Startpagina Maïs

Maïs op meeste locaties oogstklaar

De afgelopen week liet de mais een stijging van 5% in drogestofgehalte zien.

Leestijd : 2 min

Daar waar de maïs gezaaid werd tussen 20 april en 1 mei ligt overal het drogestofgehalte boven de 30%, met uitzondering van de locaties Melle en Moorslede (zie tabel). Op heel wat locaties overschrijden sommige rassen zelfs de 40%. Enkel de locatie Geel Ten Aard, die pas gezaaid werd op 22 mei, zit met een gemiddeld drogestofpercentage van slechts 25% nog ver van het optimale oogsttijdstip.

3263-LCV

De warme, zomerse week zal ongetwijfeld de afrijping nog in een stroomversnelling brengen en er zal overal volop worden gehakseld. Naarmate de maïs verder afrijpt, en een hoger drogestofgehalte krijgt, moet er nog meer aandacht besteed worden aan het inkuilproces.

Droge mais laat zich immers minder goed aanrijden en heeft daardoor een groter risico op broei. Bij broei worden eiwitten omgezet in ammoniak. De voederwaarde gaat in zo’n geval achteruit. De risico’s op de vorming van boterzuur worden groter, wat een negatieve impact zal hebben op de kwaliteit van de melk. Verliezen door broei worden vaak onderschat maar kunnen oplopen tot meer dan 10%. Het gebruik van conserveringsmiddelen betekent uiteraard een meerkost maar bij minder gunstige inkuilomstandigheden betalen ze zichzelf zonder twijfel terug. Op een aantal percelen neemt ook het risico op kolfverlies toe door de kolven die hangen.

Dit netwerk wordt gevormd door heel wat partners: Hooibeekhoeve, CIPF, ILVO, PVL Bocholt, PIBO Tongeren, Inagro, LTCW Sint-Niklaas, Proefhoeve Bottelare, VITO Hoogstraten en VTI Poperinge en krijgt financiële steun van de Vlaamse Overheid departement Landbouw en Visserij via de werkingsbijdrage aan het praktijkcentrum LCV.

Voor LCV: Gert Van de Ven, An Schellekens, Hooibeekhoeve; Jurgen Depoorter, CIPF

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken