Startpagina Granen

Granenteler Jasper Van Opstal: “Ik ben een onderzoeker in landbouwersplunje”

Jong, vastberaden en gebeten door de onderzoekersmicrobe: zo kan je de 22-jarige Jasper Van Opstal omschrijven. Als landbouwer in het graannetwerk test hij elk jaar traditionele tarwerassen voor Brouwerij 3 Fonteinen. “Ik kwam van de schoolbanken toen ik als landbouwer startte. Het gaf me de kans om bij te leren, en onderzoek naar oude granen interesseerde me ook gewoon. Ik moest niet lang nadenken om mee in te stappen”, lacht hij.

Leestijd : 8 min

Het is op zich al opmerkelijk dat Jasper niet uit een boerenmidden komt, laat staan dat hij het bedrijf alleen runt én het engagement is aangegaan om onderzoek te doen naar oude tarwes. Zijn buren hadden een boerderij en als kind liep hij vaak rond. “Mijn ouders zijn geen landbouwers, maar ondersteunen en steunen mij in mijn keuze om landbouwer te worden.”

Student-zelfstandige

Toen hij 18 jaar was, startte hij zijn studies Industrieel ingenieur landbouw en biowetenschappen in Geel, en begon hij ook als landbouwer. Officieel is hij dus student-zelfstandige. De boerderij runt hij alleen, maar zijn ouders helpen wel mee. “Papa doet de boekhouding. Mama helpt veel op het veld in de drukke periodes als ze tijd heeft, want ze heeft nog haar job. Dan schoffelt ze bijvoorbeeld het onkruid. Bij de pompoenoogst neem ik ook 2 jobstudenten aan die meehelpen.”

Hij begon met 1 ha te bewerken. Het eerste jaar teelde hij enkel pompoenen, maar nu hij een kleine 8 ha bezit, staat er wel wat meer. Naast pompoenen, zet hij yacon en grasklaver in de rotatie. Daar draait hij zijn omzet mee. Twee derde van zijn omzet komt van de pompoenen. Daarnaast zet hij nog granen, waaronder voor het granennetwerk. “Het eerste jaar als landbouwer koos ik nog voor triticale, nu is het aantal rassen op mijn velden wel wat hoger”, geeft hij mee.

Toen hem werd gevraagd om mee in te stappen in het graannetwerk, was hij direct enthousiast. “Ik stond mee aan de wieg, en was direct verkocht. Niet alleen voor de goede graanprijs en het duurzaamheidsaspect, ik kreeg zo de kans om heel wat bij te leren. Ik had immers niet veel ervaring en mijn landbouwkennis komt vooral uit schoolboeken, die ik probeerde om te zetten in de praktijk. In het netwerk krijg je ervaring van anciens mee. Ook word ik begeleid door Lucas, Tijs of zelfs een professor die advies geeft over granen in bredere zin.”

Ook samenwerken met een brouwerij vindt hij interessant. Het lokale karakter spreekt hem aan. “En ondertussen leerde ik Geuze en Lambik ook appreciëren”, lacht hij. “Nu bestel ik dat op café altijd, en drink ik het graag op de brouwerij. Het is heel zuur dus dat was wel verschieten in het begin. Maar ook de chemie die rond de brouwerij hangt… dat authentieke: het is een belevenis. Geuze of Lambik drink je niet op een doordeweekse dag aan tafel. En dan denk ik: over zoveel jaar drink ik een Geuze of Lambik van mijn eigen granen. Het is misschien bijkomstig voor mijn eigen bedrijf, maar het is gevoelsmatig een meerwaarde.”

De verschillen met gewone granen zijn volgens Jasper enorm, en dat vindt hij 
fascinerend.
De verschillen met gewone granen zijn volgens Jasper enorm, en dat vindt hij fascinerend. - Foto: MV

Zeker van afzet

Om zich te verzekeren van een inkomen, speelt Jasper op veilig. De pompoenen en yacon zet hij af via BelOrta. De landrassen zijn voor het granennetwerk voor het maken van Geuze en Lambik. “Ik heb ook nog winterrogge staan, maar die is voor de Flietermolen, een lokale biologische molen in de buurt. Ik weet dat door de coronacrisis Brouwerij 3 Fonteinen slecht verkocht had, waardoor ze met een stock blijven zitten en niet alle granen kunnen afnemen. De Flietermolen zou ook de landrassen kunnen afnemen, moest het nodig zijn. Het spijtige is wel dat die rassen een kleinere opbrengst geven, maar daarvoor wordt de prijs dan weer gecompenseerd.”

Dit jaar nam de brouwerij alle traditionele granen van Jasper. Tijdens de coronacrisis haalde Jasper een goede rentabiliteit. “Ik zet vooral in op een kleiner areaal met specialere graanrassen, en ik heb ook een deel granen in vermeerdering. Bij vermeerdering nemen ze de granen sowieso af, omdat dat naar volgend jaar toe belangrijk is, en een kleiner areaal wordt ook gemakkelijk aangenomen. Sommige landbouwers hebben minder geluk. Er zijn er die 8 ha wintergerst hebben staan, maar omdat de brouwerij omwille van corona minder zal brouwen, kunnen ze misschien niet alles afnemen. Gelukkig wordt er altijd naar een gemeenschappelijke oplossing gezocht, zodat niemand uit de boot valt. Ook in een slecht teeltjaar neemt de brouwerij een deel van het risico, zodat we altijd gelijkwaardige partners blijven en duurzaam kunnen samenwerken.”

Basis- en tonnageprijs

Voor Jasper is de granenteelt voor het granennetwerk rendabel. “Bij triticale in het begin was ik al blij dat ik de kosten terugkreeg.” Een landbouwer die voor het granennetwerk teelt, krijgt een basisprijs per hectare, eventueel aangevuld met een tonnageprijs. Die basisprijs krijgt elke landbouwer, omdat hij land moet gebruiken om de granen te testen. “Het is een soort buffer, moest de teelt volledig misgaan. De basisprijs dekt de kosten. De tonnageprijs is pure winst. Ik vind het een mooie manier van prijszetting”, legt Jasper uit.

De prijzen hangen ook af van het type graan dat je teelt. Brouwerij 3 Fonteinen maakt het onderscheid tussen 3 types. Type 1-rassen zijn landrassen die voor het eerst geteeld worden, en waarbij de opbrengst en de optimale groeiomstandigheden nog niet of weinig bekend zijn. Dit hoort ook onder de rassen die nog vermeerderd moeten worden.

Bij type 2 gaat het om landrassen die al enkele jaren worden geteeld en zich al min of meer bewezen hebben. “De onderzoekers weten er al meer over, maar in het algemeen weten we ook dat deze rassen lagere opbrengsten geven”, klinkt het. Bij type 3 gaat het om de moderne rassen, die men bij een reguliere zaadhandelaar kan verkrijgen en dus goed gekend zijn. “Aan type 1 is er een hoger risico verbonden dan aan type 3, omdat je minder goed weet wat de rassen doen. Dat maakt dat je er een hogere basis- en tonnageprijs voor krijgt”, legt Jasper uit. Bovendien krijg je een bonusprijs als je biologisch teelt of in omschakeling bent.

Begeleiding in rassenkeuze

Voor de rassenkeuze laat Jasper zich leiden door de coördinator van het granennetwerk, Lucas Van den Abeele. Jasper probeert elk jaar andere rassen uit, maar ziet ook dezelfde rassen eens terugkomen. Dit jaar heeft hij enkel type 1 en 2. “Type 3 staat dit jaar niet in mijn percelen, andere jaren doe ik dat wel om de graanrassen te vergelijken.”

Op één stuk van 2 ha teelt Jasper 5 verschillende rassen zomergerst, waarvan 1 modern en 4 oude rassen, die onder type 1 vallen. “Een van die rassen stamt uit de tijd van Karel de Groote (8ste eeuw). Die oude rassen zijn vaak populaties of landrassen, dat wil zeggen dat ze een bredere genetische pool hebben en meer diversiteit geven op het veld. Op die manier passen ze zich gemakkelijker aan bij veranderende klimatologische opstandigheden en geven ze meer zekerheid voor de boer”, verklaart hij. Daarnaast zaaide Jasper 2 rassen zomertarwe en 1 ras wintertarwe uit, waaronder de Witte van Vlaanderen en Heliaro.

Ten slotte zette Jasper ook wat winterrogge uit. “De winterrogge was echter niet voor het granennetwerk, maar voor de Flietermolen. En da’s mijn manier van risicospreiding.”

Gewoon behandelen, bekijken als oud

En qua teelttechniek? “We behandelen de oude rassen hetzelfde als de ‘gewone graanteelt’. Het is immers op lange termijn niet de bedoeling dat we de graanrassen op een andere manier telen”, geeft de jonge landbouwer aan. Hij merkt wel dat het niet altijd even goed werkt. “Om een voorbeeld te geven, zie ik verschillen in kiemkracht. De rassen met een goede kiemkracht staan properder, omdat het gewas mooi dichtgroeit. Is de kiemkracht minder, dan krijgt onkruid vrij spel en staan de percelen er niet zo mooi bij. Een oplossing zou zijn om de zaden in een hogere dichtheid te zaaien voor een betere onkruidonderdrukking.”

De rassen met een goede kiemkracht staan properder, omdat het gewas mooi dichtgroeit.
De rassen met een goede kiemkracht staan properder, omdat het gewas mooi dichtgroeit. - Foto: MV

Vroeger waren de teelomstandigheden ook helemaal anders. De oude tarwes of landrassen zijn van nature veel hoger en deden het vaak goed op schrale bodems. Er waren bovendien weinig tot geen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen voorhanden, of andere hulpmiddelen. “Op bodems met te veel stikstof zijn de landrassen vaak erg legergevoelig, vandaar dat we onze teelttechnieken en zaaidichtheid moeten aanpassen. Koolstof geeft dan weer kracht en stabiliteit aan de stengel en houdt ze recht.”

Beoordelen op landbouwkundig vlak

Af en toe ervaart Jasper een soort eureka-moment. Dit jaar werd Jasper aangenaam verrast door de zomertarwe. “Ik had altijd gedacht dat wintertarwe beter is: het wordt groot en geeft een grote opbrengst. Dit jaar merkte ik dat de zomertarwe tot mijn verbazing ook heel mooi en groot en gezond bleek. Je krijgt soms heel andere inzichten door iets nieuw te proberen, daarom blijf ik er ook open voor staan.”

Lucas komt vaak langs om te beoordelen hoe het graan staat. Samen bekijken ze het graan op legergevoeligheid, ziektegevoeligheid, onkruiddruk, aarontwikkeling (lengte, vulling)… En op het einde natuurlijk de opbrengst. “Zo zien we wat de betere rassen zijn op landbouwkundig vlak.”

De verschillen met de gewone granen zijn volgens Jasper enorm, en dat vindt hij fascinerend. “Het gaat echt om totaal andere rassen. Bij tarwe is de vorm van de aren volledig verschillend. De rassen wintertarwe stoelen ook beter uit dan de moderne rassen en worden veel hoger, tot zelfs 1m60. Daarom kijken we naar deze rassen voor de toekomst. Een negatief puntje dan is de legergevoeligheid.”

Voorkeur oude granen

Hoewel de groenteteelt Jaspers hoofdactiviteit is, geeft het oude graan hem meer voldoening. Moest hij niet voor het granennetwerk telen, zou hij enkel triticale zetten. “Dat is een relatief simpele teelt. Je zaait, je wiedt gemakkelijk en je brengt het naar de molen. Omdat het simpeler is, ben ik er, denk ik, iets minder trots over.”

De teelt van oude granen vindt hij intensiever. “Ik ben er veel mee bezig, want ik heb veel meer rassen staan. De onkruidbestrijding neemt veel tijd in beslag: in de tarwe en gerst moest ik 7 of 8 keer erdoor rijden met de wiedeg. In vergelijking: in triticale heb je één wiedbeurt nodig, en dan groeit het gewas dicht.” Jasper geeft ook aan bewuster met de plant zelf om te springen. “Om de 2 weken doe ik een toer in de velden en zie ik de planten ontwikkelen.”

Het onderzoeksmatige dat ik vind door met het granennetwerk samen te werken,  vind ik heel leuk, en geeft me uitdaging , vertelt Jasper Van Opstal,
Het onderzoeksmatige dat ik vind door met het granennetwerk samen te werken, vind ik heel leuk, en geeft me uitdaging , vertelt Jasper Van Opstal, - Foto: MV

Klaar voor wat uitdaging

Jasper is 22 jaar en denkt na over zijn toekomst. “Met 8 ha kan ik mijn landbouwactiviteiten niet meer als hobby beschouwen. Ik doe het graag, maar het is te veel werk.” Landbouwer worden in hoofdberoep is nu geen optie. “Dat vind ik te risicovol en te eenzaam op lange termijn. Bovendien wil ik iets doen met mijn ingenieursstudies, en ik wil uitgedaagd worden. Na 40 jaar heb je het wel gezien als landbouwer, denk ik. Ik ga sowieso keuzes moeten maken. Als ik een job ga zoeken, moet ik nadenken over een combinatie. Onderzoek door samenwerking met het granennetwerk daagt me uit. Hetzelfde met de thesis die ik doe aan de Bodemkundige Dienst. Misschien combineer ik wel onderzoek met mijn job als landbouwer. Ik wacht mijn kansen wel af in de regio.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken