Startpagina Aardappelen

Heel wat nieuwe rassen in de running ter vervanging van Fontane en Innovator

Het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) legt elk jaar verschillende rassenproeven aan, zo ook in Bertem. Daar werden 10 rassen geplant, waaronder 6 nieuwe. Vooral voor Fontane zijn er heel wat mogelijke rassen. Of ze werkelijk potentieel hebben, moet echter blijken uit meerjarenproeven.

Leestijd : 5 min

Het ooit zo populaire Bintje heeft zijn beste tijd gehad. Slechts op 6% van het Belgische areaal koos de landbouwer nog voor dit aardappelras. Het ras werd van de troon gestoten door Fontane, dat 48%van het Vlaams areaal beslaat, en ook van Challenger en Innovator staan behoorlijk wat percelen. PCA-onderzoeker Ilse Eeckhout: “Fontane is een licht geelvlezig ras dat de basis vormt van heel veel diepvriesfriet en andere aardappelproducten zoals die in de winkels liggen of in restaurants gebruikt worden. Innovator is een typisch witvlezig ras dat specifiek dient voor de productie van frieten voor fastfoodketens zoals McDonald’s en Quick. Daar wil men vooral lange frieten met een witte kleur.”

Fontane is een vrij robuust ras, met een lage gevoeligheid voor doorwas en een geschikt bewaarras op zandgrond. Echter heeft het ras enkele nadelen. Zo is het wel resistent tegen het cystenaaltje Globodera rostochiensis , maar is het vatbaar voor het in opmars zijnde aaltje Globodera pallida . Bovendien vormt Fontane relatief weinig knollen (gemiddeld 12 bij potermaat 35/50 mm), zodat een nauwe plantafstand noodzakelijk is voor voldoende opbrengst.

Innovator vormt nóg minder knollen per struik (gemiddeld 9 bij potermaat 35/50 mm). De opbrengst is in droge jaren duidelijk lager dan die van Fontane, maar zijn lengte en frietkwaliteit zijn uitstekend. Verder is Innovator gevoelig voor metribuzin, de actieve stof van Sencor/Artist en geeft het laag onderwatergewicht soms problemen. Tijdens bewaring moet er extra worden gelet op interne kieming.

PCA is in de late frietrassen op zoek naar goede vervangers van Fontane en Innovator. Daarom worden deze als referentierassen gebruikt in de proef te Bertem. Ze werden vergeleken met 9 relatief nieuwe rassen, waarvan er 6 rassen voor de eerste keer aanliggen. Voor de keuze van de rassen, gaat het PCA elk jaar in gesprek met de kweekbedrijven. Die geven hen advies over de rassen die interessant zijn voor Vlaanderen.

Eeckhout: “Wij trachten elk ras gedurende 3 opeenvolgende jaren te testen om met enige zekerheid iets te kunnen zeggen over opbrengst en kwaliteit. Dezelfde proef ligt op 4 locaties in Vlaanderen om de invloed van meerdere grondsoorten en regio’s in rekening te kunnen brengen.”

Vooral nieuwelingen

voor Fontane

Om Fontane te vervangen, zijn er wel wat nieuwe geelvlezige en lichtgeelvlezige rassen uitgeplant. Enkel Babylon (Agrico) ligt voor een tweede jaar in proef. Babylon is een Agria-kruising. In 2019 gaf het de beste opbrengst van alle rassen met 52 ton/ha en ook dit jaar lijkt dit ras de opbrengst van Fontane ruimschoots te overstijgen. Bijna alle aardappelen zitten in de grofste maat, en ook de frietkleur is zeer goed. Het onderwatergewicht is lager dan dat van Fontane, maar nog altijd ruim voldoende. Het ras is resistent tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis , maar is gevoelig voor metribuzin.

Nieuwe rassen, en die voor de allereerste keer in proef liggen, zijn Cardyma, Chenoa, Edison, Palace en Virgina. Cardyma (HZPC) heeft duidelijk meer knollengte dan Fontane, maar haalt mogelijk niet dezelfde opbrengst. Net als Fontane is het geschikt voor teelt op zandgrond. Qua rijpheid zit hij tussen Fontane en Challenger. Verder is het resistent tegen het aardappelcystenaaltje G. pallida 2 en 3 wat een belangrijke troef kan zijn voor de toekomst. Chenoa (Interseed) haalt zijn voordeel vooral uit zijn knollengte. Het is resistent is tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis 1 en 4, en deels tegen de pathotypes 2 en 3. Verder is het een aardappel voor de lange bewaring met een goed onderwatergewicht. Het ras zou ook kunnen dienen voor verse friet. Ook resistent tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis, zijn de nieuwe rassen Edison (Den Hartigh) en Virginia (Europlant). Een mogelijk voordeel bij Edison is dat de bewaring op lage temperatuur kan, bij 4 °C. Virginia is een zeer productief, laatrijp ras, en als enige onder de mogelijke alternatieven iets witter van vlees. Ten slotte lag ook Palace (Agrico) aan als mogelijk Fontane-vervanger. Het is iets later rijp dan Fontane, en is geschikt voor alle grondsoorten. Het is dus ook geschikt op zandgrond. De aardappel gaf in 2019 7 tot 10% meer opbrengst dan Fontane, maar lijkt dit jaar iets minder productief. Het ras valt vooral op door zijn sterk loof en stressbestendigheid bij hitte. Van alle rassen in de proef bleef Palace in dit droge jaar het op één na langst groen.

Al langer rassen in de running voor Innovator

Mogelijke alternatieven voor Innovator zijn volgens PCA de witvlezige rassen Alverstone Russet, Kelly en Tiger. Alverstone Russet en Tiger zijn beide rassen van HZPC, en liggen al 3 jaar in proef. Van deze rassen kan PCA dus al betere conclusies trekken. Beiden zijn resistent tegen het aardappelcystenaaltje G. pallida 2 en 3. Tiger kent bovendien een bijkomende resistentie tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis 1 en 4. Twee kritische puntjes zijn de gevoeligheid voor metribuzin en het feit dat de rassen niet geschikt zijn voor teelt op zandgrond.

Alverstone Russet valt op door zijn hoger aantal knollen in vergelijking met Innovator. De opbrengst zou ook hoger zijn dan die van Innovator: in 2018 was de opbrengst alvast 8% hoger en in 2019 15% hoger. Dit jaar lijken de resultaten iets wisselvalliger. Zijn frietkleur is zeer goed.

Naast de dubbele resistentie van Tiger tegen aardappelcystenaaltje, kent dit ras nog andere voordelen. Zo bleek de opbrengst in 2019 goed met 47 ton/ha, en bleek de frietkleur zeer goed. Zijn knolaantal ligt alleszins hoger dan dat van Innovator. Onder droge omstandigheden moet er bij voorkeur beregend worden..

Nieuw in proef is Kelly (Germicopa), die resistent is tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis 1 en 4. Het ras is is een laatrijp en blijft dus zeer lang groen. Zijn knolaantal is groter in vergelijking met Innovator en zijn opbrengst is hoger. Dit ras is ook geschikt voor de biologische teelt.

Er is geen ‘de beste’

Of het ene ras nu beter is dan de andere, kan duidelijk niet gezegd worden. Enerzijds moet het ras meerdere jaren in proef liggen om meer te weten van het ras, anderzijds hangt het van de situatie af. “Telen op een zandgrond versus een zwaardere bodem, of is de productie voor af land dan wel voor lange bewaring. De nieuwe omstandigheden voor kiemremming (zonder CIPC) en loofdoding (zonder diquat) hebben ook een invloed. Een ras als Edison dat ook bij lagere temperaturen kan bewaard worden, biedt bijvoorbeeld perspectieven voor een minder moeilijke lange bewaring. Ook de wijzigende klimaatomstandigheden (droge en vooral hete zomers) kunnen een rol spelen – en kansen bieden voor een ras als Palace bijvoorbeeld.”

Aan het PCA wordt ook aangegeven dat er een aanbod moet zijn van verschillende rassen. “Zo krijgen telers de kans om geschikte rassen te vinden voor hun omstandigheden (grondsoorten, bewaring of niet…) en hun teeltrisico te spreiden. Anderzijds willen verwerkers ook niet té veel verschillende rassen.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Aardappelen

Hoe presteerden de chipsrassen in 2023?

Aardappelen Vorig jaar was een opmerkelijk teeltjaar voor aardappelen. Toch slaagde het Landbouwcentrum Aardappelen (LCA) er opnieuw in om de prestaties van chipsrassen in Vlaanderen op te volgen. Binnen deze rassenproeven wordt de variëteit VR808 als referentie beschouwd.
Meer artikelen bekijken