Startpagina Granen

Overweeg granen in het teeltplan

Verschillende partners van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) voeren al verschillende jaren onderzoek naar vruchtwisseling. Granen hebben binnen een teeltrotatie een belangrijke functie en hebben ook een potentieel als voedergewassen. Dit omdat landbouwers steeds meer beperkt worden in het voorzien van ruwvoeder. Een nieuwe techniek waarbij men eerst het graan maait, dan verder laat ontwikkelen en uiteindelijk droog of als gehele plant silage (GPS) oogst zou soelaas kunnen bieden. LCV-onderzoeker Gert Van de Ven staat ons te woord over de vorderingen in de proef rond valorisatie van granen voor ruwvoeder.

Leestijd : 4 min

De laatste jaren zijn heel wat problemen geweest met de maïs- en grasteelt. Landbouwers kregen hierdoor te maken met lage ruwvoedervoorraden. Het LCV geeft daar verschillende redenen voor. Eén ervan zijn de beperkingen op vlak van bemestingregelgeving. Het minder geven van bemesting terwijl er nog weinig vruchtwisseling gebeurt, zorgt op termijn voor lagere maïsopbrengsten. Ook de klimaatopwarming doet er geen goed aan. “De voorbije jaren hebben getoond dat zeker maïs sterk lijdt onder droge en warme omstandigheden. We zagen slecht gevulde tot zelfs geen kolven”, aldus Gert Van de Ven, onderzoeker bij het LCV.

In het demonstratieproject ‘Richtsnoeren voor een betere bodemvruchtbaarheid door het doorbreken van de monocultuur maïs’ werd al aangetoond dat maïs minder afziet van droge en warme weersomstandigheden als de bodemvruchtbaarheid goed was, met andere woorden als de landbouwer een voldoende ruime vruchtwisseling toepast. Ook de voederwaardeopbrengst zal hoger zijn en de kost per kVEM lager.

Naast maïs moet ook worden nagedacht aan granen op te nemen in het teeltplan.

Granen in ruwvoeder

Hoewel het soms als onrendabel wordt aanzien op lichtere gronden, hebben granen toch hun voordelen. “De gewasproductie is meer onafhankelijk aan extreme droogte in de maand juni-juli of de drogestofproductie vindt plaats in maanden met een meer regelmatig verdeelde neerslag. Bovendien is een vroege oogst mogelijk met kansen voor bekalking , bemesting én teelt van een groenbedekker of inzaai van grasklaver in optimale omstandigheden. Het is mogelijk om nog 1 of 2 snedes gras te nemen in de late zomer/najaar”, weten we van het LCV.

Oogsten als gps, een reële optie

Granen oogsten als gehele plant silage (gps) leek rond 2000 niet realistisch, vanwege de lage voederwaarde en de afwezigheid van gepaste mechanisatie. Ook de bewaring verliep niet goed. Dit alles zorgde ervoor dat de techniek niet populair was bij landbouwers.

Echter, de optie om gps te oogsten is nu veel aantrekkelijker, volgens het LCV. Zo investeerden loonwerkers in een betere oogsttechniek. “Vandaag zijn hakselaars dan ook beter aangepast om een zwaar graangewas te verwerken en fijn te hakselen waardoor de kuilbewaring beter verloopt.”

Bovendien speelt het graanras ook een belangrijke rol. Bij triticale bijvoorbeeld vond Anneleen De Zutter (Ugent) in haar doctoraat welke rassen beter verteerbaar waren. Bij wintergraan is het dan weer mogelijk om twee keer te oogsten en in te kuilen.

Ook nieuwe technieken testen

Aan de Hooibeekhoeve ligt, net als bij de Proefhoeve Bottelare een proef aan met verschillende granen, om te valoriseren als ruwvoeder. Verschillende technieken worden naast elkaar uitgetest, zowel de gekende als een nieuwe techniek. Zo worden veldjes hybride wintergerst en veldjes triticale geteeld met als doel de GPS-oogst, maar worden ook veldjes hybride wintergerst en veldjes triticale geteeld om als droog graan te oogsten. “Ik voel bij verschillende boeren dat hier echt wel vraag naar is, soms meer dan GPS-oogsten. Dat komt door de moeilijke jaren die we gehad hebben”, vertelt onderzoeker Van de Ven.

En dan werd er nog triticale en hybride-wintergerst geteeld voor een nieuwe techniek. Hier werden de granen de 2e helft van maart bemest en werd een maaisnede genomen op 16 april. “De opbrengst bij de triticale bedroeg ongeveer 1.700 kg DS/ha en bij de gerst ongeveer 400 kg/ha.” Na de maaisnede werd het gewas opnieuw bemest om het te laten opschieten. Van de Ven merkte dat 1 week na maaien de gerst zich heel goed herpakte, dat in tegenstelling tot de triticale die wat ijl bleef staan. Ook 2 weken na het maaien bleef de gerst zich goed ontwikkelen, terwijl de triticale nog ijl bleef. “Als je alles in beschouwing neemt, lijkt de gerst duidelijk niet trager als de kop er af is”, geeft hij mee. Eén maand na maaien stond de hybride-gerst in aar. “En dat was niet veel verschillend qua tijdstip in vergelijking met de nietgemaaide gerst.” Op het einde is de ijlheid van de triticale ook verdwenen. “Het enige verschil was dat het graan 20 cm korter staat dan de niet gemaaide veldjes.”

Aangezien in de praktijk de vergelijking dikwijls met maïs wordt gemaakt liggen er ook 3 objecten met maïs om te kunnen te vergelijken. Maïs wordt geteeld in combinatie met een groenbedekker, in combinatie met een maaisnede rogge en in combinatie met een maaisnede Italiaans raaigras. “Deze 2 laatste komen ook in aanmerkring voor derogatie.” Over de opbrengst is Van de Ven nog voorzichtig. “De opbrengst van rogge en Italiaans raaigras ligt in dezelfde lijn. De maïs staat achter het Italiaans gras wel kleiner dan na de rogge.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken