Startpagina Covid 19

“Er is géén link tussen Covid-19 en intensieve veeteelt”

Het staat vast dat het Covid-19 virus (=SARS-coronavirus-2 (SARS-CoV-2)) net als SARS in 2003 heel wat doden veroorzaakt onder de menselijke bevolking. Over de origine van het virus heerst nog wel heel wat debat. Wetenschappers zijn – bijna – zeker dat er een link is met de hoefijzerneusvleermuis. “De aanname dat intensieve veeteelt een rol speelt, is compleet van de pot gerukt”, vertelt viroloog Hans Nauwynck, die de situatie opvolgt.

Leestijd : 7 min

H et lijkt alsof de geschiedenis zich herhaalt. We hebben nog maar net de SARS-pandemie (Severe Acute Respiratory Syndrome; ernstig acuut ademhalingssyndroom) in 2003 en het MERS-virus (Middle East respiratory syndrome ) in 2012 verteerd, of we zitten weer met een virus opgescheept: het coronavirus SARS-CoV-2, dat Covid-19 veroorzaakt. Weer een coronavirus nota bene. Onderzoekers van over de hele wereld zijn het onderhand wel over eens dat voor deze coronavirussen de hoefijzerneusvleermuis de bron is van alle kwaad. Hoe het virus van de vleermuis naar de mens sprong, is ook geweten. Er was een tussengastheer nodig, met andere woorden een ander dier dat dichter bij de mens staat. Het SARS-coronavirus sprong naar de mens via de civetkat. Het MERS-coronavirus infecteerde de mens via de dromedaris, eerst in Saoedi-Arabië en later de rest van de wereld.

’t Was niet het schubdier

Net als bij het SARS-virus is ook bij het virus van Covid-19 de origine duidelijk: de hoefijzerneusvleermuis. Over hoe het virus naar de mens oversprong, tast men nog in het duister. Is er een tussenzoogdier in het spel? Om dit zeker te weten moet het genetisch materiaal van het coronavirus in de mens vergeleken worden met coronavirussen bij dieren. Dat genetisch materiaal moet bijna 100% hetzelfde zijn. Even werden het Javaans schubdier geviseerd als tussenzoogdier. Dat is een bedreigde diersoort in China, waarvan de schubben vaak in de traditionele geneeskunde worden gebruikt. Viroloog Hans Nauwynck volgt het onderzoek op de voet en veegt het schubdier van de tafel als oorzaak: “Onderzoekers brachten indertijd even schubdieren naar voren omdat het coronavirus bij de mens voor 99% zou lijken op het coronavirus bij het schubdier, maar uiteindelijk bleek dat verhaal niet te kloppen. Die wetenschappers vergeleken enkel het genetisch materiaal van het receptor-bindingsdomein dat bindt aan de gastheerreceptor, maar eigenlijk moet het geheel aan genetisch materiaal vergeleken worden. En dan is de gelijkenis slechts 92%. Er is een betere match nodig. Bij de civetkat als tussengastheer bij SARS was er geen twijfel mogelijk.”

Verschillende denkpistes

In feite zijn er nog veel vragen en worden verschillende pistes onderzocht. Dat het SARS-CoV-2 is ontstaan door genetische manipulatie in een labo in Wuhan, werd beschouwd als één van de denkpistes. Deze speculatie werd ontkracht nadat genetisch onderzoek uitwees dat er geen ander virusmateriaal in het SARS-CoV-2 werd gevonden.

Nu rijst er de vraag of er wel een dierlijke tussengastheer nodig was bij het ontstaan van Covid-19. Volgens een recente wetenschappelijke publicatie over de origine van het virus is het mogelijk dat een voorloper van SARS-CoV-2 in de mens terecht kwam, zo van mens op mens is gesprongen en ondertussen zich genetisch heeft kunnen aanpassen tot het virus zoals we het nu kennen: een agressief coronavirus dat wél een pandemie kan veroorzaken. Op die manier wordt het ook plausibel dat het Javaans schubdier toch een tussengastheer was: doordat het virus zich genetisch aanpaste in de mens, verkleint dus ook de gelijkenis met het coronavirus in het schubdier.

Viroloog Nauwynck sluit niets uit: “We weten nog niets zeker en het kan ook zijn dat we het nooit zullen weten. Er is alvast nog werk aan de winkel voor de onderzoekers.” Kunnen we dan niets leren over patiënt 0? Die is volgens Nauwynck nog niet bekend. “De eerste patiënt met klinische symptomen (hoesten, kortademigheid,…) is gekend. Wanneer de eerste patiënt het virus kreeg, is nog een raadsel. Als het virus al langer onder de mensen zat, zonder symptomen, dan zal het heel moeilijk zijn om die terug te vinden. Jammer, want we willen wel weten hoe en waar die leeft of leefde.”

Geen link met intensieve veeteelt

De claim van GAIA dat er een link is tussen Covid-19 en intensieve veeteelt, is volgens Nauwynck incorrect. “Het is wel zo dat virussen het best verspreiden bij grote densiteit. Hoe meer mensen of hoe meer dieren op een kleine oppervlakte leven, hoe meer mogelijkheid op contact of overspringen van virussen. Daarom ook dat we nu steeds 1,5 m van elkaar moeten blijven. Hierdoor is het voor het virus moeilijk om te spreiden.”

In de plaats daarvan zouden we moeten nadenken over hoe we als mens in de maatschappij staan. “We zijn met heel veel mensen op de planeet, maar er zijn ook heel veel dieren en diersoorten. Omdat we met zoveel zijn is het grote probleem dat we in elkaars territorium beginnen te kruipen. Als regenwouden worden gekapt, leven de wilde dieren dicht bij elkaar, en de mens erbij… Dan kan een virus gemakkelijker overspringen. Er zit dus zware druk op alle situaties. Bovendien vindt iedereen het maar normaal dat iedereen jaarlijks 3 à 4 keer op verlof gaat, maar ook zo kan je virussen opdoen en in je eigen land verspreiden.”

De landbouw als voorbeeld

De intensieve landbouw wordt gemakkelijk als zondebok aanzien, aangezien de dieren vaak dicht bij elkaar zitten. Vroeger gaf die inderdaad problemen. Nauwynck: “Varkens kwamen van verschillende opfokbedrijven, en die werden samen gezet in één mestvarkensstal. Je kon er zeker van zijn: 2 à 3 dagen nadat de varkens binnenkwamen, kregen ze problemen: respiratoire problemen, diarree, enzovoort.”

Als het op bioveiligheid aankomt, is de sector ondertussen enorm geëvolueerd. “Veehouders weten heel goed hoe ze moeten werken en wat quarantaine is. Als er nieuwe dieren binnen komen, isoleert men ze eerst voor een tijd en houdt men die in de gaten. Pas als je zeker weet dat ze gezond zijn, worden ze in de stapel gebracht. De #blijfinuwkot bij de mens wordt dus al langer toegepast in de landbouw. Vaak denken mensen andersom: dat wat men nu doet bij de mens, een voorbeeld zou moeten zijn bij de dieren. Veel mensen weten jammer genoeg niet hoe de landbouw in elkaar zit. En dat terwijl al heel wat gedaan werd rond bioveiligheid en de ontwikkeling van vaccins. Op vlak van dierenwelzijn kunnen we zeggen dat de landbouwer luistert en hiervoor ook moeite doet. Ze doen al heel veel om de spreiding van bacteriën en virussen tegen te gaan.”

Bij biologische landbouw lopen de dieren meer buiten waardoor de kans op contact met wilde dieren – en hun ziektes – groter is dan bij de intensieve landbouw.
Bij biologische landbouw lopen de dieren meer buiten waardoor de kans op contact met wilde dieren – en hun ziektes – groter is dan bij de intensieve landbouw. - Foto: LBL

Opletten met bio en backyard farming

Dat de intensieve landbouw een explosie van virussen kan geven, is duidelijk. “Als GAIA verkondigt dat alle virale en bacteriële problemen toe te wijzen zijn aan de intensieve landbouw, dan zijn dit zware leugens.” Het omgekeerde is volgens Nauwynck waar: “Hoewel ik de biolandbouw een warm hart toedraag, kan ik stellen dat virale problemen evengoed kunnen ontstaan in de biolandbouw dan de intensieve. Zo lopen de dieren meer buiten waardoor de kans op contact met wilde dieren – en hun ziektes – groter is dan bij de intensieve landbouw.”

En dan is er Backyard Farming, landbouw in de achtertuin. In China gebeurt het nog heel veel dat in de achtertuin van het gewone volk – niet landbouwers – wat landbouwdieren worden gehouden, zoals varkens. Die mensen klussen vaak bij op boerderijen. “Gevaarlijk”, stelt Nauwynck. “Backyard Farming is een ramp voor de intensieve varkenshouderij. Zo heeft zich de Afrikaanse varkenspest zich in China verspreid. Nu ligt daar de varkenshouderij op zijn gat, en wil China dat laten heropleven door subsidies te geven. Hierdoor wordt in elk kot of elke stal die nog vrij is enkele varkens gestoken om die subsidies te krijgen. Maar zo gaan ze niet van Afrikaanse varkenspest af geraken.”

Begrip voor GAIA, maar geen sympathie

De bedoeling van GAIA is duidelijk: iedereen moet aan een vegetarisch dieet, want het dierenleed moet stoppen. “Ik begrijp hen daarin, ik ben ook tegen dierenleed. Maar de aanval op de intensieve landbouw is beneden elk niveau. De oorsprong van Covid-19 en SARS is alvast niet te zoeken in de intensieve landbouw.” Zo ook voor Ebola, dat werd verspreid door vleermuizen in Afrika. Wilde dieren zoals chimpansees of gorilla’s werden ermee besmet en doordat mensen op deze dieren jaagden en opaten, kregen ook zij de ziekte over. “De oorzaak van Covid-19, SARS en Ebola moet gezocht worden bij allerlei wanpraktijken van kortzichtige individuen. Ik ga met GAIA akkoord dat we dit een halt moeten toeroepen. Ik heb echter wel problemen dat men op dezelfde affiche varkens, runderen en kippen plaatst met bordjes vogelgriep, varkenspest en gekkekoeienziekte. Dit is een totaal ander verhaal.”

“De oorzaak van het vogelgriepvirus ligt bij contact met migrerende wilde eenden en andere vogels. Een afscherming van intenstief gehouden pluimvee is dan ook essentieel. Afrikaanse varkenspest heeft zijn oorzaak ook niet te vinden in de intensieve landbouw. Die ziekte komt uit Afrika en zit in onze populatie everzwijnen. We zullen dat waarschijnlijk nooit meer wegkrijgen. Door middel van goede bioveiligheidsmaatregelen kunnen we er voor zorgen dat onze tamme varkens hier niet mee in contact komen, anders krijgen we enorme problemen. De oorzaak van de dollekoeienziekte lag bij het voeder. Vlees en beendermeel dat opnieuw werd gebruikt, werd te weinig verhit en veroorzaakte prioninfectie bij koeien. Nu weet men beter, en verhit men voldoende. Eenmaal dat de problemen zich voordoen in de intensieve landbouw, kan dit leiden tot zeer groot dierenleed en daar heeft GAIA natuurlijk een punt. Maar wie wil tienmaal meer betalen voor zijn vlees?”

Marlies Vleugels

Lees ook in Covid 19

Meer artikelen bekijken