Interview Wim Vranken (Crelan): Consument zit niet te wachten op 138 concepten in de winkel

Vranken hoopt dat de politiek begrijpt dat de landbouw wat duurzaamheid betreft al grote stappen gezet heeft. Het klassieke model van het houden van het witblauwe ras, werkt voor veel bedrijven niet meer.
Vranken hoopt dat de politiek begrijpt dat de landbouw wat duurzaamheid betreft al grote stappen gezet heeft. Het klassieke model van het houden van het witblauwe ras, werkt voor veel bedrijven niet meer. - Foto: JCB

Crelan Bank is in de wereld van het landbouwkrediet een oudgediende. Ze vindt haar wortels in 1937, als middenin de crisisjaren het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet wordt opgericht. Landbouwkrediet ging in 2011 samen met Centea, waarmee Crelan Bank werd geboren. De focus op de landbouw, ging echter niet verloren. Het is voor landbouwverantwoordelijke Wim Vranken de ‘echte economie’, een sector die bovendien een ongekend ondernemerschap aan de dag legt, maar ook dat andere toverwoord van de moderne tijd: duurzaamheid.

U bent hoofdsponsor van de Agridagen in Ravels. Vanwaar deze keuze?

Als bank willen we ons graag laten zien op plekken waar de landbouw samenkomt. Het is een interessante, goedbezochte beurs met bovendien een sterk programma met seminaries, waar we ook een rol bij mogen spelen. Het delen van kennis past bij de visie die Crelan heeft op een sterke landbouw.

U heeft in de Vlaamse landbouw een marktaandeel van 25%. Heeft Crelan bepaalde doelstellingen, wat betreft haar positie in de agrarische kredietmarkt?

Als je marktaandeel bedoelt: niet echt eigenlijk. Crelan groeit in de agrarische kredietverlening nog altijd harder dan de markt, dus we winnen aan marktaandeel. Maar de klantbediening is voor Crelan veel belangrijker dan de vraag of we 1 of 2 zijn, of welk percentage van de markt we innemen. Crelan is een coöperatieve bank met wortels in de landbouw, en wil vanuit die achtergrond sterke relaties opbouwen. Relaties die goed zijn voor de landbouwer in kwestie, en de bank.

U stelt zich niet agressief op?

Kwaliteit gaat voor ons voor kwantiteit. Met kwaliteit bedoel ik kennis en service. Natuurlijk moet je wat prijs betreft concurrentieel zijn. Maar bij een focus op kwaliteit past niet het ‘kopen’ van marktaandeel door vooral de goedkoopste te willen zijn. Als Crelan een meerwaarde biedt aan klanten, dan groeit de bank vanzelf. Ik denk dat ons dat ook lukt.

Hoe slaagt u daarin?

Crelan heeft in België een netwerk gecreëerd van 88 kantoren (van de 530, red.) met landbouwexpertise. Er zijn dus veel agenten die met de landbouwers het gesprek kunnen aangaan over het bedrijf, de sector en de veranderende wereld. Crelan is ontstaan vanuit de landbouw en heeft voeling met en expertise over de toch zeer specifieke sector. Pas op, we gaan een boer niet vertellen welke sproeistof hij of zij het best gebruikt. Maar we gaan wel spreken over hoe de markt in elkaar zit, voor welke stalsystemen andere boeren kiezen etc.

Daarbij is Crelan een sparringpartner. Het laatste woord is aan de ondernemer. Als hij voldoet aan de kredietvoorwaarden, dan verschaft de bank krediet. Het is vooral belangrijk dat je ideeën met elkaar toetst. Vergeet niet dat kredietverlening in de landbouw gaat over looptijden van 15 tot 20 jaar. Je gaat dus voor de langere tijd een verbintenis aan.

Richt Crelan zich op financiering van de gehele agroketen of vooral op de primaire sector?

Crelan richt zich vooral op de landbouwers en daarnaast KMO’s. In het grootzakelijke spel roeren we ons niet.

De financiering van een nieuwe suikerfabriek in Seneffe komt niet op tafel?

Het komt misschien wel op tafel maar Crelan verschaft geen risicokapitaal. De initiatiefnemers hebben ons wel benaderd, maar we kunnen gewoon die rol niet spelen – ongeacht het project. Daarbij heeft de bank wel besloten om landbouwers die geld willen lenen om in het project te stappen, te helpen. Ik wil wel opmerken dat ik het mooi vind te zien dat zoveel landbouwers het heft in eigen hand willen nemen met een nieuwe fabriek. Het is niet iets dat je zomaar voor elkaar krijgt.

Voor landbouwers zijn lage rentes plezant. Maar is het gezond dat geld zo goedkoop wordt gehouden door de Europese Centrale Bank? Dreigen geen ‘zeepbellen’ te ontstaan?

Het is niet omdat het geld zo goedkoop is dat we het zomaar weggeven. Voor ons geldt altijd, bij welke rente dan ook: hoe steekt het businessplan in elkaar? Is dat goed, dan verschaffen we krediet. Een bank is per definitie voorzichtig, en dat wordt ook sinds de financiële crisis toenemend van ons gevraagd. De rentes zijn laag, maar het is niet zo dat Crelan hierdoor plotseling meer of gemakkelijker geld uitleent.

Voor starters is het overnemen van bedrijven financieel een steeds grotere opgave. Hoe gaat u daar als bank mee om?

We adviseren landbouwers om niet vlak voor het pensioen, maar al 10 jaar eerder na te denken over de opvolging. Je moet goed nadenken over alle aspecten, over de andere kinderen, over voldoende geld om zelf goed te kunnen blijven leven… Tijden zijn veranderd.

Vroeger wilde men wel eens het bedrijf zo goedkoop mogelijk over laten aan het overnemende kind, zodat die een goede start kon maken. Andere kinderen hielden hun mond.

Dat is zo’n aspect: hoe ga ik de andere kinderen compenseren? Koop ik die 2 ha nog even voor mijn pensioen, of koop ik daarvoor een appartement in de stad dat het andere kind toekomt? Uiteindelijk is het niet aan de bank om daarin keuzes te maken. Bij zo’n vraagstuk verwijzen we graag door naar bijvoorbeeld een advocaat die hierin gespecialiseerd is. Wij moeten wel de financiële gevolgen van keuzes voorspiegelen.

Om eerlijk te zijn, denk ik dat de opvolging financieel nog wel te doen is. De generatie die een bedrijf overlaat, kan nog genoeg meegeven aan de generatie die overneemt. Het helpt ook dat de overheid het schenken van familiale bedrijven fiscaal goedkoper heeft gemaakt.

De vleesveehouderij heeft het al jaren zwaar. Hoe ziet u de ontwikkeling van deze sector naar de toekomst toe?

We kunnen er niet omheen: het vleesverbruik daalt. Het klassieke model van het houden van het witblauwe ras werkt niet meer tenzij je excel leert. De afzet naar het buitenland blijft moeilijk. De kwaliteit is geen issue. Het gaat om vlees van dieren die vrij jong zijn geslacht. Daardoor is het met weinig vet dooraderd. In het buitenland is dat soms een probleem. Andere rassen, de korte keten… de sector moet zich heroriënteren. Ik zou de sector niet af durven schrijven maar de wet van Darwin geldt uiteindelijk wel. Wie zich niet aanpast, redt het niet.

De varkenshouderij profiteert van hoge prijzen. Hier ligt echter een calamiteit, de Afrikaanse varkenspest in China, aan ten grondslag. Staat de sector er, als we die wegdenken, fundamenteel goed voor?

In de landbouw als geheel geldt dat er een grote diversiteit is. Er zijn bedrijven die het heel goed doen, ook als het wat minder gaat met de sector, en er zijn bedrijven die het niet heel goed doen, ook als het wat beter gaat met de sector. In elk geval moet je een periode van goede prijzen niet aangrijpen om stil te zitten. Denk na over waar je voor produceert. Dat kan de korte keten zijn of de export naar Duitsland… Stel je bedrijf daar optimaal voor in.

Gelooft u in vleesconcepten? Nu wordt het meeste vlees verkocht als bulk.

Ooit zei de verkoopdirecteur van een grote warenhuisketen in België: als het aankomt op het aanbieden van verschillende producten, willen we binnen een categorie altijd een oneven getal aanbieden, en 3 is teveel. De consument zit niet te wachten op 138 concepten in de winkel, die wordt daar zot van. Ik geloof best in diversificatie, maar doordacht en met mate.

Vlaanderen behoort tot de paar plaatsen in de EU waar de melkplas nog jaarlijks groeit. Is de groei bestendig? Bij Milcobel klagen leden over de melkprijs.

De Belgische melkveehouderij is echt een hele gezonde sector. Technisch zijn de cijfers van Belgische melkveehouderijen zeer goed. Groeien om te groeien mag niet de insteek zijn, de groei moet wel renderen. Dat leden van Milcobel kritisch zijn, is normaal en ook hun taak, maar de sector staat er eigenlijk wel goed voor.

Op welke melkprijs financiert Crelan?

Niemand heeft een glazen bol maar we denken dat de prijs de komende jaren rond de 32 cent per liter zal liggen. Het is een gemiddelde natuurlijk en een gemiddelde kom je nooit in de werkelijkheid tegen. Dus het zal soms fors meer en fors minder zijn. De schommelingen zijn toegenomen sinds de liberalisering van de zuivelmarkt. Bedrijven bereiden zich daarom steeds vaker voor op schommelingen. Rendabiliteit over langere termijn is belangrijk, maar het belang van liquiditeit evenzogoed. De Dexia-affaire is een voorbeeld van een bedrijf dat qua rendabiliteit goed zat, maar op liquiditeit ten onder ging.

Hoe gaan landbouwers om met schommelende prijzen?

Crelan biedt sinds een aantal jaren ook een product, dat Agri-Line heet. Het is een kredietlijn met onbepaalde duur. Binnen die kredietlijn kan de klant afzonderlijke trekkingen aanvragen met een looptijd van 3 tot 12 maanden. Het geld kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor betalingen aan toeleveranciers, de prefinanciering van toeslagrechten en het betalen van belastingen. Landbouwers beheren dat zelf. Daarbij hebben we de tijd genomen om ze heel goed voor te lichten over hoe het product werkt. Eigenlijk is het principe heel eenvoudig. Je vult het opgebruikte krediet weer aan als het goed gaat.

En qua risicobeheer is er natuurlijk binnenkort de brede weersverzekering.

Crelan biedt de brede weersverzekering van Vereinigte Hagel aan. Het is de grootste weersverzekeraar in Europa, met onder meer activiteiten in Nederland en Duitsland. In totaal zijn er 5 aanbieders. Ik zou landbouwers vooral willen adviseren goed te onderzoeken wat bij hen past. In de markt gaat het al snel over prijs en hoewel prijs belangrijk is, zijn bij verzekeringen voorwaarden net zo belangrijk.

De pluimveehouderij blijft binnen de veeteelt groeien. Hoe ziet u de perspectieven voor deze sector?

De sector is heel sterk gegroeid en nu zien we die groei wat afvlakken. Laat ik het zo zeggen: het zal niet meer verdubbelen. Prijzen waren hoog, het aanbod is gevolgd en de markt zoekt nu een evenwicht.

Als we kijken naar de veeteelt, dan zien we een groot verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. Laatstgenoemde kiest vooral voor biologisch en productie voor de regio. Er is veel meer ruimte dan in Vlaanderen. Wat vindt u daarvan?

Het is niet aan Crelan om het Waalse beleid te becommentariëren. Mensen in Wallonië hebben hier blijkbaar voor gekozen. Traditioneel kijkt men in Wallonië naar Frankrijk, waar je een zelfde tendens ziet. Ik denk wel dat het belangrijk is dat ondernemers altijd wat te kiezen hebben, als het gaat om hun productiemodel.

Denkt u dat er een bepaalde ideale bedrijfsgrootte is, of een maximale bedrijfsgrootte – qua maatschappelijke acceptatie?

Grotere stallen zijn niet per se slechter. Het draagvlak van je omgeving is heel belangrijk. Mensen kunnen pas een goed oordeel vellen als ze volledig ingelicht zijn. Ik zou boeren adviseren vooral met de omgeving te communiceren over hoe het plan in elkaar steekt, en welke impact er zou kunnen zijn. Als je het niet zelf kunt, zoek dan iemand die het proces kan begeleiden.

In Nederland is de mestwetgeving verstrengd. Bent u bang dat dit ook in Vlaanderen gaat spelen?

Het is een risico dat erin zit, daar moet je niet flauw over doen. Voor ondernemers is het belangrijk te weten waar ze aan toe zijn. Als je in het voetbal elke 2 minuten de spelregels verandert, dan kan men op den duur ook niet meer volgen. De landbouw is één van de meest innovatieve sectoren die er bestaan. De sector heeft steeds hele grote stappen gezet op het gebied van productiviteit maar ook inzake duurzaamheid. Geef ze ruimte en tijd, en houd er rekening mee dat landbouwers vaak investeren met afschrijvingstermijnen van 20 jaar.

Jan Cees Bron

Meest recent

Meest recent