Startpagina Akkerbouw

Pootgoedteler Van der Bos: Geef ons de tijd om te schakelen

Pootgoedteler Kees van der Bos (63) uit Holwerd heeft naast het akkerbouwbedrijf ook enkele toezichthoudende functies, onder andere vicevoorzitter van Coöperatie Agrifirm. Hij heeft onder architectuur een hypermoderne hangar laten bouwen voor zijn pootgoed met 4 bewaarregimes. Wat de Green Deal betreft is hij kraakhelder: niet versnellen, maar pootgoedtelers steun geven in de omschakeling naar een chemie-vrij tijdperk.

Leestijd : 9 min

De zoon van pootgoedteler Kees van der Bos (63) uit Holwerd is de derde generatie opvolger in de rechte lijn. “Als je nog verder terug gaat zitten er in de zijlijnen ook nog wel boerenbedrijven hoor,” zegt Kees in de grote, moderne kantineruimte die boven de speciale kweekruimte van zijn zoon Anco zit. “Deze boerderij is trouwens al heel oud, in 1751 wordt hij al voor het eerst beschreven.” De vader van Kees had een gemengd bedrijf met melkvee, schapen en akkerbouw. Verder zo’n 33 hectare land. Begin jaren zeventig kocht zijn vader er nog een paar hectares bij. De akkerbouwgrond van de familie bestaat uit middelzware klei, zo tussen de 15 – 30% afslibbaar. Volgens Kees zitten er ook wel iets zwaardere stukken tussen met zo’n 35 tot 36% afslibbaar.

Omdat de vader van Kees niet echt een koeienboer was, maar meer een echte pootgoedteler, ging het melkvee in 1975 al weg. Vader Van der Bos ging zich volledig richten op het telen van pootgoed. In 1977 kwam Kees bij zijn vader in de maatschap. In 1979 gingen zijn vrouw Marianne en hij op de boerderij wonen en in 1980 nam hij alles over van zijn vader. Hij was toen pas 24 jaar oud. “Ik heb een partij fouten gemaakt in die beginjaren, dat wel, maar ach, daar heb ik enorm van geleerd.”

Nauwe samenwerking

met buren

Nadat het melkvee weg was werd er af en toe wat akkerbouwgrond bijgekocht. In die tijd werd er al samengewerkt met buurman en tevens pootgoedteler Jan Idsardi, die in de verte ook familie is. De samenwerking betrof vooral het sorteren. Kees: "Inmiddels werken wij al vijftig jaar lang samen met onze buren en het bevalt nog steeds prima. De samenwerking is in die vijftig jaar alleen maar intensiever geworden zelfs." Zo worden nu alle machines en werktuigen gezamenlijk ingekocht en zo'n 75% van het werk gezamenlijk uitgevoerd. Zo wordt momenteel topkwaliteit pootgoed gesorteerd speciaal voor HZPC.

Het areaal pootgoed is in al die jaren enorm gegroeid. Had de familie in 1980 nog 17 hectare pootgoed, inmiddels is dat 38 hectare. Buurman Idsardi heeft 35 hectare pootgoed. Om hun opvolgers nog meer een duwtje in de rug te geven besloten Kees en de buurman in 2011 om 45 hectare akkerbouwland via een stichting te pachten (liberale pacht). Heel bijzonder is dat ze pacht betalen op basis van een rendementsafhankelijke vergoeding. Kees: “Dus als wij een goede oogst hebben, betalen we een hoog bedrag, is de oogst minder, dan ook minder pachtkosten.”

De vader van Kees zat al op de lijn van het produceren van pootgoed van hoogwaardige kwaliteit en zijn zoon Anco wil die lijn voortzetten. "Ik zeg altijd: wij hebben de kennis, de grond en het klimaat daarvoor," aldus Kees. Of de opwarming van de aarde invloed heeft op het pootgoed zou de teler zo niet weten. Wat hij wel ziet is dat de opbrengsten toenemen. Hij zag de afgelopen jaren ook een toename van luizen in het groeiseizoen.

Onder de kantineruimte is plaats voor het kweekmateriaal waar zoon Anco mee kruist.  Anco kruist binnen het kweekprogramma van HZPC in samenwerking met Kweekbedrijf Ropta.
Onder de kantineruimte is plaats voor het kweekmateriaal waar zoon Anco mee kruist. Anco kruist binnen het kweekprogramma van HZPC in samenwerking met Kweekbedrijf Ropta. - Foto: DvD

Kees: "Maar dat kan ook een tijdelijk probleem zijn natuurlijk. Dat hebben we al bij meer ziektes of plagen gezien in het verleden. Veel last in de nacontrole hebben we niet gehad.” Wel ziet de pootgoedteler de afgelopen jaren de winters zachter worden en de buien juist heviger. Hij zorgt er dan ook voor dat het watersysteem op de percelen perfect is, dus onder meer voldoende drainage. Verder zorgt hij ervoor dat het land zo ligt, dat het goed afwatert bij hevige buien.

Splinternieuwe aardappelbewaring

Voorheen had de familie geen eigen aardappelbewaring. Kees: "In een straal van vijf kilometer huurden wij opslag- en koelruimte bij anderen. Nadeel is dat je dan altijd onderweg bent met je netto-, bruto- (direct van het land) en gesorteerde pootgoed." Omdat zoon Anco, die aan Wageningen Universiteit heeft gestudeerd, duidelijk liet blijken dat hij akkerbouwer wilde worden, besloten Kees en Marianne om te investeren in een splinternieuwe eigen aardappelbewaring. In november 2013 werd begonnen met plannen maken. De familie koos ervoor om de vergunning te laten lopen via stichting De Nije Pleats . Dit is een organisatie waarin zowel gemeente, provincie en gewone als landschapsarchitecten zitten.

De organisatie zorgt ervoor dat de vergunningaanvraag zo soepel mogelijk verloopt. Kees: "Belangrijkste punt achteraf is dat zij adviseerden om een splinternieuwe hangar te zetten. En de cultuurhistorische gracht en singel die om ons oude bouwblok liggen te vergroten en om het nieuwe bouwblok te leggen." De Nije Pleats adviseerde om ook een dichte bomensingel om het nieuwe bouwblok te zetten, maar dat is niet doorgezet natuurlijk in verband met de negatieve invloed op het ventilatieregime in de hangar zelf.

De nieuwe aardappelbewaring is ontworpen door Sylvester Adema van architectenbureau Adema Architecten uit Dokkum. Kees: "Dat het onder architectuur gebouwd is, ben ik nu nog blij mee. Je merkt gewoon dat alles klopt. Het erf is direct groot genoeg gemaakt, daar kunnen we nu rustig 1.000 ton bieten op klaarleggen na de oogst.” De nieuwe hangar is gebouwd op heipalen en heeft fraaie raampartijen en een luifel. Het heeft wel zijn prijs, zo’n 10% meer bouwkosten, waarbij de familie voor de architect ook nog eens zo'n 15.000 euro betaalde. De familie heeft alleen voor de koeling subsidie gehad van de overheid.

4 bewaarregimes

Dankzij de nieuwe bewaarloods heeft de familie alles op het eigen bedrijf. Kees: "We telen hoofdzakelijk S en SE pootgoed. Door de opbouw van latente bacteriën in pootgoed is het steeds later in het seizoen bekend waar het goede materiaal is. Het betekent dat je heel goed moet bewaren.” Binnen in de loods kunnen de aardappelen bij verschillende bewaarregimes bewaard worden. In totaal werkt de pootgoedteler met vier bewaarregimes. In bewaarcel 1 en 2 kan de familie niet alleen koelen, maar ook condensdroging toepassen met de OmniCuro van Omnivent. Kees: “Reden om voor de Omnivent te kiezen is omdat die financieel als beste uit de bus kwam en Omnivent zijn afspraken nakomt.”

Kees wilde zodanig kunnen bewaren dat de bewaring zelfs toegespitst kan worden op een bepaald ras. In bewaarcel 1 zit het eigen pootgoed. Daarbij zitten ook de vroege rassen. De tweede bewaarcel is voor middelvroeg materiaal. Kees: "Die houden wij op 4º Celsius. De late rassen bewaren we zonder mechanische koeling op 6,5 tot 7º Celsius. Via het OmniCuro beeldscherm kan de Holwerdter pootgoedteler in een handomdraai meteen zien wat de temperaturen zijn in de diverse bewaarcellen. Indien nodig kan hij aanpassingen doen in temperatuur en luchtvochtigheid e.d.

Via het OmniCuro beeldscherm kan de Holwerdter pootgoedteler in een handomdraai meteen zien wat de temperaturen zijn in de diverse bewaarcellen.
Via het OmniCuro beeldscherm kan de Holwerdter pootgoedteler in een handomdraai meteen zien wat de temperaturen zijn in de diverse bewaarcellen. - Foto: DvD

Bij de kistenbewaring voor 500 kuubskisten met het bruto product (bewaarcel 4) wordt natuurlijke droging toegepast. Bijzonder is dat de roldeuren van deze bewaarruimte door de computer worden aangestuurd op basis van de gegevens van een weerstation op het dak van de aardappelbewaring. Volgens Kees een heel goed systeem wat weinig energie kost. “Je kunt op deze manier tot half januari bruto bewaren.”

De grote en moderne kantineruimte zit aan de voorzijde van de aardappelbewaring bovenin, met werkelijk schitterend uitzicht over het gebied en de zeedijk. In deze ruimte kan de familie zo'n 55 mensen ontvangen voor bijvoorbeeld presentaties, excursies of workshops. Onder de kantineruimte is plaats voor het kweekmateriaal waar zoon Anco mee kruist. Anco kruist binnen het kweekprogramma van HZPC in samenwerking met Kweekbedrijf Ropta. Het is volgens Kees echt zijn passie. Kees: "Deze ruimte met uitgangsmateriaal is afgesloten door middel van een brandwerende wand. Logisch natuurlijk, omdat dit uitgangsmateriaal ook veel waarde heeft en het is ook moeilijk vervangbaar.”

De pootgoedteler werkt met vier bewaarregimes.
De pootgoedteler werkt met vier bewaarregimes. - Foto: DvD

Verbod middelen lastig

Om een topkwaliteit pootgoed te kunnen blijven garanderen zijn er een aantal managementpunten die voor de familie heel belangrijk zijn. Kees: “Zo zorgen wij voor een snelle generatiewisseling, een goede en weerbare bodemstructuur en een gesloten bedrijfsvoering (geen pootgoed van buiten dus). Verder hebben wij natuurlijk onze kennis en ervaring al decennialang.” Waar de Holwerdter pootgoedteler zich wel zorgen over maakt is dat hij verwacht dat het verlies van chemische middelen wel een probleem wordt.

Nul schimmels, nul bacteriën en nul virussen in topkwaliteit pootgoed zal moeilijk te handhaven zijn als alle chemische middelen verboden worden volgens hem. En zeker als er in de pootgoedsector ook nog eens een schaalvergroting zal optreden en dat ligt wel in de lijn der verwachting. Kees: “Het zal voor ons in de toekomst in de top van de keten moeilijker worden om hoogwaardig pootgoed te telen. Het verlies aan chemische middelen gaat zo snel en is zo nieuw voor ons dat ik nu nog geen oplossing zou weten. Ik ga er vanuit dat de coöperatie Agrifirm ons daarbij helpt om daarop te anticiperen.”

Kees schat in dat binnen vijf jaar de meeste chemische middelen verboden zijn. Hij voorziet dat dat een groot probleem wordt. “Dus het zou verstandig zijn als ze in Brussel gelden vrij zouden maken voor onderzoek naar het telen zonder chemische middelen. Of dat wij steun krijgen bij het ontwikkelen of proeven doen met goede biologische middelen of resistente rassen.” Volgens de pootgoedteler is het noodzakelijk dat de huidige range aan middelen behouden blijft totdat er goede alternatieven zijn qua biologische middelen of resistente rassen. Ook zou het volgens hem prettig zijn als er voor pootgoedtelers wat dit betreft meer ziektegericht teeltadvies zou komen.

In discussie

met Timmermans

Kees is zowel bestuurslid van de coöperatie als lid van de Raad van Commissarissen van Agrifirm. Hij vindt dat de politiek pootgoedtelers meer de tijd moet geven om in te kunnen spelen op een tijdperk zonder chemische middelen. “Nu geeft de politiek ons de tijd niet. De Green Deal kan er voor zorgen dat die chemische middelen ook nog eens versnelt verdwijnen. En als dan Eurocommissaris Frans Timmermans in december vorig jaar ook nog eens roept ‘dat het niet snel genoeg gaat’, daar worden wij niet blij van. Laten ze een klein deel van die 1.000 miljard euro ook gebruiken voor oplossingen voor onze sector. Ik zou graag met dat soort mensen in discussie gaan over dit onderwerp.”

Ondertussen zat Kees de afgelopen jaren niet stil wat ecologisch verantwoorde landbouw betreft. Samen met buurman Idsardi, een melkveehouder en een schapenhouder uit de buurt werd in 2001 de vereniging Ecolana opgericht. Deze samenwerking resulteerde in een zogeheten gemengd bedrijf, nieuwe stijl. In het jaar 2002 is Ecolana gestart met een vooronderzoek naar de mogelijkheden van duurzame landbouw. Ecolana staat voor economisch en ecologisch verantwoorde landbouw en natuur. In totaal heeft de vereniging gezamenlijk 300 hectare en doet ook aan agrarisch natuurbeheer. Kees: "En niet via regelingen, want als je een fout maakt kun je als dank ook nog een hele hoge boete krijgen en word je gekort op je toeslagrechten. Daar beginnen wij dus niet meer aan."

In het kader van de samenwerking binnen Ecolana wil Kees beginnen met circulaire landbouw. De melkveehouder gaat binnenkort bezig met de bouw van een nieuwe strostal zodat hij strorijke mest kan leveren. De vereniging wacht momenteel op de handtekening van het ministerie van LNV dat ze die strorijke mest op ieder moment uit mogen rijden zonder het onder te werken. Kees: "Ik wil als pootgoedteler namelijk veel frequenter lage hoeveelheden stromest uitrijden op mijn land. Uit onderzoek blijkt dat dat namelijk veel beter is voor de bodem en het bodemleven. Als je aardappels rooit en je werkt het onder, dan werk je de verliesknollen ook onder. Omdat we de afgelopen jaren natuurlijk vrijwel geen winters meer gehad hebben zijn verliesknollen een groot probleem geworden. Met veel verliesknollen heb je én heel veel opslag én veel meer kans op grondgebonden ziektes zoals aardappelmoeheid."

Een ander punt waar de Holwerdter pootgoedteler zich zorgen om maakt zijn de plannen omtrent het project Holwerd aan Zee . Bij dit project wordt de zeedijk doorgestoken en wordt Holwerd verbonden met zee via een 35 hectare groot meer. Hierdoor dreigt de familie zo’n 15% van haar akkerbouwland kwijt te raken en wordt de kans op verzilting in het ge bied ook nog eens groter.

Dick van Doorn

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken