Hoge bladluisdruk in wintergranen dit najaar

Dit najaar heerst een hoge bladluisdruk.
Dit najaar heerst een hoge bladluisdruk. - Foto: TD

Zaaizaadontsmetting tegen bladluizen is niet meer mogelijk. Behalve de percelen wintergerst met rassen tolerant ten aanzien van het dwergvergelingsvirus, is geen enkel perceel wintergraan beschermd tegen het dwergvergelingsvirus overgedragen door bladluizen. Het is absoluut noodzakelijk alle percelen (die niet beschermd zijn tegen het dwergvergelingsvirus) te controleren van bij de opkomst op de aanwezigheid van baldluizen, en zeker de vroegst gezaaide percelen.

Hoge tot zeer hoge aantastingen op de vroeg gezaaide gerst (12% en 45% bezette planten) en een aandeel van 3 tot 5% bezette planten in net opgekomen wintergerst, wijst op een hogere druk dit najaar. In Wallonië is bovendien uit de eerste virulentietesten gebleken dat het aandeel virulente luizen groter is dan de jaren voordien. Beide indicaties vragen een nauwkeurige opvolging van de situatie. In dit stadium is het echter nog niet nodig om algemeen te behandelen, behalve bij deze percelen waarbij de behandelingsdrempel overschreden is (vooral de vroegst gezaaide percelen). De zachtere temperaturen op het einde van de week zijn gunstig voor een verdere uitbreiding.

Behandelingen

De behandelingsdrempel volgens Livre Blanc “Céréales” (Gembloux, België) is verschillend naargelang het moment/tijdstip. In de herfst wordt een bladluisbehandeling aanbevolen vanaf het moment dat 5% van de planten bezet is met virusdragende bladluizen. De behandelingsdrempel volgens Arvalis is om bladluizen onmiddellijk te behandelen van het ogenblik dat 10% van de planten bezet is met minstens één bladluis. Bij een lagere bezettingsgraad wordt geadviseerd te behandelen wanneer de bladluizen meer dan 10 dagen aanwezig blijven ongeacht het % aangetaste planten.

In de meeste gevallen wordt in de herfst voldoende resultaat bekomen met pyrethroïden. Pyrethroïden zijn minder werkzaam bij zacht en droog weer dan bij koudere en vochtigere weersomstandigheden. Wanneer de behandeling uitgevoerd wordt bij zacht weer (17°C en meer), kan de toevoeging van pirimicarb (ongeveer 70 g/ha werkzame stof) de effectiviteit van de pyrethroïden verbeteren door de bladluizen ook via dampwerking te bestrijden.

Meer informatie leest u in hun graanbericht

LCG

Meest recent

Meest recent