Startpagina Melkvee

Verbeter je rendement met HyCare-aanpak

Iedere melkveehouder tracht op zijn manier zijn dieren te vrijwaren van infecties. Hij creëert daarbij een omgeving waarin de infectiekansen tot een minimum worden herleid. De kans op bedrijfsblindheid is echter groot. Wie het HyCare-principe toepast, heeft volgens MS Schippers een stapje voor.

Leestijd : 7 min

T oeleverancier MS Schippers is bedenker van het HyCare-concept, waarbij ‘hy’ staat voor hygiëne en ‘care’ voor zorg/verzorgen. Het systeem werd eerst gelanceerd in de varkenshouderij. Sinds enkele jaren bestaat ook een uitgewerkt concept voor de melkveehouderij. Gezien de volledig verschillende stalomgeving, is er voor beide sectoren immers een eigen aanpak nodig.

Verleng de levensduur

In de melkveehouderij streeft men naar een hoge langleefbaarheid van de stapel. “Helaas zien we de laatste 10 jaar weinig tot geen vooruitgang in België en omliggende landen”, stelt Wilco de Crom, divisiemanager melkvee bij MS Schippers. “Het zou mooi zijn, moesten we de levensduur in de (nabije) toekomst toch flink wat kunnen opkrikken. Wanneer we kijken naar gedwongen afvoer dan zien we dat nog steeds zowat 80% van de koeien en kalveren het bedrijf vroegtijdig verlaat als gevolg van een infectie. We spreken dan over vroegtijdige afvoer door klauwproblemen, problemen met de vruchtbaarheid, uierontsteking… Daar valt nochtans iets aan te doen! En vandaag liggen de kosten en marges van melkproductie te dicht bij elkaar om hierin te falen.”

Het is belangrijk om de infectiedruk zo laag mogelijk houden. De Crom: “Boeren doen daar elke dag, op hun eigen manier, heel wat inspanningen voor. Maar doorheen de jaren ontstaat dikwijls een soort tunnelvisie. Men doet de werkzaamheden steeds op dezelfde manier en men denkt dat het goed gaat. Maar waarom raakt die koe niet drachtig? De klauwen kunnen een reden zijn, maar ook bijvoorbeeld broei in het voer, dat daardoor oververhit raakt. De afvoer van kalveren gebeurt dikwijls door diarree of longinfecties. De achterliggende reden is meestal een infectie.

Koeien houden, dat vergt een topsportaanpak. Je koeien moeten immers elk jaar drachtig worden. Dat moet in uitstekende omstandigheden gebeuren. Maar hoe hoog leg je de lat op jouw bedrijf?”

Opleiding in HyCare

MS Schippers werkte hiertoe een volledig eigen concept uit. “In een HyCare rendementsstal werken we op 2 belangrijke fronten: hygiëne en verzorging!”, legt Wilco de Crom uit. “Het is een integrale aanpak. We werken zowel op interne bioveiligheid via ongediertebestrijding, drinkwatervoorziening, voerhygiëne eneen schone stal als ook op zorg met aandacht voor de klauwgezondheid en de transitieperiode.”

MS Schippers wilde deze integrale aanpak in de praktijk tonen. Het toeleveringsbedrijf ging in juni 2017 een samenwerking aan met melkveehouder Seuntiëns in het Nederlandse Knegsel. “Seuntiëns schakelde begin 2018 over naar het HyCare-principe. De resultaten zijn héél goed (zie kader).

We maakten hier intussen een opleidingsruimte met zicht op de stal. Aan de hand van visuele voorstellingen beschrijven we heel praktijkgericht elk facet van de HyCare-aanpak. Intussen brachten al heel wat geïnteresseerde melkveehouders, samen met hun veearts, een bezoek. Het is nadien aan hen om onze adviezen op het eigen bedrijf toe te passen. Op de meeste bedrijven zijn er immers heel wat mogelijkheden tot verbetering. Weliswaar staan onze adviseurs hen daarbij bij.”

We volgden zelf de rondleiding in de opleidingsruimte in Knegsel.

Betere bioveiligheid

Om zoveel mogelijk een kiemvrije omgeving te realiseren, hanteer je best een aantal (nieuwe) werkmethodes. De Crom: “Wij adviseren om versleping van ziektes te voorkomen tussen koeien en het jongvee. Dit is goed te organiseren als je per diergroep gereedschappen en kleding in een andere kleur gebruikt. Op grotere bedrijven werkt best 1 persoon per diergroep. Dit principe is heel gangbaar in de varkenshouderij, maar bestaat amper in de rundveehouderij. Pas je werkwijze dus aan, en pas ze ook strikt toe.

Dikwijls is er wel een hygiënesluis aanwezig, maar wordt ze zelden gebruikt, zelfs niet door erfbetreders, zoals de inseminator of klauwverzorger, die van erf naar erf gaan. Gelukkig krijgt bioveiligheid ook meer en meer aandacht in de melkveehouderij.”

Houd ongedierte buiten

Samen met het mooiere en warmere weer duiken ook de lastige vliegen op. “Vliegen aanpakken in een open stal is niet zo evident”, vervolgt De Crom. “Maar met een goede aanpak lukt het om dit probleem onder controle te houden. De vliegen zelf bestrijden, is niet ideaal. Je kiest er beter voor om de maden te bestrijden in de periode na het uitrijden van de mest – dus einde maart - begin april. In de maand mei is het hiervoor eigenlijk alweer te laat. Biologische bestrijding van vliegen en maden kent meer en meer opgang. We werken daarbij met roofvliegen en sluipwespen die de maden te lijf gaan. Zoek best professionele hulp voor het juiste advies.

Ratten en muizen kunnen het hele jaar door een probleem vormen. Ze veroorzaken niet alleen ziektes, maar berokkenen ook heel wat schade aan elektriciteitsleidingen, isolatie, voeder… Zorg er dus voor dat je geen plekjes creëert waar ze kunnen schuilen en voortplanten.”

Zuiver drinkwater

De meeste bedrijven hebben wel een voeradviseur, maar niemand die iets vertelt over het water. De Crom: “Een koe moet dagelijks 23 kg droge stof opnemen, maar ook 100 l water! Slechts een kwart van de koeien haalt dat. Voeder is duur, dus dat wordt meestal wel goed in de gaten gehouden. De aandacht voor – goedkoop – water daarentegen, is beperkt, terwijl een koe minder zal eten als de waterkwaliteit ondermaats is. De basis voor kwaliteitsvol water is natuurlijk de kwaliteit ervan aan de bron. Men vergeet dat in het water dat via de dakgoot wordt opgevangen een dode vogel of rottende bladeren kunnen gelegen hebben. Ook de leidingen en de drinkbakken verdienen aandacht. Leidingen moet je ontdoen van de biofilm die erin ontstaat. Die slijmlaag aan de binnenzijde van de leidingen kan je – weeral mits een goede aanpak – wegkrijgen en weghouden.”

Schoon bord

Veehouders hebben, zoals eerder aangehaald, veel aandacht voor het rantsoen van hun koeien. Toch laat ook de voerhygiëne dikwijls te wensen over. “We confronteren de bezoekers met hun eigen maaltijden. Jij eet toch ook graag van een schoon bord?”, toont Wilco de Crom op de infopanelen.

MS Schippers confronteert de bezoekers met hun eigen maaltijden.  Jij eet toch ook graag van een schoon bord?”
MS Schippers confronteert de bezoekers met hun eigen maaltijden. Jij eet toch ook graag van een schoon bord?” - Foto: AV

“Zorg dus voor een poriënvrije vloer. De kiemdruk op een niet-gecoate vloer is immers 30 maal groter dan op een vloer mét coating. Wij adviseren om een twee-componenten-epoxycoating aan te brengen in de zone net voor het voerhek in de voergang. Breng één laag aan op een propere en droge vloer. Dan ben je safe voor de komende 15 jaar. Indien je meerder lagen aanbrengt, geeft dit na verloop van tijd barsten. De coating gaat uiteindelijk stuk en de reinigbaarheid en dus de hygiëne nemen af. Bovendien bestaat de kans dat de vretende koe ongewild stukjes coating opneemt.

Een gecoate vloer voor het voerhek vergroot de voerhygiëne.
Een gecoate vloer voor het voerhek vergroot de voerhygiëne. - Foto: AV

Ook aanzuren van het voeder is een perfecte tool (tussen mei en september) om kiemen in het voer te onderdrukken. Dankzij deze eenvoudige maatregelen kan je veel verdienen.”

Klauwproblemen aanpakken

Een volledig schone stal is een moeilijke uitdaging. De Crom: “Een varkens- of pluimveestal komt na elke ronde leeg. De stal wordt volledig kiemvrij gemaakt, vooraleer nieuwe dieren inhuizen. In een melkveestal is er een voortdurende aan- en afvoer van dieren. We zien dikwijls dat wanneer de uierproblemen verminderen klauwproblemen opduiken omdat er een minder aandacht is voor de vloerhygiëne.

Volgens een proef van Wageningen Universiteit kan het aantal kiemen op de klauwen van 3.325 kve/cm2 zakken naar 78 kve door correcte desinfectie. In deze proef ging het wel om een manuele desinfectie. Dat is in de praktijk weliswaar niet haalbaar, maar het toont wel het belang ervan. We passen daarom AutoHoofClean toe. Hierbij leggen we aan de uitgang van elke melkrobot matten met desinfecterende en verzorgende producten. Elke productieve koe gaat hier dus sowieso meermaals daags over. De huid en klauwen worden dus meerdere keren per dag gedesinfecteerd en verzorgd. Na 2 maanden zie je al een gunstig resultaat.”

Gezonde transitie

De Crom: “De jonge kalfjes van 0 tot 2 à 3 weken leeftijd hebben een lage weerstand. Maar vergeet niet dat bij heel wat koeien tussen 0 tot 80 - 100 dagen na het afkalven klauwproblemen ontstaan en dat de meeste mastitisproblemen opduiken in de eerste 70 dagen na afkalven. Wanneer een koe 80 dagen na het kalven niet opnieuw drachtig raakt, is dit meestal terug te leiden tot problemen tijdens de droogstand of de transitieperiode. De weken voor (3) en na het kalven (7-10) zijn erg intens voor een koe. De energiebehoefte is in die periode groter dan de energieopname, waardoor een negatieve energiebalans ontstaat. Een koe verliest in die periode heel wat gewicht: 80 kg is niet ongewoon, maar 100 kg is niet oké. Het lichaamsvet in de lever zal dan omgezet worden in extra energie. Dat is erg belastend voor de lever, en dus voor de weerstand. Met care willen we dus ook cruciale organen zoals de lever en de pens ‘verzorgen’. Dit doen we door de koeien, automatisch en dus individueel, extra te ondersteunen met essentiële B-vitamines en extra energie tijdens de transitiefase.”

De koe vergt extra aandacht in de transitieperiode , aldus Wilco de Crom.
De koe vergt extra aandacht in de transitieperiode , aldus Wilco de Crom. - Foto: AV

Betere resultaten

Elke koe of kalf laten leven in een omgeving waar de kans op infectie tot een minimum beperkt wordt, is dus een voortdurende missie van de melkveehouder zowel als van de dierenarts. “Zoek naar verbeterpunten op je bedrijf, want dat zorgt voor minder uitval en dus voor een betere langleefbaarheid van je dieren. Koeien geven meer melk dan vaarzen, en meer melk uit je stapel halen, levert geld op. En als je je koeien langer in productie kan houden, vermijdt dit een te groot aandeel jongvee. Het zijn allemaal factoren die leiden tot een efficiëntere en rendabelere melkveehouderij!”, besluit Wilco de Crom.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken