Startpagina Vleesvee

N-VA-woordvoerder Bram Bombeek wordt boer: ‘Gemengd bedrijf, kleinschalig én de korte keten’

Bram Bombeek (32) heeft als N-VA-woordvoerder de politiek vaarwel gezegd en legt zich binnenkort toe op een nieuwe uitdaging: voltijds boer zijn. Hij wil binnen de landbouw vooral pleitbezorger en gangmaker van de ‘regeneratieve’ landbouw worden. “Dat is hét model van de toekomst voor de Vlaamse landbouw.”

Leestijd : 6 min

O p een dag waarop een sluier van laag hangende wolken, miezerige vriesregen en verontreinigde lucht het Vlaamse platteland drapeert, rijden we naar het ouderlijk landbouwbedrijf van Bram Bombeek in Denderleeuw.

Hoewel het idee bij hem al een tijd rijpte en in zijn hoofd almaar concreter werd, was het voor velen toch een donderslag bij heldere hemel toen hij eind vorig jaar bekendmaakte dat hij stopte met het N-VA-woordvoerderschap en koos voor een job als... jawel, boer.

“Als kind reed ik met een tractor naast een bordercollie achter mijn opa op het landbouwbedrijf, maar zodra ik begon te puberen was ik met andere dingen bezig.

Ik heb ook niet het profiel van een landbouwer: ik ben niet zo handig met machines en werktuigen en ik ben ook geen grote held om tussen de beesten te gaan staan.”

Waarom doet u het dan wel?

Het is zeker geen bevlieging! Ik werkte in de politiek altijd bewust achter de schermen. Ik wilde niet mijn hele leven opofferen aan die politiek. Pas op, ik heb het ongelooflijk graag gedaan en ik ben en blijf een politiek beest. Maar het idee speelt al een jaar in mijn hoofd. Extra versneld door een slagersopleiding die ik volg, waar ik ben geïnspireerd door het verhaal van een Hendrik Dierendonck.

De landbouw is niet de meest gemakkelijke sector.

Dat is ook de politiek niet. Er zijn veel gelijkenissen. De politiek zit in een fase waarin weinig beweging zit. Iedereen beseft dat er verandering nodig is, maar niemand neemt initiatief om het te veranderen. Heel veel gevestigde waarden zijn er alleen op gebrand om het status quo te behouden. Die geluiden hoor je soms ook over de landbouw. En dat klopt niet. Er zijn veel mensen die wel openstaan voor verandering. Ik wil één van hen zijn.

Wat was de trigger?

Toen ik de visie van Joel Salatin leerde kennen, de Amerikaanse rock-’n-rollboer. Dat was hét kantelpunt. Zijn nieuw verdienmodel, de ‘regeneratieve’ landbouw.

Joel Salatin
Joel Salatin - Foto: Polyface Farm

Zo wil ik boeren en ondernemen, via de korte keten. Je moet je als enthousiaste en gedreven ondernemer volledig op de korte keten richten: produceren, zelf kunnen verwerken, marketing, verkoop en distributie. Een boer moet goed kunnen communiceren. Ik zal misschien meer een marketeer dan een reguliere landbouwer zijn. Maar dan wel met een product waar ik volledig achter sta, dat ik 100% zelf in handen heb. Die visie van die ‘regeneratieve’ landbouw wil ik in heel Vlaanderen uitdragen.

Hoe concreet?

Je moet voor een ander model gaan. Van wei tot bord. Het klopt dat het witblauwe vleesvee het moeilijk heeft. Vaak het gevolg van de te grote input, van de te hoge kosten. Kijk, voor de regeneratieve landbouw is de koe het ultieme dier: het kan perfect op gras lopen en 100% leven met gevoederd gras. Die koe geeft vlees én melk. Er is niks duurzamer dan dat. Er moet geen vierkante meter worden omgeploegd. Ik wil dan later ook terug gaan naar de dubbeldoelkoeien, zoals vroeger. Er moet ook veel meer aandacht gaan naar het correct gebruik van de bodem.

Gemengd en kleinschalig, en ik ga nog verder: met runderen, kippen en varkens. Ik ben niet ideologisch verbonden met de biolandbouw, maar ik ga voluit voor agro-ecologie. Zonder sproei- en meststoffen. Met integratie van agroforestry. Dat is de toekomst van de Vlaamse landbouw. Die toekomst is niet de intensieve, geglobaliseerde veeteelt: om varkens naar Polen te exporteren en kippen naar Ghana. Nee, dat is niet het model waar ik voor sta. Volgens mij moet je produceren en ondernemen binnen de eigen, lokale gemeenschap. Die Pool of die Ghanees kijkt enkel naar de prijs. Niet naar duurzaamheid, klimaatneutraal zijn of dierenwelzijn. Dat moeten wij wel doen. En dan kan je dat product tegen een iets hogere prijs verkopen aan iemand die je kent, met wie je een persoonlijke relatie hebt opgebouwd.

Vlaams, de N-VA-reflex?

Pfft, het gaat om de gemeenschap, om ondernemerschap, om rentmeesterschap. Denken aan het doorgeven van het nalatenschap. Of ik dan terug naar vroeger wil? Nee! Maar ik heb wel een romantisch beeld van een gemengd landbouwbedrijf. Heel mooi. Pas op: het was vroeger zeker niet altijd beter. Net als voor andere sectoren geldt ook voor de landbouw: die heeft altijd de maatschappij gediend door het bieden van oplossingen op heel concrete vragen. Vandaag zijn de noden anders. En dan moet je ook voor andere oplossingen gaan, zoals wat Salatin voorschrijft en met succes in de praktijk brengt. Maar ik heb de waarheid niet in pacht. Ik geloof daar sterk in, maar ik ben maar een debutant. Ik zal mijn visie en mijn ideeën wel vol enthousiasme uitdragen.

Niet alles is rozengeur en maneschijn. Zo staat de vleesconsumptie onder druk.

Ik hou zo van een goed stukje vlees. Vandaag is rundvlees te goedkoop. Als je weet van waar het komt, door wie de runderen worden verzorgd, dat het rantsoen (gras) van op de eigen boerderij komt, dat de koeien even verderop in de weide lopen... dan wil je daar toch een iets hogere prijs voor betalen. De hetze tegen het vlees stoort me mateloos. Daar klopt niets van. Het methaan van een koe is op 10 jaar weer afgebroken, en toch wordt dat vergeleken met CO2 van fossiele brandstoffen die honderden jaren in de atmosfeer blijven. Integendeel, landbouwers en runderen zijn precies een deel van de klimaatoplossing doordat ze kunnen helpen om koolstof weer in de bodem te stoppen. Dat maakt mij boos, ja. Het is wel waar dat we vlees weer als een luxeproduct zouden moeten benaderen. Onder meer door het witblauwe ras, is de consumptie van vlees gedemocratiseerd. Er mag meer voor betaald worden, ja.

In die verkoop spelen sociale media een centrale rol. Zelf bent u daarop heel actief.

Er bestaan in Zweden facebookgroepen van landbouwers, die posten wat ze in de aanbieding hebben. Daar wordt dan op gereageerd en kan je gewoon bestellen. Er is 1 keer per week een afspraakmoment. Ja, een virtuele boerenmarkt.

Maar je moet er geen uren staan en je weet op voorhand perfect wat je verkoopt. De betaling is via het internet geregeld. Alleen de fysieke overhandiging van het product moet nog gebeuren.

Ik geloof heel sterk in de kracht van sociale media, zeker bij de korte keten. Twitter is alleen maar het speelveld van politici en journalisten. Je moet je richten op Facebook en op Instagram. Je kan daarop posten waar je mee bezig bent, welke producten in de aanbieding zijn...

Het is misschien virtueel maar dat is nu eenmaal de moderne communicatie. Je creëert wel een band met je consument, met je achterban. Dat is vaak ook de tragiek van de reguliere landbouw. Vaak zijn bedrijven versterkte burchten, waarop niemand gewenst is. Zo creëer je geen band. Kleinschalig, gemengd, korte keten... dat is de toekomst van de Vlaamse landbouw.

Niet iedereen zal u volgen.

Nee, dat weet ik. Ik ben altijd wat ‘contrair’ geweest. Daar heb ik geen problemen mee. Iedereen voelt dat er iets moet veranderen aan het verdienmodel in de landbouw. Dus ja, waarom zou ik het niet proberen? Noem mij 1 reden. Ik weet dat ik in een meer luxueuze positie zit dan anderen. Alles is afbetaald en ik neem financieel geen al te grote risico’s. Iedereen kijkt best naar zichzelf.

Die visie van de regeneratieve landbouw is het model waar ik voor sta, en voor ga. Als je iets wil veranderen, moet je al eens risico’s durven nemen. Of een beetje gek zijn. No balls, no glory. Mensen contacteren mij en reageren enthousiast. Ja, ik wil in Vlaanderen een beweging vormen. Er zijn verschillende opportuniteiten. Het kantelmoment is ‘nu’.

Wanneer bent u geslaagd?

Kom binnen 10 jaar terug. Dan hoop ik hier een mooi gemengd bedrijf te hebben, met een slagerij, een winkel, en als ik meer dan 1 inkomen uit het bedrijf haal. En als de regeneratieve landbouw in Vlaanderen op de kaart staat. En dat die korte keten een serieuze hap uit het voedingsbudget neemt. Vandaag is dat 5 %, wat veel te weinig is. Koeien, vleeskippen, leghennen, varkens. Ik wil grasboer zijn, geen koeien- of kippenboer. Het zou tof zijn dat het allemaal van mijn boerderij komt. Maar ik besef: de tijdsbesteding wordt het grote avontuur. Ik neem nu nog enkele maanden sabbat. Dan ga ik heel hard werken. Vol enthousiasme en gedreven voor deze professionele uitdaging. Voor deze nieuwe job. Voor de omslag in de Vlaamse landbouw. Met een beter verdienmodel. Dat het emotioneel goed zit, economisch rendabel is en ecologisch verantwoord is.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken