Startpagina Veeteelt

Beperkte aanwezigheid veterinaire antibiotica geen risico voor drinkwater

In een studie van de Vlaamse Milieumaatschappij staat het zwart op wit: de beperkte aanwezigheid van veterinaire antibiotica vormt momenteel geen risico voor het drinkwater in Vlaanderen. “Een degelijke en doordachte opvolgcontrole blijft aangewezen”, rapporteert de Vlaamse Milieumaatschappij.

Leestijd : 3 min

Geneesmiddelen zijn vaak noodzakelijk om de gezondheid van mens en dier te herstellen of te bevorderen. Na gebruik belanden ze op allerlei manieren in het leefmilieu en in de watercyclus en zorgen daar voor verontreiniging.

Geneesmiddelen en afbraakproducten

Wereldwijd worden ongeveer 2.000 verschillende stoffen gebruikt als geneesmiddel. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) onderzocht in de periode 2014-2016 de aanwezigheid van humane geneesmiddelen in de waterketen. “In dit vervolgonderzoek keken we naar een subgroep van de veterinaire geneesmiddelen, de veterinaire antibiotica.”

De OESO publiceerde in 2019 een uitgebreid rapport over geneesmiddelen en hun afbraakproducten in zoet water waarin gewezen wordt op de gevaren en beleidsopties toegelicht worden.

Dat er veterinaire antibiotica in het water zit kan een probleem vormen, ook de verspreiding van resistentie tegen antibiotica (Antimicrobial resistance, AMR) is voor de WHO een van de grootste bedreigingen van de volksgezondheid. Dit rapport vat de onderzoeken samen die de VMM uitvoerde naar de aanwezigheid van veterinaire antibiotica in de waterketen in Vlaanderen in 2017 en 2018.

Antibiotica in mest

Het rapport focust vooreerst op veterinaire antibiotica in mest. De VMM baseert zich daarvoor op de resultaten uit de ILVO-studie ‘Emissies naar oppervlaktewater van medicijnen uit veterinair gebruik’. In deze studie werden 100 meststalen geanalyseerd op de aanwezigheid van verschillende groepen veterinaire antibiotica, 68 stoffen in totaal.

De VLM-afdeling mestbank nam in 2017 100 meststalen tijdens het laden of lossen van de mest van varkens (91 bedrijven) en vleeskalveren (9 bedrijven). Mest van pluimvee werd niet meegenomen omdat die voor het grootste deel verwerkt wordt en niet op Vlaamse bodem wordt uitgespreid.

De meststalen werden geanalyseerd op de aanwezigheid van antibiotica. In 4 stalen van varkensmest werden geen antibioticaresiduen teruggevonden. In de overige stalen van varkensmest werden 1 tot 12 antibioticaresiduen teruggevonden. In de stalen van mestkalveren werden 8 tot 15 antibioticaresiduen teruggevonden. De varkenssector gebruikt vaak penicillines, maar deze werden niet teruggevonden in de meststalen.

De gemiddelde concentraties voor neomycine, oxytetracycline, doxycycline en sulfadiazine liggen hoger dan 1mg/kg. Voor sulfadiazine wordt de gemiddelde concentratie verhoogd door 3 resultaten die (ver) boven de 1mg/kg liggen, wat ook blijkt uit de lage mediaanwaarde.

“Over het algemeen stellen we grote verschillen vast tussen de verschillende meststalen, waarbij de maximale concentraties tot een factor 100 hoger liggen dan de mediaanconcentraties. In een vervolgstudie toonde ILVO ook nog aan dat in varkensmest frequent multiresistente bacteriën teruggevonden worden.”

Oppervlakte- en grondwater

Het tweede deel van de studie ‘Emissies naar oppervlaktewater van medicijnen uit veterinair gebruik’ van ILVO in opdracht van VMM onderzocht de verspreiding van veterinaire antibiotica naar bodem en oppervlaktewater. Deze studie besloot dat het “niet mogelijk is om de hoeveelheid antibiotica die het oppervlaktewater bereikt te berekenen door het complexe gedrag van antibiotica, de vele processen die in het milieu een rol spelen bij de verspreiding, het gebrek aan onderzoek en publiek beschikbare cijfers, en de grote variatie in de beschikbare data”.

“Zowel in oppervlaktewater als in grondwater worden veterinaire antibiotica vastgesteld. In oppervlaktewater werden maximaal 10 verschillende van de 58 onderzochte stoffen op 1 meetpunt aangetroffen, in grondwater maximaal 3 per meetpunt. Ook in het aantal teruggevonden stoffen en hun concentratie zijn er verschillen te zien. In grondwater werden er van de 58 onderzochte stoffen 11 teruggevonden in de meest ondiepe watervoerende lagen van Vlaanderen.”

De vastgestelde concentraties bedragen maximum 52 ng per l en liggen daarmee aan de lage kant. In oppervlaktewater werden 22 verschillende antibiotica in uiteenlopende concentraties (tussen de 1 en 1000 ng/l) teruggevonden.

Opvolgcontrole aangewezen

Antibioticaresistentie van indicatorbacteriën, zoals Escherichia coli, is op basis van de huidige onderzoeksresultaten, van ondergeschikt belang en wordt hooguit sporadisch vastgesteld in grondwater (1 op 29). “Ook in oppervlaktewater komt resistentie relatief weinig voor, al werden er multiple-resistente bacteriën gevonden in zowel landbouwgerelateerde meetpunten als in andere, grotere systemen.”

Ook het oppervlaktewater en grondwater bestemd voor de productie van drinkwater werden onderzocht. “Op basis van de vastgestelde concentratie in de bronnen bestemd voor de productie van drinkwater kunnen we besluiten dat de beperkte aanwezigheid van veterinaire antibiotica momenteel geen risico vormt voor het drinkwater geleverd in Vlaanderen.” Volgens de onderzoekers is een degelijke en doordachte verdere opvolging wel aangewezen.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Veeteelt

Pieter Obin is de nieuwe voorzitter van DGZ

Actueel Tijdens de algemene vergadering van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) op 17 april werd een nieuwe voorzitter officieel bekrachtigd. Na 16 jaar in het bestuur legt Franky Annys zijn functie neer. Hij wordt opgevolgd door rundveehouder Pieter Obin. Tegelijk werden een aantal nieuwe leden van het bestuursorgaan en de Algemene Vergadering verkozen.
Meer artikelen bekijken