Startpagina Tuin

Tuin: zo kweek je lekkere blauwe bosbessen in eigen tuin

Bessen zijn in! Ze zijn van nature lekker, gezond en bovendien makkelijk te kweken. De blauwe bes is echter een buitenbeentje. Lekker en gezond is ze zeker, volgens heel wat bronnen is het zelfs een “superfood” en een rijke bron van antioxidanten, vitaminen en voedingsvezels. Wat betreft dat ‘makkelijk te kweken’ zullen we toch echter rekening moeten houden met de bijzondere eisen die ze aan haar groeiplaats stelt.

Leestijd : 5 min

Deze heerlijk smakende cultuursoorten van de blauwe bosbes winnen steeds meer aan populariteit bij de tuinliefhebbers. Ze bevatten meer natuurlijke suikers en smaken minder zuur dan de wilde, meer aromatische, blauwe bosbessen en door verschillende rassen aan te planten kan men oogsten van de vroege zomer tot in de herfst. De kersgrote bessen zijn op hun lekkerst als ze vers geplukt zijn, maar laten zich ook een aantal dagen bewaren in de frigo en kunnen probleemloos diepgevroren worden. Daarnaast zijn de struiken ook bijzonder sierlijk tijdens de bloei in het voorjaar (mei) en krijgen de meeste rassen een prachtige herfstkleur, waardoor ze zeker niet misstaan in de siertuin.

Botanisch

De blauwe bosbes behoort tot de heidefamilie ( Ericaceae ), wat ons al meteen een aanwijzing geeft dat de plant van nature voorkomt op meestal zanderige, zure en vochtige tot zelfs uitgesproken natte bodems. Tot deze familie behoren ook andere zuurminnende planten zoals heidekruid (Erica en Calluna ), Rhododendron , en rotsheide ( Pieris ). De blauwe bosbes behoort binnen deze familie tot het geslacht bosbessen ( Vaccinium) , een geslacht met een 20-tal soorten, waarvan er een aantal ook bij ons in het wild voorkomen.

Van de blauwe bosbes zijn er ondertussen al heel wat rassen op de markt die beter aangepast zijn aan het tuinleven en rijkelijk grote en smakelijke bessen opleveren. De blauwe bosbes, ook wel blueberry, Amerikaanse bosbes, trosveenbes of gewoon bosbes genoemd, komt oorspronkelijk voor in het noordoosten van de VS, waar nog grote natuurlijke bestanden van deze planten voorkomen. De vruchten van dit wilde plantje (tot 40 cm hoog), die wat kleiner zijn maar zeer intens blauw gekleurd, noemt men in Amerika wilde blueberries.

De blauwe bessenstruiken die bij ons in de handel aangeboden worden, zijn cultivars van deze oorspronkelijke soort met grotere bessen, een hogere productie en een forsere groeiwijze (1,2 tot 2 m hoog). De planten dragen zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen, die worden bestoven door insecten. In de regel is geen kruisbestuiving nodig, maar in de praktijk brengen de planten meer bessen voort als kruisbestuiving mogelijk is.

Standplaats

In de natuur geven blauwe bosbessen de voorkeur aan zonnige tot licht beschaduwde groeiplaatsen op eerder voedselarme, vochtige tot natte, zure gronden. De belangrijkste voorwaarde voor het succesvol kweken van blauwe bessen in de tuin is een zure bodem (pH 3,5 tot 5) die voldoende vochtig is. Ideale bodems voor de aanplant van blauwe bosbes zijn vochtige, humusrijke gronden waar men onkruiden zoals zegge, bies en zuring aantreft. De meeste tuinbodems hebben echter veeleer een zwak zure tot neutrale zuurtegraad, met als gevolg dat de planten verkommeren en nauwelijks nieuwe loten ontwikkelen. Om de zuurtegraad naar beneden te halen kan men de aarde in de plantput half om half vermengen met turf.

Maak het plantgat ruim genoeg, wegens de oppervlakkige beworteling volstaat 40 cm diepte. In gronden die van nature kalkrijk zijn, kan men overwegen om de blauwe bes te planten in ruime potten, gevuld met het eerder beschreven mengsel, die men ingraaft in de grond , waarbij men het gat waarin de pot wordt ingegraven opvult met tuinturfZorg hierbij voor voldoende drainagegaten. Blauwe bessen hebben ook nood aan veel vocht. In de zomer regelmatig gieten, zeker voor de pottenteelt, zorgt ervoor dat de bodem voldoende vochtig blijft. Afdekken van de grond met een mulchlaag helpt om de grond vochtig te houden.

Het planten

In de handel worden de planten altijd aangeboden met kluit of pot. Planten kan van september tot maart. Afhankelijk van de groeikracht van de soort worden de planten op 0,75 tot 1,5 m van elkaar geplant in de rij, de rijafstand is 2 tot 2,5 m. Plant niet te diep, omdat de wortels veel behoefte hebben aan lucht, op té natte bodems kan men beter planten op licht verhoogde bermen. Koop goed ontwikkelde planten met minstens 3 takken van 40 tot 50 cm, anders kan het nog enkele jaren duren voor u de eerst keer kunt oogsten. Geef de eerste 2 jaar geen extra voeding, nadien kan men spaarzaam bijmesten met meststof voor zuurminnende planten of wat verzurende ammoniaksulfaat bij het begin van de groei.

De eerste 2 jaren na het planten wordt er weinig gesnoeid. Ook later dient er niet zo veel gesnoeid te worden en is de snoei er vooral op gericht om te voorkomen dat de struiken te dicht worden en de bessen te klein blijven. Door kruisende, naar binnen groeiende en te zeer op de bodem liggende loten weg te snoeien, dicht tegen de grond ofwel net boven een nieuwe loot op een oudere tak, blijven de struiken voldoende groeikrachtig en dragen ze toch voldoende vruchten. De meeste rassen verdragen een drastische terugsnoei tot net boven de grond. Na een 3-tal jaar zullen ze weer volop vruchten dragen.

Rassen

Afhankelijk van de soort rijpen de vruchten tussen juli en oktober. Omdat de bloei vrij verspreid verloopt, kan men in functie van de kruisbestuiving een vroege en een late soort samen aanplanten, waardoor het oogstseizoen veel langer duurt en men meer en grotere vruchten krijgt. Goede soorten zijn o.a. 'Duke', een vroege soort met een robuust groeiend en gezond gewas met een hoge opbrengst en grote, zoet smakende bessen, 'Goldtraube', een middentijdse, krachtig in de hoogte groeiende soort met eerder kleine maar zeer aromatische bessen, en 'Coville', een late soort die overvloedig grote bessen draagt met een lichtblauwe kleur en een uitstekende smaak.

Echte toppers zijn: ‘Brigitta Blue’, een middentijds rijpend, zeer goed smakend en zeer productief ras met vrij grote vruchten die een opgaande, bossige, goed vertakkende struik vormt, met een goede groei en die toch relatief laag blijft en ‘Bluecrop’, een zeer productief, middentijds rijpend ras met vrij grote, lekker zoete vruchten die echter niet zo lang te bewaren zijn. Bluecrop is een sterke groeier met een opgaande, open groeiwijze die stevige scheuten vormt en droogte goed verdraagt.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken