Startpagina Varkens

Everzwijnen traceren in Vlaanderen is niet eenvoudig

De voorbije jaren is het aantal everzwijnen – en de overlast door schade voor landbouwers – heel sterk toegenomen. Maar we weten eigenlijk nog maar weinig over de verspreiding en het verplaatsingsgedrag van deze dieren. “Het vangen en labelen van everzwijnen werd in 2018 beëindigd”, zegt Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving. “De voornaamste uitkomst van het onderzoek is de opgebouwde expertise van het vangen van everzwijnen.”

Leestijd : 4 min

In 2012 al startte het INBO, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, met het vangen van everzwijnen in de Lage Kempen en het Nationaal Park Hoge Kempen. “Deze werden geoormerkt, en eens afgeschoten, kon men zo onder meer de afstand berekenen die het dier had afgelegd”, stelt Vlaams parlementslid Steven Coenegrachts. “Het INBO had voor dat onderzoek een aantal dieren uitgerust met een gps-halsbandzender, waardoor hun bewegingen door het landschap nauwgezet zouden kunnen worden opgevolgd.”

Volwassen dieren

Uit een antwoord van Zuhal Demir (N-VA), Vlaams minister van Omgeving, blijkt dat in totaal 22 everzwijnen van een zender werden voorzien. “Het oorspronkelijke doel was om minstens 1 jaar de posities van de met een GPS uitgeruste dieren te volgen. Deze doelstelling kon in de praktijk voor geen enkel dier worden gerealiseerd.”

Om dieren lange tijd met halsbandzenders te volgen, moet je werken met volwassen dieren. “Jonge dieren groeien nog, waardoor verwondingen veroorzaakt kunnen worden wanneer zo’n zender te lang rond de hals blijft. Hierdoor kunnen jonge dieren slechts voor korte periode worden opgevolgd. In onze studie bleek het verder erg moeilijk om voldoende volwassen everzwijnen te vangen. Daarnaast waren er verschillende technische problemen met de zenders, waardoor deze vroegtijdig stopten met het verzamelen van posities”, legt Zuhal Demir verder uit. Uiteindelijk konden slechts 5 zenders langer dan 100 data verzamelen, met een maximum van 189 dagen voor een zender van een mannelijk volwassen everzwijn.

Provincie Limburg

De vangstlocaties bevonden zich allemaal in de provincie Limburg. “Alle gevangen dieren werden gemerkt met een oorlabel, ook de everzwijnen voorzien van een zender.” Het totale aantal geoormerkte dieren in de provincie Limburg bedraagt 543 everzwijnen over een periode van 7 jaar. Het INBO ontving terugmeldingen van 238 geoormerkte dieren. “Zolang er nog gelabelde dieren rondlopen, zijn terugmeldingen mogelijk. Het INBO blijft dit verder opvolgen. Op 1 terugmelding uit de provincie Antwerpen en 1 uit Nederland na, zijn alle terugmeldingen afkomstig uit de provincie Limburg”, laat Zuhal Demir weten.

Bij de terugmeldingen: valwild (dood gevonden dieren): 19, afschot (doodgeschoten wild): 188, verkeersslachtoffer: 19 en andere of onbekend: 12. Van de terugmeldingen van die 238 geoormerkte dieren werd bijna 80% doodgeschoten. “Van de terugmeldingen van de 238 dieren zijn er actueel 223 bruikbaar om de afstand te bepalen. Op 2 na komen die dus allemaal uit de provincie Limburg.” De analyses zijn nog niet volledig uitgevoerd. “Door andere onderzoeksprioriteiten is het onderzoek nog niet afgerond. Het vangen en labelen van everzwijnen werd beëindigd in 2018.” Nog altijd komen terugmeldingen binnen.

Opgebouwde expertise

Door technische problemen met de zenders en het lage aantal gevangen volwassen dieren, is het niet mogelijk om alle oorspronkelijke vragen van het onderzoek te beantwoorden. “Onder andere de onderzoeksvragen die zendergegevens over langere periode (meer dan een jaar) vereisen, zullen niet beantwoord kunnen worden”, stelt Vlaams minister Zuhal Demir.

“Omwille van het grote aantal jonge dieren dat gevangen en geoormerkt kon worden, gecombineerd met het relatief hoge aantal terugmeldingen hiervan, kunnen we wel vragen beantwoorden over de dispersieafstanden van jonge dieren en de overlevingsparameters van deze leeftijdscategorie. Populatiemodellering op basis van deze overlevingsparameters moet toelaten om een beter inzicht van de populatiedynamica van everzwijnen in Vlaanderen te verwerven en hieruit praktische richtlijnen in functie van het afschot te formuleren.”

everzwijnentraceren

De voornaamste uitkomst van het onderzoek op dit moment is de opgebouwde expertise van het vangen van everzwijnen. Het materiaal wordt nu op andere plaatsen ingezet. “De aankoopprijs van het materiaal bedroeg 60.000 euro”, duidt Vlaams minister Zuhal Demir. “Het gerecupereerde materiaal, bijvoorbeeld de wildcamera’s, wordt momenteel verder ingezet bij andere faunaprojecten van het INBO.” Een deel van de vangkooien is momenteel in gebruik bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in het kader van bestrijdingsacties en door het Waalse Département de l’Etude du Milieu Naturel et Agricole (DEMNA) in het kader van de bestrijding van de Afrikaanse varkenspest in Wallonië.

Lokale vrijwilligers

Naast de inzet van onderzoekers en onderzoeksmedewerkers kon voor het vangen van de dieren ook een beroep worden gedaan op lokale vrijwilligers. “De supplementaire tijd van de INBO-medewerkers voor het bemannen van de nachtelijke cameramonitoring die het mogelijk maakte om selectief en heel efficiënt te vangen, zit niet vervang in de schatting van de werkuren.”

Nog dit: het INBO deelde de tijdens het onderzoek opgedane ervaring met het vangen van everzwijnen met het Agentschap voor Natuur en Bos. “Het ANB heeft deze kennis onder andere verwerkt in een interne handleiding voor het gebruik van kooivallen bij de bestrijding van everzwijnen. Daarnaast leverde het INBO aan ANB in verschillende provincies ondersteuning bij de voorbereiding voor de inzet van kooivallen op het terrein.”

In West-Vlaanderen ondersteunde het INBO de lokale jagers bij het opzetten van hun kooivallen voor de bestrijding van everzwijnen rond Vloethemveld. “Tenslotte deelde het INBO haar kennis en ervaring rond het gebruik van vallen met het Département de l’Etude du Milieu Naturel et Agricole (DEMNA), zowel in het kader van hun onderzoeksactiviteiten als meer recent naar aanleiding van de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in Wallonië.” De ondersteuning bestond uit het toelichten van de INBO vangmethodiek en het uitlenen van materiaal.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken