Startpagina Economie

ABS betoogt mee: Koken kost geld, ook op het veld!

20 februari zal ook het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) met een delegatie ABS-boeren naar Brussel trekken om te betogen. “Daar zullen wij hard onze stem laten horen, dit samen met collega’s van andere Belgische en Europese landbouworganisaties, en dit tegen de plannen van de Europese Staats- en regeringsleiders om de Europese budgetten voor landbouw sterk te laten dalen”, klinkt het strijdvaardig.

Leestijd : 3 min

Hun primaire eis is duidelijk: het behoud van een voldoende groot budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), en hiermee dus ook voor de toekomst van onze Vlaamse land- en tuinbouw. De manifestatie met Vlaamse, Belgische en Europese boeren vindt plaats van 13.00 tot 15.00 uur vlakbij het Schumanplein (in het stuk Wetstraat tussen het Schumanplein en het Jubelpark).

ABS-voorzitter, Hendrik Vandamme: “Onze boeren zijn echt bezorgd. Hun toekomst hangt af van het Europees budget. Zonder, of met verminderde, tussenkomsten van Europa wordt het voor hen heel moeilijk. Het is inderdaad een cliché, maar wel waar, koken kost nu eenmaal geld, ook op het veld. Samengevat zijn onze bezorgdheden omtrent het Europees budget en de meerjarenbegroting:

1. het budget voor landbouw wordt kleiner,

2. het budget wordt verschoven van West naar Oost-Europa (= externe convergentie),

3. het budget is ontoereikend voor een nog groener GLB,

4. en het budget is ruim onvoldoende om de Green Deal (het groot klimaatplan van Europa) waar te maken als landbouwsector.”

ABS vraagt daarom duidelijk dat Europa rekening houdt met reële omstandigheden zoals productiekosten en verstedelijking om haar middelen toe te wijzen. Alleen zo komen de middelen terecht waar ze thuishoren. Wij pleiten daarom voor het herzien van de huidige pistes en vragen zeer uitdrukkelijk om ook voor Vlaanderen een voldoende groot budget te blijven voorzien. Dit is van levensbelang voor onze Vlaamse land- en tuinbouw.

De 27 Europese staats- en regeringsleiders komen dus morgennamiddag bijeen in Brussel op verzoek van Europees President Charles Michel. Ze zullen daarbij het Meerjarig Financieel Kader (MFK), de Europese meerjarenbegroting, voor de periode 2020-2027 bespreken. Het MFK is van groot belang voor de ganse Europese landbouwsector en de financiering van het GLB. Uit de communicatie van de Europese Commissie op 2 mei 2018 bleek reeds de ambitie om de Europese financiële middelen anders in te zetten vanaf 1 januari 2021. Dat daarbij naar de landbouwsector gekeken wordt om middelen weg te halen ten voordele van migratie, veiligheid en klimaat is geen verrassing, maar er zijn limieten aan de steeds terugkerende afroming van de middelen die voor de landbouwsector bestemd zijn. De combinatie van de Brexit (wat een gat slaat van € 70 miljard), de weigering van de lidstaten om meer dan de huidige 1.11% van hun BNP bij te dragen aan het MFK om dat te compenseren én de verschuiving van de nog beschikbare middelen vanuit het landbouwbudget naar andere beleidsdomeinen wordt een harde noot om te kraken. Deze evolutie zal ervoor zorgen dat de Vlaamse land- en tuinbouwsector het moeilijk zal krijgen om de bijkomende vragen voor vergroening en klimaatinspanningen vanuit het toekomstige GLB (2021-2027) waar te maken.

De voorziene afbouw van de directe inkomenssteun met 5% (pijler 1 van het GLB) en de afbouw van de steun voor plattelandsontwikkeling met 15% (pijler 2) is onaanvaardbaar en moet bijgestuurd worden. De directe Europese inkomenssteun voor de landbouwsector vormt een basisinkomen en is voor een aantal sectoren cruciaal om verder te kunnen. Deze directe steun is essentieel ter compensatie van de volledige liberalisering van de Europese productie en markten en essentieel voor een blijvende garantie op veilig, gezond en voedzaam voedsel uit Europa.

Naast een globale daling van het landbouwbudget voorziet Europa een bijkomende externe convergentie. Het ABS kan hiermee niet akkoord gaan. Deze herverdeling van de middelen tussen de lidstaten, ten nadele van onder meer Vlaanderen, ten voordele van de ‘nieuwe’ lidstaten met structurele achterstand op alle domeinen houdt geen rekening met het zeer grote verschil in productiekosten bij ons ten opzichte van de Oost-Europese landen.

Het platteland heeft de landbouwsector broodnodig om leefbaar te blijven. “Wij willen bij ons geen Franse of Spaanse toestanden van leeglopende dorpen en een doods platteland. Alleen een financieel Europees beleid dat toelaat om verder te investeren, te innoveren, zorg te dragen voor fauna en flora en omgeving zal ons helpen de maatschappelijke verwachtingen die in ons gesteld worden waar te maken. Alleen een voldoende hoge maatschappelijke verloning voor alle niet-economische investeringen die wij moeten waarmaken als landbouwsector zal daartoe bijdragen.”

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken