Startpagina Granen

Vermeerderaar Tijs Boelens:“Ik wil de Pajotse boeren meer perspectief geven!”

Nog voor het project rond het granennetwerk van start ging, was Pajottenaar en biologisch teler Tijs Boelens geïnteresseerd in landrassen. “Ik ben nog altijd voortdurend op zoek naar oude rassen, en vermeerder ze op mijn bedrijf”, legt hij uit. “In dit project wil ik de boeren in het Pajottenland echt vooruit helpen. Samenwerken in het netwerk is echt cruciaal.”

Leestijd : 4 min

Op de ‘Groentelaar’ in Pepingen zijn op een areaal van 4,5 hectare bijna alle groenten te vinden, maar speciale aandacht gaat toch naar de oude graanrassen. Biologisch teler Tijs Boelens vermeerdert voor het granennetwerk oude granen binnen zijn eigen bedrijf.

“Ik krijg zo’n 5 gram zaad en probeer naar 100 kg tarwe te vermeerderen op een paar jaar tijd. Hiermee kan je op grotere schaal gaan uitzaaien voor echte opbrengst”, vertelt hij. “Omdat je nog niet weet wat de graansoort zal doen, is het altijd wat zoeken in het begin. We moeten leren op wat men moet letten.”

Oude tarwe- en gerstrassen vermeerderen

Tijs is niet aan zijn proefstuk toe. “Ik ben dankzij een collega in contact gekomen met landrassen en interesseer me er al langer voor. We zoeken voortdurend naar de iets andere rassen, waar onder dus ook de oudere graanrassen.” Hij heeft ook al ervaring met sommige oude tarwerassen. “Ik wist hoe die tarwe groeide en ben op zoek gegaan naar mogelijkheden om een keten op te zetten. Dat economisch aanpakken, is ook een uitdaging.”

Toen hij op zoek was naar de Kleine Rosse van Brabant, klopte hij ook aan bij Brouwerij 3 Fonteinen. “Zij toonden grote interesse voor de uitbouw van een granennetwerk om landrassen uit te testen. Ik geloof daar ook voluit in, mits een goede prijs aan de boer wordt gegeven. Tarwe is vaak het ‘schaamlapje’, en andere teelten zorgen voor de omzet. Dat kan anders.”

Het zoeken naar andere en oude rassen komt volgens Tijs uit een vorm van nieuwsgierigheid. “We zochten in de universiteitsdatabank en oudere geschriften, maar dat was niet eenvoudig. Soms heb je verschillende namen voor eenzelfde ras, en soms zie eenzelfde naam terugkeren voor 2 rassen die er anders begonnen uit te zien door de geografische spreiding.”

Het vermeerderen in tarwe bleek voor Tijs heel logisch. “We zaaien 3 rijen tarwe, net zoals we onze groenten planten. De rijen in groenten staan 37,5 cm van elkaar, en we deden dat bij tarwe ook. Zo kunnen we schoffelen, aanaarden en wiedeggen door de tarwe en moeten we niets aan de machines aanpassen om tarwe onkruidvrij te houden.”

Als ze in tarwe voldoende vermeerderd hebben, is het de bedoeling om per tarweras 30 are vollevelds uit te zaaien. “Om te zien hoe elke soort het doet, landbouwkundig gezien. Zo kan je ze ook beter vergelijken. Ook kunnen we dan makkelijker de opstap maken naar meer dan een hectare, en wordt het ook interessant voor de brouwerij qua volumes.”

Op de kaart zetten

Volgend jaar wil Tijs gerst vermeerderen. Nu heeft hij enkel gerst staan als demo. “Ook hier: als het vollevelds staat, heb je een beter zicht op wat het ras doet”, vertelt hij. Momenteel merkt hij dat hij het onkruid wat anders moet aanpakken dan de tarwe. “In het gerstbed zelf is alles proper gebleven met de wiedeg, maar op de wielsporen is er onkruid kunnen kiemen. Dus we gaan moeten zoeken naar een nieuw systeem van onkruidvrij houden. Misschien dat vollevelds inzaaien helpt.”

Het feit dat Tijs de granen vermeerdert, geeft hem het gevoel het Pajottenland op de kaart te zetten en vooruit te helpen. Het feit dat Brouwerij 3 Fonteinen voor biologisch kiest, juicht hij toe. “Het project geeft de regio de kans om het duurzaam pad te bewandelen met de oude graanrassen. Het geeft bedrijven die in de kiem biologisch of agro-ecologisch gericht zijn de kans om zich verder zo te ontwikkelen. Ik geloof dat als heel Vlaanderen biologisch teelt, er op vlak van conflict milieu-landbouw weinig overblijft. Ik zeg wel eens: je verandert enkel de wereld als je ervoor zorgt en je die graag ziet.”

De brouwerij creëert volgens Tijs kansen voor starters en doorstarters in het Pajottenland. “Je hoeft in de landbouwsector niet groter en groter worden om te kunnen overleven. Iemand die gangbaar teelt, kan overschakelen naar biologisch telen met potentieel. Door in het granennetwerk naar elkaar te luisteren, tussen generaties en tussen sectoren, leer je al veel. Samenwerking loont, niet het individualisme.”

Een heteregone groep is belangrijk. In het project doen landbouwers mee met veel oppervlakte, maar ook met weinig. Een deel is gangbaar, een ander biologisch. “Hierdoor kunnen we het zaaigoed goed inzetten. De boeren met kleine oppervlaktes krijgen eerder de speciale granen, degene met meer oppervlakte krijgen granen waarvan ze wat meer zaaigoed hebben”, legt hij uit.

Kennisgericht en duurzaam

Tijs kent bovendien het Pajottenland en zijn boeren goed. “Ik wist welke bedrijven kennisgericht werken en duurzaam konden werken, en vroeg hen voor het granennetwerk. Daarbij horen ook de kleinere bedrijven, die in het beste geval nog meer tijd hebben om biologisch of agro-ecologisch te werken. De iets grotere bedrijven hebben niet de neiging om mee te doen omdat het niet past in de rotatie, sommigen geloofden niet in het project... anderen hadden het goed en willen niet veranderen.”

Het granennetwerk bestond bij de start maar uit 3 bedrijven, wat weinig was. “We merkten echter dat van het moment er concrete resultaten waren, er nog 2 geïnteresseerde bedrijven zijn bijgekomen.” Ten slotte geeft Tijs aan blij te zijn met 2 Waalse boeren in het netwerk. “De Waalse biosector is matuurder dan de Vlaamse. Walen zijn ook wat agro-ecologischer ingesteld. Vlaanderen kan van hen nog veel leren.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken