Startpagina Actueel

Luc Vankrunkelsven over onrecht in Brazilië: ‘De wereld is geen fazenda’

Wervel-oprichter Luc Vankrunkelsven reisde in 2018 en 2019 kriskras door Brazilië. In zijn nieuwe boek ‘Een wereld van verdoken slavernij’ beschrijft hij de grote uitdagingen waarmee het immense Zuid-Amerikaanse land worstelt, en die stuk voor stuk de landbouw raken: het behoud van een ongekende biodiversiteit, het lot van inheemse volkeren en de verdeling tussen arm en rijk.

Leestijd : 6 min

Luc Vankrunkelsven is een Norbertijn die aan de wieg stond van Wervel, een beweging die een duurzamer voedselsysteem in binnen- en buitenland nastreeft. In ‘Een wereld van verdoken slavernij’ neemt Vankrunkelsven zijn lezers mee op zijn laatste tournee door een land waar hij al veel vaker kwam, ondanks toenemende vliegschaamte. Het is dan ook een enorm land, zo’n 283 keer groter dan België, en een land dat volop in beweging is.

In het boek legt Vankrunkelsven aan de hand van anekdotes, mediaberichten en rapporten uit hoe de grootschalige landbouw het gezicht van het land verandert. Daarbij richt hij zich vooral op de druk die de landbouw veroorzaakt op belangrijke biotopen - Amazone, Pantanal en Cerrado - en op de traditionele volkeren die er wonen. Deze zijn vaak inheems, maar soms ook afstammelingen van gevluchte slaven. Verwacht geen strak geordend boek, maar een levendig overzicht van een kleurrijk land en diens problemen.

Slavernij

Het boek begint met de slavernij. De traditionele, grote Braziliaanse boerderij wordt een ‘fazenda’ genoemd. De term is minder neutraal als ‘boerderij’ of ‘farm’, legt Vankrunkelsven uit. Het werk op een fazenda gebeurde in de regel door slaven. In het voorwoord van het boek haalt Vankrunkelsven de Braziliaanse schrijver Gilberto Freyre aan, die Brazilië als land karakteriseerde als ‘casa grande e senzala’. Letterlijk: een groot huis en slavenhutten. De problematiek is nog altijd actueel in het land. Dit komt door de machtsverdeling tussen zwart en blank, maar ook omdat op grote landerijen nog altijd mensen voor niks of bijna niks moeten werken, vooral in de suikerriet en de rundveehouderij. Overigens merkt Vankrunkelsven daarbij op dat ook in Europa nog veel verdoken slaverij bestaat.

Het boek eindigt met zo ongeveer het tegenovergestelde van slavernij, het huwelijk. Werkt een slaaf onder dwang en wordt hij op een markt gekozen door zijn meester, het huwelijk is een verbintenis waarbij mensen uit vrije wil voor elkaar kiezen. Er zijn geen ketens en het is geen exploitatieve relatie. Hij gebruikt het huwelijk als metafoor voor zijn relatie met inheemse volkeren. “De traditionele volkeren van de Cerrado hebben me deze reis getrouwd (-)”, schrijft hij. “Hun strijd en resistentie raken me, trouwen me.” In het boek staan kleurrijke illustraties van studenten van een Braziliaanse universiteit, die uitdrukking geven aan het onrecht dat wordt aangericht jegens met name de honderden inheemse volkeren die in de natuur wonen.

Landbouwmodellen

Vankrunkelsven legt in een gesprek in Brussel uit welke rol de landbouw speelt in de transformatie van de genoemde biotopen. “Natuur maakt plaats voor monoculturen van vooral soja, eucalyptus, suikerriet voor de ethanolindustrie en rundveehouderijen. Ze maken eenvormige producten die dan per schip de wereld rondgaan. Wat het in geld oplevert, is wel duidelijk, maar voor wat het kost is veel minder aandacht.” Het boek is deels een pleidooi voor een ecologische, meer kleinschalige landbouw. Is dat iets dat bij Brazilianen aanslaat? President Jair Bolsonaro wil juist meer bomen kappen om meer landbouw mogelijk te maken, en gebruikt of misbruikt daarbij het begrip ‘soevereiniteit’ om kritiek op het beleid af te doen als buitenlands gespin.

In het boek noemt Vankrunkelsven een groot aantal Braziliaanse organisaties en bijeenkomsten die gaan over ecologisch verantwoorde landbouw. Het is dus niet zo dat het hele land als 1 man achter het heersende landbouwmodel staat, maar verandering is moeilijk, en de belangen zijn enorm. De landbouw is voor het land immers de belangrijkste industrie naast de mijnbouw (zie kader). Op zichzelf is dit wellicht een problematisch gegeven, aangezien beide kapitaal- maar niet arbeidsintensief zijn. Het levert, cru gezegd, weinig jobs op voor de massa’s armen in de favelas van de miljoenensteden waar de meeste Brazilianen wonen.

Het land is overigens niet altijd een van 's werelds grootste exporteurs van agrovoedingsmiddelen geweest. Tot in het midden van de jaren 70 was het land zelfs een belangrijke importeur. De overheid zette in op importsubstitutie en begreep al snel dat met haar enorme ruimte en behoorlijke klimatologische omstandigheden de landbouw haar motor tot ontwikkeling kon zijn. De motor werd op gang getrokken in de vruchtbare donkerrode bodems van het zuiden. Later werd de savanne of ‘cerrado’ in cultuur gebracht en schoof de landbouw verder op richting de Amazone.

Cerrado

Landbouw in de Amazone is inmiddels allang omstreden, al verdwijnen nog dagelijks vele hectares oerwoud, weet Luc Vankrunkelsven, die al talloze keren kriskas door het land reisde. Braziliaanse boeren spreken soms met trots over ‘Het wonder van de Cerrado’. De gronden van de Cerrado werden lang als te zuur beschouwd om landbouw op te kunnen plegen. Met grote hoeveelheden kalk en de ontwikkeling van nieuwe landbouwtechnieken werd een groot deel van het 2 miljoen km2 grote gebied in cultuur gebracht. Het succes kent echter een grote keerzijde, legt Vankrunkelsven uit: “De Cerrado is in feite de omgekeerde Amazone, en één van de oudste ecosystemen ter wereld. Men schat dat het wel 45 miljoen jaar oud is.”

Vanwege de lange droge seizoenen en branden die routinematig de savanne doorkruisen, hebben sommige bovengronds weinig indrukwekkend ogende planten diepe ondergrondse stammen en wortelstelsels ontwikkeld. In sommige gevallen is 70% van de planten ondergronds, tot een diepte van ongeveer een meter of meer. De waarde van de Cerrado wordt pas vrij recent onderkend, geeft Vankrunkelsven toe. Maar nu we de betekenis van het ecosysteem hebben doorgrond, hebben we volgens hem ook de verantwoordelijkheid om deze te redden. Europa kan helpen. De ‘ontwikkeling’ van de Cerrado wordt volgens hem goeddeels gefinancierd met Europees geld. Nederlandse pensioenfondsen spelen een rol. Veel van de soja die er vandaag geteeld wordt, komt naar Europa.

Grote bedrijven die zaden en gewasbescherming verkopen, die volgens critici hun marktmacht misbruiken en producten verkopen die schade toebrengen aan de natuur, zijn vaak Europees. Veel van die producten zijn in Europa verboden, maar worden wel geproduceerd, naar ginds uitgevoerd en komen via de producten toch op ons bord. Europa moet volgens hem zijn mentaliteit veranderen. Het is een steeds terugkerend thema in zijn boek, en een citaat van de generaal-abt van de Norbertijnen: “Ze doen alsof de wereld hun fazenda is, maar dat is niet zo.”

Landbouw, de Braziliaanse exportmachine

Brazilië staat voor de export van vlees, akkerbouwproducten en fruit. In 2019 verkocht het Zuid-Amerikaanse land voor zo’n 26,5 miljard dollar aan oliezaden in het buitenland. Alleen met olie en brandstoffen verdiende het land meer dan met soja. De sojamarkt wordt mondiaal door Brazilië, de VS en in mindere mate door Argentinië gedomineerd.

De vleesexport was ruim 15 miljard dollar waard, waarbij opvalt dat het land sterk is met kip en rundvlees, en zich snel ontwikkelt in varkensvlees - een product dat binnenlands niet erg gesmaakt wordt. Het land telt enkele van ‘s werelds grootste vleesbedrijven: JBS, BRF en Marfrig. Ter illustratie, JBS tekende vorig jaar voor ongeveer 50 miljard dollar omzet. De Brazilianen zijn afwisselend met de Amerikanen de grootste dan wel tweede grootste exporteur van rundvlees.

De export van granen - vooral maïs - is zo’n 8 miljard dollar waard. Houtpulp was goed voor 7,5 miljard dollar en reststromen van de voedingsindustrie en diervoeder zijn samen goed voor 6,3 miljard dollar. Ook wat betreft fruit speelt het land in de mondiale hoofdklasse, vooral als grootste exporteur van sinaasappelsap. Wat sinaasappelsap betreft, is het land goed voor bijna 70% van de wereldwijde productie en een nog groter deel van de export. Het land is ook goed voor circa een kwart van de wereldwijde koffie-export.

Jan Cees Bron

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken