daardoor inkomen verliest heb je rechten. Vaak weten die vrouwen niet dat er een stelsel is voorzien voor hen: een mantelverlofstelsel voor zelfstandigen. Als je je deeltijds werk stopzet om voor de ouderen te zorgen, kan je daar een premie voor krijgen, als een soort erkenning. Die moet je wel zelf aanvragen.”

Het mantelzorgverlof maakt dat iemand een jaar kan onderbreken en waarbij dat jaar volledig gelijkgesteld wordt als een jaar werk.

Vrouwen moeten initiatief nemen

Het allergrootste probleem is dat heel veel rechten niet automatisch zijn, en dat je die moet aanvragen. Echter, veel vrouwen kennen hun rechten niet. Ze betalen in hun sociaal statuut heel wat bijdragen, maar vragen hun rechten dus niet op. Dat is vaak het geval als het gaat rond mantelzorg. “En eigenlijk is dat hun eigen fout. Heel veel sociaal verzekeringsfondsen doen hun best voor een toegankelijke website en communicatie. Bij de kwartaalafrekeningen van de sociale bijdragen zitten vaak ook brochures met goede informatie over je rechten. Maar vaak wordt de rekening eruit gehaald en de brochure gewoon weggesmeten. En dat terwijl je zeker over een hele carrière gemakkelijk een paar tienduizenden euro aan bijdragen betaalt. Als je een tractor koopt, dan lees je toch ook de handleiding?”

Persoonlijke gesprekken en vormingen

Landbouwersvrouwen en koppels helpen en adviseren, dat is de taak van An. Ze doet zo’n 2 à 3 huisbezoeken per week, De focus ligt dan niet alleen op het juridische, het vinden van een oplossing is het belangrijkste. Vaak merkt ze dat de communicatie tussen het koppel of met (schoon)ouders niet goed loopt. “De krachtigste koppels zijn koppels die regelmatig met elkaar praten, ook over het bedrijf en zakelijke dingen.”

Omdat er veel vraag is naar gesprekken over de persoonlijke situatie, heeft Liv het systeem van ontmoetingsmomenten ingevoerd, op verschillende plaatsen in Vlaanderen. “Op die manier kunnen we meer mensen helpen. Het is nog maar een try-out, maar ik vind het een goede manier van werken.”

Meer info over het onderwerp vind je op de site van Liv, de site van ‘Boeren op een kruispunt’ en Ferm.

Marlies Vleugels

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken