Interview met beursmanager Caroline Willems: ‘Libramont is meer dan gewoon een beurs’

Caroline Willems werkt al bijna 25 jaar voor de Beurs van Libramont. Ze ziet landbouwers toenemend via internet of directe bezoeken aan machinefabrikanten informatie inwinnen, maar is ervan overtuigd dat beurzen in een wat andere rol relevant zullen blijven.
Caroline Willems werkt al bijna 25 jaar voor de Beurs van Libramont. Ze ziet landbouwers toenemend via internet of directe bezoeken aan machinefabrikanten informatie inwinnen, maar is ervan overtuigd dat beurzen in een wat andere rol relevant zullen blijven. - Foto: Sudpresse

De Beurs van Libramont is een begrip in België. Het is voor veel boeren een jaarlijkse ontmoeting met collega’s en ‘het wereldje’ rond land- en tuinbouw. Vanwege het feestelijke karakter van de beurs - met shows en goed eten en drinken - en de vele Vlamingen wordt het wel ‘Een Vlaamse kermis in Wallonië’ genoemd. In een interview gaat commercieel directeur Caroline Willems in op de gevolgen van het niet doorgaan van de beurs, en de perspectieven voor de toekomst.

Wat betekent het niet doorgaan van de beurs in 2020 financieel voor de beurs van Libramont?

Het afblazen van de beurs betekent dat we helaas aanpassingen moeten doen in de organisatie. Ongeveer 100% van ons zakencijfer is weggevallen. Eerst en vooral hebben we investeringen en aanwervingen van nieuwe medewerkers uitgesteld. De crisis betekent in de praktijk dat ons team voor 5 maanden in economische werkloosheid is gesteld. Het organiseren van de beurs betekent een jaar arbeid voor 15 personen. Het zakencijfer van de beurs is normaal gezien 5,5 miljoen euro, met tijdens de beurs 250 mensen op de payroll. Alleen het organiseren al kost aan vaste personeelskosten, die 15 personen, bijna 1 miljoen euro. Beursterrein en gebouw is in eigendom en kost natuurlijk ook werk en geld. Alles bij elkaar kost het nog eens een miljoen euro. Circa 70% van onze exposanten die het voorschot al hadden betaald, hebben het gewoon doorgeschoven naar volgend jaar. Zo is toch cash voorhanden. Daar krijgen exposanten ook wel iets voor terug.

Eigenlijk een sociaal drama?

Toch wel. Ook voor bedrijven in de toelevering. En die hebben het ook al zwaar omdat andere evenementen ook niet doorgaan. Denk ook aan de horeca in de buurt, en aan activiteiten tijdens en vlakbij de beurs. De regio realiseert dankzij Libramont een omzet die 7 of 8 keer het zakencijfer van de beurs is. De regio verliest dus tientallen miljoenen. Ook landbouwers zien de beurs als hun eigen beurs en zijn er emotioneel aan gebonden. Het is voor heel wat mensen een must om naar de beurs te komen. Tussen de 30 en 40% Vlamingen komen naar de beurs. Een derde van de landbouwers zit in Wallonië… en die afspraak 1 keer in het jaar met de Vlamingen, die is nu ook weg. We geloven ook dat meer samenwerking mogelijk is, en willen dat bevorderen.

De Waalse overheid nam een belang in LEC. Wat betekent dat voor de vereniging achter de beurs?

We zijn en blijven een non-profitorganisatie, nu nog als een professionele vereniging. De Belgische regelgeving verandert en maakt dat we een nieuwe bestaansvorm nodig hebben. We evolueren de komende maanden naar een coöperatieve structuur. Daarnaast is er een NV, Libramont Exhibition & Congress. Dat wordt overgenomen door Sogepa (investeringsvehikel van de Waalse overheid, red), als een vastgoedbedrijf. In die NV waren wij als professionele vereniging de hoofdaandeelhouder, maar nu is dat niet meer zo. We hebben ons meerderheidsbelang verkocht vanwege een verloren juridisch geschil met een constructeur van de gebouwen. We moeten wel nog een deel van de kosten van dat geschil betalen, en hebben daarvoor een paar maanden uitstel gekregen van de bank.

Welke activiteiten ontplooit de beurs wel in 2020, om toch op de kaart te blijven staan?

Met ‘Libramont on tour’ gaan we langs alle schakels in het voedingsproces. Gedurende 3 weken gaan we op stap door heel België en willen we de verhalen van de sector vertellen. U kunt helaas dit jaar niet naar Libramont, dus komt Libramont naar u toe. Daarnaast blijft de beurs online actief, net als in voorgaande jaren. Er waren plannen voor een virtuele beurs maar die zijn uiteindelijk opzijgezet, ook omdat je de unieke sfeer van Libramont niet online kunt reproduceren. Wel gaan we de Agri-Summit die we sinds enige jaren in december organiseren, uitbreiden.

Wat gebeurt er met de Agri-Summit?

Richting het einde van het jaar zal een Agri-Summit worden georganiseerd, gericht op zowel Frans- als Nederlandstalig publiek. Daar zijn we in 2016 mee begonnen, als topconferentie. Het was 1 dag, maar zal nu op 2 dagen zijn: 3 en 4 december. Deels zal dit evenement het karakter hebben van een mini-beurs. De stands zullen ‘maar’ 20 tot 40m2 groot zijn. De minibeurs bij de Agri-Summit zal dan ook meer een netwerkfunctie hebben dan een machine-tentoonstelling. In de ochtend een conferentie met werkgroepen en in de middag meer beursgericht. Hall 1 zal voor mechanisatie gereserveerd worden en in Hall 3 zal de conferentie ruimte bieden voor aandacht voor smart farming, innovatie en veeteelt. Vanzelfsprekend wordt in de hallen rekening gehouden met alle coronamaatregelen. Vanaf september zal de Mécanic-show met nieuwigheden in de machinesector online worden gelanceerd. In december tijdens de summit zal deze in fysieke toestand plaatsvinden, buiten.

Bent u iets bijzonders van plan voor de editie van de beurs in 2021?

Ja, maar het is nog te vroeg om nu al te spreken over deze editie! Maar we worden dus een coöperatieve organisatie, vanaf de herfst. Iedereen mag lid worden, van consument tot boer, en het basislidmaatschap zal niet zo duur zijn. Er zullen groepen zijn binnen de coöperatieve: 1 voor consumenten bijvoorbeeld, 1 voor landbouwers en 1 voor exposanten. De beurs van 2021 zal in elk geval weer ook een boslandbouw-luik hebben.

Iedereen mag lid worden: hoopt u ook op meer actieve deelname van Boerenbond, dat natuurlijk een eigen beursprogramma heeft, maar kan helpen om het echt voor de langere termijn een sterke Belgische beurs te maken?

We zouden het heel constructief vinden als we geregeld met Boerenbond contact zouden hebben. Nu is dat af en toe zo, maar niet structureel. Wij staan open voor elke vorm van samenwerking, want we willen inderdaad vooral een Belgische beurs zijn.

Sinds enkele jaren wordt geprobeerd om ook andere evenementen te organiseren in Libramont. Lukt dit voldoende en wat staat er nog in de steigers?

Ons DNA is landbouw, bosbouw en natuur. Als we andere dingen gaan doen, is dat dus altijd rondom die expertise. Ruimte voor een extra landbouwbeurs is er niet, dus dat zal het alvast niet zijn! Daarnaast hebben we naast de landbouwbeurs en de Agri-summit 2 andere evenementen: een hengelbeurs die we elke 2 jaar houden, sinds 2014. Daarnaast doen we sinds vorig jaar Wallonië

questre, een paardenbeurs. Dat was in handen van een andere organisator, maar die hebben we overgenomen, ook omdat we voortkomen uit een organisatie voor het Ardenner Trekpaard. Deze beurs zal dit jaar vermoedelijk door corona niet doorgaan, maar moeten we wel omhoog trekken de komende jaren. Het loopt nog niet vlot. Als je kijkt naar andere evenementen die we niet zelf organiseren, maar wel hier in het LEC plaatsvinden, dan gaat dat naar 150 per jaar. Dat varieert van kleinere seminaries met 30 man tot grotere beurzen.

Bij machinebouwers klinkt al jaren de klacht dat de beurs van Libramont mooi is, maar ook duur. Op de beurs zou weinig worden verkocht. Hoe reageert u op deze analyse? Zijn er teeel ‘toeristen’?

Machinebouwers en andere exposanten zeggen mij dat de kosten aanvaardbaar zijn en dat ze 30 of 40% van hun omzet mede aan de beurs te danken hebben. Acht tot 9 op de 10 exposanten komen jaar op jaar terug. Ongeveer een derde van de bezoekers is professioneel. Dat klinkt misschien niet positief, maar dat zijn dus nog altijd heel veel mensen. Van deze mensen zegt bovendien de helft jaarlijks maar 1 beurs te bezoeken: Libramont. De meesten komen voor nieuwigheden, het onderhouden van relaties en circa een kwart van de professionele bezoekers komt naar eigen zeggen met de intentie om een koopbeslissing te nemen. Natuurlijk kopen ze niet zomaar een machine van vele tienduizenden euro’s. Zulke enorme investeringen doe je niet zomaar, maar de beurs is een plek waar je informatie inwint voor een aankoop.

Denkt u dat het beurzenlandschap in België wellicht te vol is geraakt? We hebben jaarlijks Libramont, elke 2 jaar Agribex, AgriFlanders, AgriDagen en dan nog Interpom…

Ik weet niet of er te veel beurzen zijn…. Ik heb geen kristallen bol, maar ik zie dat ook grote beurzen als SIMA eposanten zien wegvallen. Dus misschien heeft het niet met omvang of een internationale of regionale focus te maken, maar met hoe specifiek je bent. Elke beurs moet de behoeftes van bezoekers en exposanten evalueren. Eigenlijk hetzelfde verhaal dus als voor veel bedrijven. Toen ik begon in 1996 stonden er meer dealers, daarna meer importeurs die gewoon meer ruimte pakken. Vandaag evolueren we weer naar kleinere stands, maar vragen mensen meer ruimte voor comfort, zoals zitplaatsen etc. We slagen daar wel in. De wachtlijsten voor exposanten van vroeger zijn er niet meer, maar sinds een paar jaar zitten we steeds tussen 780 en 820 bedrijven per editie.

Een paar mensen bij Fedagrim zouden wel al heel lang willen dat Libramont maar om het jaar de twee jaar maar wordt gehouden. Zoiets kan voor ons niet, want de beurs is ook heel specifiek, en veel meer dan een machinebeurs. Als Libramont willen we ook de consument benaderen, en dat is toch een verschil met de concurrentie. ‘Libramont’ is de plek waar niet alleen Belgische boeren elkaar ontmoeten, maar ook boeren consumenten.

Verandert de rol van een beurs door de jaren heen? Productvoorstellingen bijvoorbeeld, vinden nu steeds vaker online plaats. Soms ontvangen de firma’s ook boeren op hun fabriek. Uiteindelijk zijn er zowel minder firma’s als boeren dan vroeger.

De markt is kleiner geworden en mensen hebben ook andere mogelijkheden – vooral het internet – om informatie te verkrijgen, maar ik geloof dat beurzen altijd blijven bestaan, omdat ze mensen live samenbrengen en mensen dat nodig hebben. Het kan natuurlijk per land wat verschillen hoe belangrijk persoonlijk contact is, maar dat het belangrijk is, staat voor mij vast. Het feit dat internet plaats neemt en bedrijven zelf evenementen organiseren, betekent wel dat beurzen een specifiek karakter moeten hebben dat verder gaat dan een handelsplek. We verkopen meer dan vierkante meters. We zijn er echt om de landbouw te bedienen.

Jan Cees Bron

Meest recent

Meest recent