Startpagina Vleesvee

Wouter De Medts en Evelien Lammertyn: Witblauw vleesvee is top in alles

Circulaire en efficiënte bedrijfsvoering, dierenwelzijn, economische rentabiliteit én grote passie voor witblauw vleesvee: Wouter De Medts en Evelien Lammertyn zijn de verpersoonlijking van alles waar het Vlaams Ardennen Rund voor staat. “Proper zijn, orde en netheid: de basis van een gezonde veestapel.” Deel III van de serie Ras in de Kijker.

Leestijd : 7 min

Het zou een zorgeloos en romantisch tafereel kunnen zijn: hoe de zichtbaar ‘gelukkige’ witblauwe vrouwelijke runderen in alle rust in het zonnetje liggen te herkauwen midden de weides en velden in de Vlaamse Ardennen, in de buurt van Maarkedal. Zorgeloos? Toch niet, daarvoor zijn ook hier de bedreigingen en de uitdagingen te groot. Het bewaken van ‘agrarisch erfgoed’ is in de Vlaamse Ardennen ook de inzet van een offensief.

Gedreven ondernemers

Ondanks een dreigend wolkendek boven de vleesveehouderij werken het ondernemerschap en de gedrevenheid van Wouter De Medts (43) en Evelien Lammertyn (41) bijzonder aanstekelijk. Door het afzetten van hun vrouwelijke topdieren via het zelf opgerichte Vlaamse Ardennen Rund is hun zelfbewustzijn en eigenwaarde sterk gegroeid. En dat is net wat ook het Belgisch witblauw nodig heeft: trotsheid!

Evelien groeide in Hooglede op een voor West-Vlaanderen typisch gemengd landbouwbedrijf op, met varkens, melk- en vleesvee en wat grove groenten (bloemkolen voor de industrie). In de middelbare landbouwschool was ze het enige meisje tussen allemaal boerenzonen.. In het graduaat landbouw leerde ze haar toekomstige man Wouter kennen. Evelien werkte eerst voor het adviesbureau DLV en nu al 15 jaar voor veevoederfabrikant Danis.

“Ik werk in de wondere wereld van de dierlijke mest”, lacht ze. Evelien helpt landbouwers bij het beheren van de mestafzet, de berekening van de mestbankaangifte, de strategiebepaling voor uitbreiding, het verweer na controles van de Mestbank. De mestwetgeving is extreem complex geworden waardoor professioneel advies noodzakelijk is voor de landbouwers.

Wouter De Medts groeide met zijn 2 jongere broers hier op het landbouwbedrijf in Maarkedal op, intussen de vierde generatie. “Er werd melkvee gehouden tot in 1986, daarna werd overgeschakeld op vleesvee. Gestart met 20 beesten. Met succes werd midden de jaren 80 het Oost-Vlaamse ras gekruist met Belgisch witblauw, dat was een sterk groeiende business. We zijn in 1989 een stamboekbedrijf geworden.” Wouter werkte 10 jaar als melkcontroleur voor CRV en zette dan in 2008 het vleesveebedrijf verder.

Vandaag zijn er 190 runderen, goed voor 80 kalvingen per jaar. “Wegens plaatsgebrek wordt een derde van de stieren verkocht op de leeftijd van 10 maanden. De rest wordt aangehouden om af te mesten of om te verkopen als fokstier. Alle vrouwelijke runderen worden gehouden, verder gekweekt en afgemest.” Stieren gaan naar de retail, vrouwelijke runderen via het eigen afzetkanaal van het Vlaamse Ardennen Rund.

De vrouwelijke dieren hebben minimum 1 en liefst 3 keer gekalfd. “Ze zijn slachtrijp op een leeftijd van 4 à 5 jaar. Goed voor 550 à 600 kg geslacht gewicht, of levend 900 kg of meer. Ze worden best ook niet veel zwaarder. Daar houden slagers niet meer van. Dan wordt een dik gesneden entrecote een te grote lap vlees, je kan een côte à los ook niet in 2 snijden. Het zijn factoren waar je rekening mee houdt.”

Aandacht voor vruchtbaarheid

De lofzang over witblauw is groot: rustige dieren, lage ecologische voetafdruk, goede voederconversie, uitstekend uitbeen- en slachtrendement, en vooral lekker, mals en mager vlees. “Alle bevruchtingen gebeuren via kunstmatige inseminatie. Op die manier heb je meer zicht op data, inteelt en afkalfmoment. Geen bevruchting via natuurlijke weg. Dan moet je weer de ruimte hebben om stieren apart te steken. Door KI-gebruik zit je sanitair beter, geen onnodige insleep van ziekten... Sinds kort werken we ook met een handig hulpmiddel bij de bronstcontrole: de halsbanddetectie zodat we de vruchtbaarheid nog beter kunnen opvolgen. Je hebt dan ook meer zicht op diergezondheid, data en kalvingen.”

Alles draait rond efficiëntie, en technisch beter ronddraaien. Een van de grote stokpaardjes is het opvolgen van de vruchtbaarheid. “Het is heel belangrijk om de tussenkalftijd zo kort mogelijk te houden. We zitten nu op ongeveer op 400 dagen. Het is gemakkelijk gezegd om runderen te laten afkalven op 2 jaar, maar dat lukt niet altijd.” Toch draait alles in het vleesvee rond die kalveren. “Zonder kalf is er niks of ‘no calves, no glory’. Bij melkvee ligt dat toch anders.” Het komt altijd op hetzelfde neer: de productiekosten zo laag mogelijk houden, en streven naar een eerlijke prijs voor je product waardoor je winstmarge stijgt. Maar dat is vaak niet zo simpel als het lijkt.

“Bij onze Belgisch witblauwen gebeuren alle kalvingen met keizersnede, en daar zou de buitenwereld zich wel eens vragen durven bij stellen. Als moeder van 2 dochters (Geraldine en Elodie) vind ik dat onze koeien hier veel minder afzien dan sommige mama’s die bevallen. Door de temperatuurmonitoring en stielkennis wordt het ideale afkalfmoment bepaald. Bovendien wordt de keizersnede uitgevoerd door een dierenarts die perfect zijn job doet. Een keizersnede is géén misdaad tegen het dierenwelzijn; integendeel”, zegt Evelien.

Manke koe niet in wei

Meer dan vroeger gaat aandacht naar de buitenwereld, naar de consument. “Wie beesten heeft, heeft wel eens problemen. Wie het anders zegt, liegt. Maar we zullen nooit meer een manke koe in het gezichtsveld in de wei zetten. Het is nochtans de beste plaats om te genezen. Maar zonder uitleg begrijpen sommigen dat niet. Zo’n koe gaat bij ons voortaan individueel in een strobox. We hebben er helemaal geen probleem mee om, indien nodig dat uit te leggen aan de consument. Stel je bedrijf open, zeg wat er gebeurt. Communiceer transparant naar je consument. Zo leer je bij van elkaar.”

Er is op ons bedrijf minder aandacht voor fokkerij en prijskampen dan vroeger. “Vroeger nam mijn vader vaak deel aan wedstrijden. Er was toen ook meer handel in fokvee. Je kon er nog iets aan verdienen. Nu gaat veel tijd naar de voorbereiding, naar sanitaire maatregelen, zoals quarantaine... Het gaat nu meer om de medailles dan om het geld dat er aan vast hangt. We hebben ook minder tijd. We steken liever de tijd en de energie in het vermarkten van onze runderen. Ja, we zijn alletwee cijferaars. Men redeneerde en handelde vroeger anders, maar de marges waren ook groter. We moeten in onze afzet nog efficiënter worden.”

Ruw- en krachtvoer

Na de geboorte krijgt het kalf zo vlug en zoveel mogelijk biest van de eigen moeder. “De kalveropfok gebeurt ook individueel en we volgen strikte vaccinatieschema’s. De basis van een goede en gezonde veestapel is proper werken, orde en netheid op het bedrijf. Door de koeien niet te laten zogen worden ze sneller bronstig en draaien we sneller rond. Kalveren zitten de eerste 8 weken in aparte iglo’s. Daarna in groepsiglo’s en vervolgens in groepshuisvesting. Op 8 maanden worden de vrouwelijke dieren van de mannelijke gescheiden. De stieren worden daarna niet meer verhokt. De vrouwelijke schuiven dan door. Alle runderen liggen op eigen stro, want we voorzien voldoende tarwe in ons teeltplan.”

Het vleesveebedrijf werkt circulair. “We werken met allemaal ruwvoeders die voortkomen van ons eigen bedrijf. De basis van het voederrantsoen is voor elk rund dezelfde: 45% gras, 45% maïs, perspulp en aardappelstoomschillen. We spuiten onze kuilen dicht met stoomschillen. Deels voor het arbeidsgemak, waardoor we niet te veel werk hebben om af te dekken. Maar ook voor de kwaliteit. Die aardappelstoomschillen bevatten veel energie voor onze witblauwen en zijn uitermate geschikt als afsluiting voor een luchtdichte kuil.” Daarbovenop komt nog krachtvoer, afhankelijk van de leeftijd van de runderen (kalveren, jongvee, afmesten).

“Onze kalveren willen we zo snel mogelijk aan het eten krijgen. Daarom krijgen ze vanaf dag 5 al kalvervlokken met behoorlijk wat spelt in om de pensontwikkeling te bevorderen. Na het spenen gaan ze op een runwvoederrantsoen aangevuld met een aangepast krachtvoeder volgens leeftijd. Het afmestrantsoen (waarin een gedeelte eigen gewonnen gerst wordt verwerkt) houden we het hele jaar door stabiel zodat smaak en kleur van het vlees gelijk blijven”, legt Wouter uit.

In totaal zit 65 ha in het teeltplan, verdeeld over 20 ha graan, 14 ha maïs, 5 ha suikerbieten, 5 ha aardappelen, de rest zijn maaiweides en vooral veel blijvend grasland. “De stieren blijven binnen, na 17 à 18 maanden zijn ze weg. De vrouwelijke runderen lopen buiten van begin april tot eind oktober. Onze koeien zien er gelukkig uit. En dat is belangrijk. De mestafzet gebeurt ook volledig op eigen gronden en weides.”

Veehouders behouden

Veel belang wordt ook gehecht aan milieu- en andere klimaat-maatregelen, met een overdekte mestvaalt, zonnepanelen, regenwateropslag... en naar bioveiligheid. “Witblauw is het beste vleesveeras ter wereld. En we hopen dat het beleid voldoende aandacht heeft voor de eerder kleinschalige, familiale landbouw. Voor de veehouderijen waar runderen op weides grazen. Anders worden nog meer weides omgeploegd. Die veehouderij is belangrijk voor dat grondgebruik. We zien ook hier bedrijven stoppen met de veehouderij waardoor de weides worden geploegd en de gronden aan woekerprijzen worden verhuurd aan de agro-industrie. Hoog tijd dat iedereen goed beseft dat een gepassioneerde veehouder, zeker in de Vlaamse Ardennen, meer dan ooit moet worden gesteund”, besluiten Wouter en Evelien.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken