Startpagina Groenten

Smartbiocontrol als innovatief alternatief voor chemische gewasbescherming

Het PCG (Proefcentrum voor de Groenteteelt) uit Kruishoutem en partners presenteerden begin deze week het Interreg V-project ‘Smartbiocontrol’. Dit grensoverschrijdend project moet zorgen voor een innovatief alternatief voor de chemische gewasbescherming.

Leestijd : 4 min

M et dit Interregproject verenigen 26 teams zich uit de grensregio Frankrijk - Wallonië - Vlaanderen met hun expertise om de Belgische en Franse landbouwers een geïntegreerde en innovatieve aanpak aan te bieden voor een duurzame landbouw. Dit wordt bewerkstelligd door het toepassen van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen.

De laatste jaren staat het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen onder druk in Europa, door een steeds strenger wordende wetgeving en een groeiend bewustzijn voor het milieu en de volksgezondheid van landbouwers en consumenten.

Het gebruik van biologische maatregelen ter bestrijding of het onder controle houden van ziekten en plagen is een belangrijk basisprincipe in de biologische teelt. “Maar ook in de gangbare teelt kan biologische gewasbescherming een goed alternatief vormen voor chemische bestrijding in het kader van de geïntegreerde gewasbescherming”, zo legt ons Jenny Neukermans van het PCG uit. In België is deze techniek gekend onder IPM, in Frankrijk noemt men dit ‘le plan Ecophyto et Agroécologie’. Hierbij geeft men de voorkeur aan duurzame, biologische, fysische en andere niet-chemische methoden.

Met ‘Smartbiocontrol’ willen we naar een geïntegreerde en innoverende aanpak voor de ontwikkeling en toepassing van nieuwe Biocontrole-producten, aldus Jenny Neukermans, onderzoekster PCG.
Met ‘Smartbiocontrol’ willen we naar een geïntegreerde en innoverende aanpak voor de ontwikkeling en toepassing van nieuwe Biocontrole-producten, aldus Jenny Neukermans, onderzoekster PCG.

26 teams

De projectportefeuille Smartbiocontrol verenigt de expertise van 26 teams uit bijna twintig verschillende structurele entiteiten zoals onderzoekscentra, universiteiten, vzw’s, bedrijven, regionale verenigingen en landbouworganisaties. De teampartners zijn gelijkmatig verdeeld over beide zijden van de landsgrens om efficiënte, nieuwe biologische producten te ontwikkelen en te promoten in de strijd tegen plantenziekten.

Smartbiocontrol werd reeds afgelopen najaar gelanceerd en eerder deze week aan de pers voorgesteld. De basisdoelstelling is om via een innovatieve aanpak de Belgische en Franse landbouwers een bijkomende optie aan te bieden ter vervanging van een chemisch gewasbeschermingsproduct.

Smartbiocontrol bestaat uit één koepelproject (Biocomgest) en vier uitéénlopende wetenschappelijke deelprojecten, die onderling sterk verbonden zijn, om nieuwe biologische middelen te identificeren (Bioscreen), de productie op industriële schaal te ontwikkelen (Bioprod), hun werkzaamheid in het veld te valideren (Bioprotect) en de opvolging in het veld te verzekeren (Biosens).

Phytobio

Smartbiocontrol is een vervolg op het Interreg IV-project Phytobio, waarin een nieuwe familie van natuurlijke moleculen, namelijk lipopeptiden, met schimmelwerende werking werden gelanceerd. Deze ‘biopesticiden’, afkomstig uit bacteriën, zijn bijvoorbeeld werkzaam tegen valse meeldauw in sla, fusarium op prei, septoria op tarwe en botrytis op druiven.

Phytobio ontving in 2013 de prijs ‘Strategisch project Interreg IV’ voor de kwaliteit van de gerealiseerde grensoverschrijdende samenwerking.

4 deelprojecten

De projectportefeuille bestaat uit één koepelproject en vier uitéénlopende wetenschappelijke deelprojecten.

Eén van deze deelprojecten is ‘Bioscreen’ en heeft als doel nieuwe moleculen van biologische en multifunctionele oorsprong te vinden en te identificeren. De grensoverschrijdende complementaire expertise zal een snelle vooruitgang mogelijk maken bij de evaluatie van de doeltreffendheid van de moleculen en hun potentieel gebruik.

Het bioscreen-project zal ook een gemeenschappelijk opleidingsplatform oprichten waardoor studenten van grensoverschrijdende instellingen zich verder kunnen specialiseren op het gebied van biologische bestrijding.

Het doel van het deelproject ‘Bioprod’ is de belemmeringen wegnemen die de industriële productie van nieuwe biopesticiden via micro-organismen in de weg staan. In de nabije toekomst willen de projectpartners meer mens- en milieuvriendelijke producten voorzien en dit aan een haalbare kostprijs. De acties van het project dragen bij tot een vaste, economisch haalbare kostprijs van iedere molecule. Een grensoverschrijdende marktanalyse verwerft inzicht in de praktijken en verwachtingen van de verdelers van fytosanitaire producten en van de landbouwers om zo de biogebaseerde moleculen optimaal te promoten.

In het deelproject ‘Bioprotect’ wordt het effect van bepaalde omgevingsomstandigheden zoals temperatuur, relatieve vochtigheid en licht op de effectiviteit van de biologische middelen verder onderzocht. Daarnaast wordt het optimale tijdstip van de toepassing, meer bepaald het gewasstadium en het stadium van de ziekte, en de toepassingstechniek (gewasbespuiting, aangieten, zaadbehandeling, ...) bestudeerd. De verschillende projectpartners zullen zowel proeven in het veld als testen onder meer gecontroleerde omstandigheden aanleggen die focussen op pathosystemen die voor de grensoverschrijdende regio van groot belang zijn.

De partners van het deelproject ‘Biosens’ zullen instaan voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie sensoren voor de controle van biologische bestrijdingsmidelen, micro-organismen en/of biocidemoleculen.

Het laatste deelproject ‘Biocomgest’ moet instaan voor de optimale coördinatie van het wetenschappelijk werk en een goede communicatie errond. De website smartbiocontrol.eu heeft als doel een uitwisselingsplatform uit te bouwen tussen de partners van de verschillende projecten (Intranet) enerzijds en de verschillende doelgroepen (landbouwers, industriële partners, docenten/onderzoekers, studenten, groot publiek) anderzijds.

Steun vanuit beleid

Oost-Vlaams gedeputeerde voor Landbouw en tevens voorzitter van het PCG Alexander Vercamer mocht het persmoment afsluiten. Hij gaf aan dit beleidsmatig een belangrijk project is dat de provincie graag ondersteunt. Gedeputeerde Vercamer bemerkte dat er weinig sectoren zijn die zo veel overheidssteun krijgen als de landbouw. Dit is volgens hem niet toevallig: “Eten is immers nog altijd belangrijk, waarbij we naast voedselveiligheid, ook voedselveelheid en voedselzekerheid kennen”.

“De overheid is geïnteresseerd in onderzoek omdat ze zelf enkele dwingende eisen aan de land- en tuinbouwer oplegt, denk maar aan de IPM-regelgeving. Dit is niet altijd makkelijk en vraagt meer kennis en inzicht dan de traditionele kalenderbehandelingen”, legt Alexander Vercamer uit.

Hij geeft aan dat de biologische gewasbeschermingsmiddelen ons kunnen helpen om aan duurzame landbouw te doen, waarbij ze ook bijdragen aan de resistentieproblematiek. “Ze vormen een belangrijk potentieel alternatief dat we moeten onderzoeken en in kaart brengen zodat we ze kunnen gebruiken binnen een economisch gezonde bedrijfsvoering”.

Het PCG fungeert als schakel binnen het fundamenteel onderzoek en de praktijk met respect voor de beleidskeuzes van de Europese en Vlaamse overheid. “We willen de telers toekomstgericht, innovatief, duurzaam en concurrentieel maken. Aan de basis van spijs en drank liggen nog altijd onze land- en tuinbouwers”, aldus gedeputeerde Vercamer.

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken