Startpagina Schapen

Keizersnede bij het schaap: Grijp tijdig en correct in bij moeilijkheden

De lammerperiode is op de meeste bedrijven de belangrijkste tijd van het jaar. Zowel het management vóór als na de lammering zijn belangrijk, maar ook tijdens de partus zelf kunnen er problemen opduiken. In het geval van moeilijke geboorte of dystocie moet er tijdig en correct ingegrepen worden zodat er minimale risico’s worden genomen voor de ooi en de lammeren.

Leestijd : 6 min

De cijfers van de Sanitelbank geven de actieve beslagen weer in België (tabel 1), maar er moet rekening mee gehouden worden dat er inventarissen ontbreken. Het gaat telkens over dieren die ouder zijn dan 6 maanden. In België zijn er voornamelijk hobbykwekers gevestigd.

SCHAAP1

Het populairste stamboek geregistreerde schapenras blijft met voorsprong de Texel (tabel 2). Het kweken met rassen uit Groot-Brittanië of Frankrijk zal hoogstwaarschijnlijk aan belang winnen, alsook het terugkomen van rassen van vroeger, bijvoorbeeld de Ardense Voskop. De sterfte van veel kweekooien en de verminderde vruchtbaarheid van de ooien en rammen zijn te wijten aan de blauwtongepidemie. Hierdoor wordt een dalende trend gezien van ingeschreven lammeren in het stamboek.

SCHAAP2

Moeilijke geboorte

De gerapporteerde incidentie van dystocie (moeilijke geboorte) bij kleine herkauwers ligt rond 2,5-4,8%. Het percentage keizersnedes binnen een schapenpopulatie varieert van 0,5-2,5%. De incidentie van keizersnedes bij grote schapenrassen – bijvoorbeeld Suffolk – is 5 keer zo groot dan in een normale schapenpopulatie (0,5%). Bij ooien met een vaginaprolaps komt keizersnede tot 10 maal meer voor.

Dystocie: een multifactorieel gegeven

Gedurende de lammering is het belangrijk om op het juiste moment in te grijpen. Dit mag niet te vroeg zijn, maar ook niet te laat. Schapenhouders met ervaring kunnen meestal helpen wanneer het lammerproces niet vlot verloopt. Bij een lammering waarbij er matige trekkracht uitgeoefend wordt, geldt de vuistregel dat er maximum 10 tot 15 minuten gewerkt mag worden aan de ooi. Indien het (eerste) lam nog niet geboren is na die tijd, wordt er best overgegaan tot een keizersnede.

Voldoende glijmiddel gebruiken is een must. Dystocie is één van de meest voorkomende redenen van lammersterfte tijdens of kort na de geboorte. Per definitie is er pas sprake van dystocie wanneer er geen uitdrijving is van de vrucht na 2 uur, of als het interval tussen 2 lammeren groter is dan een uur. Kortweg bekeken zijn er 2 soorten dystocie: geboorteproblemen veroorzaakt door de moeder (maternaal) en door de lammeren (foetaal), zie figuur 1.

Figuur 1: De soorten dystocie waarbij een keizersnede een oplossing kan bieden. Combinaties van beide soorten geboorteproblemen zijn mogelijk.
Figuur 1: De soorten dystocie waarbij een keizersnede een oplossing kan bieden. Combinaties van beide soorten geboorteproblemen zijn mogelijk. - Bron: UGent

Geboorteproblemen door het lam

In een normale situatie zal het lam in voorste voorstelling geboren worden waarbij het kopje op de voorpoten ligt. Achterste voorstellingen, of een stuitligging, worden anders benaderd. Hierbij zal de kans groter zijn dat de navelstreng te snel afscheurt of dat het lam meerdere ribbreuken heeft.

Bij zo’n afwijkende ligging zullen sommige veehouders de voorkeur geven aan een keizersnede om risico’s te beperken. Soms zullen er meerdere ledematen van verschillende lammeren in het bekken getreden zijn, of is het lam te groot om doorheen het bekken van de ooi te passeren. In beide gevallen kan er bij een (levend) lam geopteerd worden voor een keizersnede.

Ooien die vruchten dragen met een afwijkende lichaamsvorm (monstra genoemd), kunnen ook in aanmerking komen voor een keizersnede. Geslacht en pariteit hebben, naast bovenstaande factoren, ook een invloed op het geboortegemak. Ramlammeren zullen vaker problemen geven in vergelijking met ooilammeren, net zoals eenlingen ten opzichte van meerlingen.

Geboorteproblemen door de ooi

Geboorteproblemen te wijten aan de ooi kunnen ook voorkomen. De cervix kan slecht of niet ontsluiten na het oprekken met glijmiddel, wat ring-womb wordt genoemd. Bij een prolaps van de vagina (die al dan niet teruggeplaatst is) kan een keizersnede een oplossing bieden omdat vaginale manipulatie moeilijker is.

Naast problemen met de weke delen, kan het bekkenkanaal te nauw zijn. Hierbij zal het snel duidelijk worden dat de proefextractie negatief is. Onder de term proefextractie verstaan we het uitoefenen van tractie tijdens de geboorte met een matige trekkracht. Belangrijk hierbij is dat het kopje op de gestrekte poten ligt en dat er zich genoeg ruimte bevindt tussen de schouders van het lam en het bekken van de ooi. Indien er niet aan deze criteria wordt voldaan, kan er gesproken worden van een negatieve proefextractie en mag er geen tractie uitgeoefend worden op het lam.

Praktisch protocol van de keizersnede

Zoals hierboven vermeld zal er bijvoorbeeld bij een te groot lam overgegaan worden tot een keizersnede. De ingreep kan gebeuren op het liggende of staande dier. Dit laatste is enkel handig wanneer de ooi vastzit in een mobiele box die omhoog kan, zodat de dierenarts op ooghoogte kan werken. Bij het liggende dier kan de keizersnede uitgeoefend worden op een tafel of een strobaal. Hierbij is het van belang dat de poten en de kop goed gefixeerd worden. Een tafeltje naast de strobaal waarop de dierenarts zijn materiaal kan leggen is handig.

Wanneer de lammeren nog leven, is het efficiënt om de snede te maken in de linkerflank. Zo zal de kans kleiner zijn dat de hechtingen op de wonde loskomen wanneer de lammeren stoten naar de uier. Bij het vermoeden van dode of rotte lammeren is het aangewezen om de incisie in de lies te maken. Zo zal het vervuilde vruchtwater niet in de buikholte lopen. Het nadeel hiervan is dat de wonde kan opengaan bij het stoten naar de uier.

Voor de keizersnede kan het middel Planipart gegeven worden in het bloed. Dit zorgt ervoor dat de baarmoeder relaxeert, waardoor ze beter in de wonde gebracht kan worden om zo het lam eruit te halen. De linkerflank zal geschoren of geplukt worden vanaf de laatste rib tot aan het heupbeen. Meestal is er een emmer nodig met lauw water om de ooi te wassen en een emmer met water en Ecutan (chloorhexidine) waarmee de dierenarts zich kan wassen.

De plaats waar de snede komt, wordt verdoofd met een mengsel van een lokaal anestheticum en fysiologische oplossing. De huid wordt dan gereinigd met joodzeep of een ander ontsmettend product. Vooraleer de ingreep begint, wordt er povidone-oplossing en alcohol gegoten op de plaats waar de snede komt. De incisie van de huid zelf zal niet groot zijn.

Als veehouder kan je assisteren tijdens de keizersnede. Eerst en vooral is het belangrijk dat de ooi goed gefixeerd is en niet te veel kan bewegen. Daarnaast kan het nodig zijn om bijvoorbeeld de tang vast te houden die op de baarmoeder staat: zo zal de veearts vlot kunnen hechten. Overtollig bloed stelpen helpt om de zichtbaarheid niet te belemmeren. Meestal zal er 5 ml penicilline in de buikholte gespoten worden. Het buikvlies en de spieren worden zorgvuldig dichtgemaakt met daartussen ook penicilline of chlortetraspray. De huid kan gehecht worden met een absorberende draad, maar ook met een niet-absorberende draad. Bij deze laatste moet de draad na 10 tot 14 dagen verwijderd worden. Nadat de huid gesloten is, wordt de hechting bedekt met aluminiumspray. Nadien krijgt de ooi oxytocine in de spier (1 ml per dier). Dit is nodig om de nageboorte te laten afkomen en de melkejectie op gang te brengen.

Lammeren die met een keizersnede geboren worden, zullen vaak meer slijm hebben in de neus, mond en ademhalingswegen. Dit komt omdat ze niet doorheen het geboortekanaal gepasseerd zijn, waar er druk wordt uitgeoefend door de weeën van de ooi. Belangrijk is om dit overtollige slijm te verwijderen door het lam ondersteboven te houden bijvoorbeeld. Koud water in het oortje gieten helpt omdat ze hiervan met de kop schudden. Zachtjes in de neus knijpen of een stukje stro in de neus brengen stimuleert ook de ademhaling.

Nazorg en complicaties

Na de keizersnede is het belangrijk dat de ooi er klinisch goed blijft uitzien. Als ze zwak is, kan een eenmalige toediening van cortisone helpen. Dit zorgt er onder andere voor dat de suikerspiegel op peil blijft en dat ze een boost krijgt. De nageboorte zou binnen de 6 uren na de keizersnede moeten afkomen. Bij een flanksnede is het gemakkelijk om de wonde in het oog te houden. De huid mag niet opgezet of pijnlijk zijn, niet rood kleuren en er mag geen uitvloei zijn vanuit de snede.

Onderzoek heeft uitgewezen dat er geen verhoogde kans is op het niet afkomen van de nageboorte, baarmoederontsteking of slechtere vruchtbaarheid na een keizersnede. Wel zal een acute, fatale buikvliesontsteking meer voorkomen na een keizersnede dan na een normale lammering, voornamelijk bij dode vruchten. Antibiotica toedienen verkleint de kans op complicaties. Tijdens de keizersnede zelf zal de dierenarts een hoeveelheid antibiotica in de buikholte spuiten. Nadien wordt de ooi 2 dagen met ongeveer 5 ml penicilline in de spier gespoten.

Het is belangrijk dat de lammeren voldoende biest krijgen binnen de 12 uur na geboorte. Ongeveer 10% van het lichaamsgewicht zal nodig zijn, wat meestal 300-400 ml is. Indien de ooi niet voldoende biest geeft, zal runderbiest goed zijn ter vervanging, maar hier moet wel meer van gegeven worden. Lammeren zijn gevoelig aan suikertekort, waardoor het na de biestopname belangrijk is dat ze melk blijven drinken. Een warmtelamp in het kraamhok (de eerste dag) zal onderkoeling van de lammeren tegengaan.

Marjolein Brack, UGent

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken