Startpagina Varkens

Gezond de speenfase doorkomen, lukt ook zonder zinkoxide

Zinkoxide werd de voorbije jaren vooral ingezet als alternatief voor antibiotica tegen speendiarree. Vanaf 2021 is dit diergeneesmiddel in ons land verboden in varkensvoeders. Bij veevoederbedrijf Vanden Avenne wachtte men niet op deze maatregel. “Wij gebruiken al geruime tijd geen zinkoxide meer in ons voedergamma. We bieden wel alternatieven aan om een vlotte speenperiode te realiseren.”

Leestijd : 8 min

Zinkoxide (ZnO) is sinds 2013 toegelaten als diergeneesmiddel in de varkenshouderij. Dankzij de efficiënte werking tegen diarree bij biggen in de eerste 14 dagen na het spenen, grepen varkenshouders daardoor veel minder vaak naar het antibioticum colistine. Het had dus een gunstig effect op het antibioticagebruik.

Zink: slechts een tijdelijke oplossing voor speendiarree

Frederik Dieryckxvisschers, nutritionist varkensvoeders bij Vanden Avenne: “Vermits ZnO een antibacteriële werking heeft, scheen het een goed alternatief voor colistine te zijn. Beperkt gebruik van dat antibioticum is immers belangrijk, want het wordt in de humane geneeskunde beschouwd als een van de laatste redmiddelen voor de behandeling van enkele pathogenen. Zink heeft evenwel een remmende werking op de voederopname, niet alleen door de specifieke smaak, maar ook door de grote hoeveelheden die nodig waren voor een efficiënte werking.”

Zink vormt ook een zwaar probleem. Het is een zwaar metaal, onoplosbaar in water en het stapelt zich op in de bodem. Bemesting met varkensmest draagt hiertoe bij. Door die ongunstige effecten op het milieu besliste de Europese Commissie om ZnO vanaf midden 2022 te verbieden. Kenniscentrum Amcra ging in ons land nog een stapje verder en schoof eind 2020 als einddatum voor ZnO naar voor, dit is 18 maanden vroeger dan de Europese termijn.

Zonder antibiotica, zonder ZnO

Amcra promootte de voorbije jaren, tijdens de uitfasering van ZnO, al met succes alternatieven voor het gebruik van ZnO en colistine. Maar ondanks dat de ban op ZnO dus niet uit de lucht komt vallen, bestaat vandaag toch de vrees dat het gebruik van colistine opnieuw zal toenemen. “Hoewel de einddatum voor ZnO-gebruik nu wel heel kortbij is, zien we dat het middel in de praktijk nog veel wordt gebruikt”, aldus Jef Quirijnen, specialist varkenshouderij. Redenen genoeg om binnen Vanden Avenne te brainstormen over een alternatieve aanpak

“Wij gebruiken al geruime tijd geen gemedicineerde voeders meer, dus ook geen ZnO meer. Naast de eerder vermelde nadelen, zorgt ZnO namelijk ook voor ongewenste versleping in de voerleidingen, zowel in de voerfabriek als bij de boer. Het is letterlijk een ‘zwaar’ metaal.” Dieryckxvisschers: “We bekeken verschillende pistes, maar een eindmenger in de fabriek of een fijndoseertoestel op de vrachtwagen voor inmenging bij het afleveren waren kostelijk én vooral niet gewenst in het kader van een laag antibioticagebruik. Het paste niet binnen de filosofie van ons bedrijf. Vanden Avenne scoort op het vlak van antibioticagebruik namelijk heel goed binnen de benchmarking van de federatie van voederbedrijven, BFA.”

Voedertechnische aanpassingen

Welke aanpak was dan wel haalbaar? Het R&D-team ging aan de slag en maakte een plan.

“Een eerste aanpassing was de introductie van een fermentatiestap in de voederproductie”, legt Frederik Dieryckxvisschers uit. “In 2015 kregen we hier een Belgisch patent op en in 2019 een Europees patent. Door te fermenteren verhoogt de verteerbaarheid van het voeder en rest er minder groeibodem voor ongewenste bacteriën. Door dit proces worden ook gunstige pre- en probiotica toegevoegd. De zuurheid zorgt bovendien voor een stabiel voeder met een betere bewaarbaarheid.

Vermits de structuur van het voeder erg belangrijk is voor de vertering, zeker bij jonge dieren, hebben we hier ook aan gesleuteld. We walsen nu de afzonderlijke grondstoffen – nog voor het mengen - naargelang de gewenste grofheid. Zo behouden granen bijvoorbeeld beter een grovere structuur. Wanneer soja te grof blijft, is dit echter slecht voor de eiwitvertering, met diarree tot gevolg. Nu malen we dus op maat.

Ten slotte speelden we ook in op de aroma’s van onze voeders. Een varken eet met zijn neus. Aroma’s werken stimulerend. Daarom worden vandaag bij al onze voeders dezelfde aroma’s gebruikt, wat zorgt voor herkenbaarheid van bij de zeugvoeders tot in de afmest.”

Meer dan voeder

Er bestaan echter nog mogelijkheden. Jef Quirijnen: “Ons multidisciplinair team – met zowel onze nutritionist, een dierenarts als technische en commerciële adviseurs – ontwikkelde een totaalpakket om varkenshouders bij te staan om die lastige speenperiode vlotter door te komen.”

Het multidisciplinair team van Vanden Avenne zocht naar alternatieven voor ZnO, v.l.n.r. Jef Quirijnen, Kristien Vanbelleghem, Amaury Vervack en Frederik Dieryckxvisschers.
Het multidisciplinair team van Vanden Avenne zocht naar alternatieven voor ZnO, v.l.n.r. Jef Quirijnen, Kristien Vanbelleghem, Amaury Vervack en Frederik Dieryckxvisschers. - Foto: Thomas Rogge

Er werd expliciet gekozen voor een 360°-aanpak. “We benaderen alle omstandigheden die voor de biggen bepalend zijn in de speenfase, dus naast het voer ook het klimaat, de hygiëne, het drinkwater... We passen deze alternatieve methoden inmiddels al enkele jaren toe in de praktijk, maar nu willen we hier als een totaalconcept mee uitpakken. We voelen dat de sector hier nu pas voor openstaat. Alternatieven toepassen, is immers lastiger dan medicatie geven. Je moet als varkenshouder meer nadenken over je aanpak. Dat vergt extra inspanningen. We zien echter een duidelijke omslag. Varkenshouders streven in de periode na het spenen naar het beste resultaat. Ze zoeken naar verbetermethoden, zonder antibiotica en zonder ZnO.”

Integrale aanpak

De voorbije maanden testte het team de totaalaanpak in de praktijk uit. “We werken samen met een klant die ons zeugenvoeder gebruikt, maar niet ons biggenvoeder bij de jonge biggen. We startten er in augustus met onze aanpak en zien intussen de eerste gunstige resultaten”, vertelt specialist zeugenvoeders Kristien Vanbelleghem. “Dit is nog maar een begin, want we streven voor alle verbeterpunten naar minimale normen. Het is een verbetertraject dat enkele maanden in beslag neemt en waarbij verschillende plaatsbezoeken noodzakelijk zijn.”

Om het belang van de totaalaanpak te benadrukken, kiest Vanden Avenne voor een toolbox. Vanbelleghem: “Wanneer we bij een zeugenhouder langsgaan, kunnen we met de diverse items in deze box alle mogelijke verbeterpunten overlopen. Zo zitten er gesteriliseerde flesjes in om waterstalen te nemen. Die stalen kunnen we in ons eigen laboratorium volledig analyseren. Met een digitale minimum/maximum thermometer kan de ventilatie worden opgevolgd. Met een infraroodthermometer meten we onder meer de temperatuur van de verwarmde grondplaat. Een ongunstige temperatuur kan immers ook oorzaak zijn van diarree. Daarnaast zit er ook een hygiënogram in. Dat is ingeburgerd in de pluimveehouderij, maar heeft zeker ook zijn nut in de varkenshouderij. Met behulp van petrischaaltjes kan je nagaan hoe goed - of slecht - de stal werd gereinigd. We zagen recent nog een voorbeeld waar de hogedrukreiniger stuk was. Hierdoor kon er enkel met koud water gereinigd worden. De varkenshouder kon dankzij het hygiënogram vaststellen dat dit veel minder grondig gebeurde dan met warm water.

Bij het spenen zijn er heel wat aandachtspunten. De toolbox maakt deze tastbaar voor alle betrokkenen.
Bij het spenen zijn er heel wat aandachtspunten. De toolbox maakt deze tastbaar voor alle betrokkenen. - Foto: Thomas Rogge

Een passend voerbakje helpt de biggen om sneller hun voer te vinden. Ook kleinere hulpmiddelen komen van pas. Met de grote knijper die in de box zit, kan je zakgoed correct afsluiten. Zoals aangehaald, is het immers van belang om de aroma’s in het voer te bewaren. We geven ook kleinere knijpers waarmee de zeugenhouder op een handige manier stalfiches met de aandachtspunten en normen kan ophangen. Die fiches vatten eigenlijk de hele campagne samen. Met de knijpers kan men ook gemakkelijk de gemeten parameters ter plekke op de fiches noteren. Ten slotte geven we in de toolbox nog informatie over de gevolgen van de stopzetting van ZnO en over onze voeders mee. De plastiek doos zelf, de box, is ook specifiek gekozen. Vermits die voldoende hoog is, kan hij gebruikt worden bij split suckling. De zeugenhouder kan de eerste biggen die al zoogden hierin afzonderen, waardoor de laatste biggen de kans krijgen om voldoende biest op te nemen.

Zoals aangehaald pakken we dit verhaal integraal aan! De toolbox maakt het geheel tastbaar voor alle betrokkenen.”

Vertrekken van nulmeting

Wanneer de zeugenhouder wil meegaan in het concept wordt bij het eerste bezoek een nulstand genomen van de diverse parameters. Amaury Vervack, één van de 4 dierenartsen bij Vanden Avenne, bevestigt dit. Hij volgt het diergeneeskundige luik van dit totaalprogramma op. “Tijdens het plaatsbezoek zal ik, samen met de bedrijfsdierenarts, gekende en ongekende problemen in de biggenbatterij trachten bloot te leggen aan de hand van onze checklist. We zullen hierbij diverse stalen nemen om te laten analyseren. We werken hier trouwens voor samen met enkele diergeneeskundige bedrijven. Vooral op bedrijven waar men nog ZnO gebruikte, is het belangrijk om bij aanvang voldoende stalen te nemen die de starttoestand weergeven. ZnO maskeert immers bepaalde pathogenen. Het zorgt er onder andere voor dat E. coli niet pathogeen wordt, terwijl de bacterie wel aanwezig blijft. Zodra men, onvoorbereid, stopt met ZnO, kan de ziekte uitbreken.”

Bij dat eerste bezoek wordt dus een veterinaire foto gemaakt van het varkensbedrijf. “Door een volledig beeld te hebben van allerlei ziekten, zoals PRRS, Glässer…, kunnen we ook advies geven omtrent de vaccinatiestrategie of over het al dan niet aanpassen van de bestaande medicatie. We geven dus ook een 360°-aanpak op diergeneeskundig vlak. Wanneer een big ademhalingsproblemen heeft – een snotvalling – dan kan het de aroma’s van het voeder niet meer opvangen, wat uitmondt in een slechtere voeropname, een slechtere groei en weerstand. Op het voorbeeldbedrijf was er een probleem met coccidiose en neonatale diarree. We pakten er de bestaande toestand stapsgewijs aan: in de eerste ronde stopten we enkel met ZnO en behielden voorlopig het gebruik van amoxycycline. Beide geneesmiddelen tezamen beëindigen geeft teveel risico’s, maar we bekijken ook hoe de naveltjes of andere wondjes worden ontsmet. Kleine infecties liggen veelal aan de basis van grotere problemen.”

Zes maanden engagement

“Die nulstand geeft een referentie, zowel technisch als financieel, om de evolutie te kunnen opvolgen”, gaat Kristien Vanbelleghem verder. “Dat is nuttig bij bestaande klanten zowel als bij nieuwe. Heel wat klanten gebruiken sowieso al geen ZnO meer, maar ze hebben dikwijls baat bij bijkomende managementtips, bijvoorbeeld over de waterkwaliteit. Dit programma zorgt bij hen voor een vliegende start, waarbij het potentieel van onze voeders nog beter tot zijn recht komt.

Op het testbedrijf zagen we intussen al een toename van het speengewicht met 800 g en een betere voederopname, dus ook een verbeterde voederconversie. Dit is nog maar een begin. Om alle parameters tot de gewenste norm te krijgen, tellen we zo’n 6 maanden. De varkenshouder zal veelal ook zijn management moeten aanpassen en dat doe je niet zomaar van de ene dag op de andere. Wanneer nodig of gewenst betrekken we er in dit veranderingsproces ook externe partners bij. Samen zoeken we naar de beste oplossing. We vragen van de varkenshouder dus een engagement om in het volledige verhaal te stappen, om het volledige traject te doorlopen.”

“We zijn blij verrast hoe de Vlaamse varkenshouder proactief en toekomstgericht met ons meedenkt”, stelt Jef Quirijnen tot slot. “Hij beseft dat zinkoxide zal verdwijnen en er moeilijkheden kunnen optreden wanneer hij het op zijn beloop laat. Het is eigenlijk vergelijkbaar met de corona-aanpak: je kan de maatregelen niet ‘een beetje’ toepassen. Je moet vooruit kijken en doen wat nodig is!”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken