Startpagina kleinvee

Opstarten met dubbelziektevrije geiten is het belangrijkst, volgens Jonas

Zijn ouders hebben een melk- en vleesveebedrijf, maar Jonas Van Zele uit Assenede was altijd al meer geïnteresseerd in geiten. Wat als kind begon met het houden van een paar dwerggeiten, groeide uit tot de opstart van een eigen melkgeitenbedrijf. “Ik hou van die dieren, en per liter levert een geit nu veel meer op dan een koe. Daar moet ik van profiteren.”

Leestijd : 8 min

De toekomstige geitenstal is nu nog grotendeels een bouwwerf. Naast zijn fulltime job als leerkracht op een landbouwschool, is Jonas druk bezig met de verbouwingen van een oude stal op de boerderij van zijn ouders. “Die stal stond al enkele jaren leeg. Om mijn eigen bedrijf te kunnen starten, huur ik die nu. Op die manier betaal ik alles geleidelijk aan af aan mijn ouders.”

In januari verwacht Jonas  de eerste lammeren  op zijn bedrijf.
In januari verwacht Jonas de eerste lammeren op zijn bedrijf. - Foto: SN

Diploma achter de hand

Jonas studeerde af in de agro- en biotechnologie. “Mijn ouders en ik vonden het belangrijk om een diploma achter de hand te hebben voor als het slecht gaat met de geiten. Toen ik afstudeerde, kon ik aan de slag gaan als leerkracht op een landbouwschool in Sint-Niklaas. Daar werk ik nu 6 jaar. Die job doe ik heel graag.

De liefde voor landbouw doorgeven aan jongeren is mijn grootste doel. Ik zeg hen altijd hoe belangrijk het is om verder te studeren. Na de middelbare school heb je amper ervaring. Die doe je op tijdens de lessen en de stages in je bachelor.”

Switch naar geiten

Toen Jonas 8 jaar was, vroeg hij thuis naar een dwerggeitje. “Snel had ik er meer dan 10. De melkgeitensector is nog best onbekend in Vlaanderen, en dat spreekt me wel aan. Daarnaast maakte ik tijdens mijn bachelor een eindwerk over het welzijn van melkgeiten. Daar leerde ik veel uit! Dat geitenmelk momenteel meer opbrengt dan koemelk, gaf de doorslag. Ik krijg 69 cent/l. Voor koemelk is dat vaak maar 30 cent/l.”

Jonas doet de verbouwingen van de stal grotendeels zelf, met wat hulp van zijn ouders en vrienden. “In januari moet de stal klaar zijn, want dan komen de eerste 300 lammeren. Die leveren pas iets op na één jaar, wanneer ze gemolken kunnen worden. Het is dus goed dat ik mijn job als leerkracht nog heb! Zo kan ik tijdens het eerste jaar nog leren wat de opfok en verzorging van lammeren inhoudt, om dat later goed te combineren met het melken.”

Aandacht voor welzijn melkgeiten

Tijdens zijn eindwerk leerde Jonas veel bij over stalinrichting en verzorging. “Volwassen geiten hebben minimaal 1,5 m² aan oppervlakte nodig. Als geiten minder plaats krijgen, kan dat ervoor zorgen dat ze zich agressiever gedragen. Als je extra veel aandacht geeft aan welzijn, kan je dat misschien voorkomen.

Zo zijn er kleine dingen die je in de stal kan doen die het voor de geiten aangenamer maken: Als je borstels in de stal hangt waaraan ze zich kunnen borstelen tegen de jeuk, worden ze rustiger. Net zoals wanneer je elke dag vers stro in de stallen strooit, want dat houdt hen proper en helpt tegen besmettingen.

Je moet er ook voor zorgen dat het voer nooit op is. Ik ga mijn geiten in groepen verdelen op basis van productie. Zo krijgen ze zeker de juiste hoeveelheden brok en natuurlijk onbeperkt kuilvoer. Om ervoor te zorgen dat de dieren evenwichtige voeding krijgen en moeilijker kunnen selecteren, ga ik compact voeren. Zo blijft het eten beter aan elkaar hangen.

Vervolgens is het belangrijk om de geiten tijdig een klauwkapbeurt te geven, of manieren te zoeken voor natuurlijke klauwslijtage. Je kan het best ook de hoorns verwijderen. Zo kunnen ze elkaar niet kwetsen bij rangordegevechten. Gelukkig is de Saanengeit, het ras waar ik voor kies, zeer vredelievend.

Naar mijn mening gaan economie en dierenwelzijn hand in hand. Als de geitenhouder positieve energie uitstraalt, heeft dat als effect op de geiten dat ze productiever worden.”

Zoektocht naar bank en afnemer

Drie jaar geleden begon Jonas met het opstellen van een financieel plan met hulp van DLV Adviesbureau. Toen dat een jaar later klaar was, startte zijn zoektocht naar een bank.

“Om groen licht van de bank te krijgen, moest ik eerst een afnemer vinden. Binnen België was dat niet gemakkelijk. In Nederland is er een geitenstop geweest, waardoor de Nederlandse afnemers naar België trokken. Dat is mijn geluk geweest. Ik vond een afnemer, en daardoor ook steun bij de bank.”

Zoektocht naar lammeren en grond

“Een grote hoeveelheid lammeren vinden die aan mijn sanitaire eisen voldoen is zeer moeilijk, maar dat was voor mij een must. Er zijn maar enkele melkgeitenbedrijven in België die dat aanbieden. Gelukkig kon ik relatief snel een grote aankoop van zo’n lammeren doen bij één van die bedrijven.

Vervolgens moest ik ook op zoek naar grond. Niet veel mensen verkopen hun landbouwgrond nog, zodat ze de premies kunnen blijven opstrijken. Nu heb ik iemand gevonden die zijn grond aan mij wil verhuren, maar die zelf de premies houdt. Ik ben voorlopig al blij dat ik dat heb”

Andere aanpak dan ouders

Jonas en zijn ouders beslisten om de stallen op twee adressen te zetten. Zo hebben ze elk hun eigen boekhouding en vermijden ze conflicten over geld. “Mijn vader en ik pakken sommige dingen anders aan en nu kunnen we over ons eigen bedrijf beslissen. We staan wel klaar voor elkaar als de ander hulp nodig heeft. Als de melkprijzen bij koeien zo laag blijven, zit de kans erin dat de koeien vroeger weggaan en het één groot geitenbedrijf wordt.”

Dubbelziektevrije geiten

Jonas wil in zijn bedrijf vooral inzetten op afstamming en hoge productie. Daarnaast wil hij ook de hoogste ziektestandaard hanteren. Zo zal hij werken met een hygiënesluis, looplijnen voor leveringen, bedrijfseigen kledij en geiten van een dubbelziektevrije afkomst.

“De geiten komen allemaal van één bedrijf, waardoor ik de afstamming perfect kan nagaan. Ik houd mijn bedrijf liefst gesloten om de kans op ziektes zo klein mogelijk te houden. Dubbelziektevrij wil zeggen dat de dieren de geitenziektes Capriene Arthritis (CAE) en Caseous lymfadenitis (CL) niet hebben. Daarop worden ze elke 2 jaar gecontroleerd.”

Keuze voor Saanengeit

“Ik heb gekozen voor Saanen-geiten, de typisch witte melkgeiten. In het verleden zijn ze al eens gekruist met een Toggenburger en een Anglo Nubische geit, maar ze zijn 95% Saanen-geit.

De plaats van herkomst van het ras zou de historische regio Saanenland in Zwitserland zijn. Het zijn grote witte melkgeiten die meestal geen hoorns hebben. Het ras is hoogproductief en efficiënt. Voor het geven van 1 l melk, eten de geiten minder dan koeien.

Saanen-geiten vertonen weinig agressie naar mensen toe. Ook onder elkaar zullen ze niet snel vechten voor hun positie, want het zijn van nature individuele dieren. Ze hebben geen groot kudde-instinct. Dat zorgt voor rust in de stal.”

Swingover 2x20

Om de geiten te melken, kiest Jonas voor een Swing Over 2x20 met melkmeting. Die wordt geïnstalleerd in augustus 2021. Met dat systeem hangen de melkstellen in het midden van de melkstal en worden ze aan 2 zijden gebruikt.

“Het eerste voordeel van zo’n Swing Over is de prijs. Je hebt maar één melkstel nodig voor 2 geiten. Daardoor verdien ik de installatie sneller terug en kan ik binnen enkele jaren bij de uitbreiding misschien vernieuwen naar een carrousel.

Een tweede voordeel is tijdbesparing. Met een Swing Over zal ik meer geiten kunnen melken in minder tijd. De melkstellen zijn heel de tijd bezig en hangen niet stil. Als aan één kant de geiten gemolken zijn, staan aan de andere kant de nieuwe geiten net te wachten. Zo benut ik de melkstellen optimaal.”

Liefde versus boerderij

“Heel mijn familie staat achter mijn overname van de boerderij. Mijn ouders zagen me liever verder gaan als leerkracht, maar ik kreeg het idee van een melkgeitenbedrijf niet uit mijn hoofd. Toen ik een duidelijk financieel plan en mijn toekomstvisie kon voorleggen, zijn ze toch wat bijgedraaid. Zij zien ook een betere toekomst in melkgeiten dan in melkkoeien.

In de liefde gaat het moeilijker. Niet veel vrouwen staan te springen om er een boerderij bij te nemen. Het is een onzekere stiel met hard werk en weinig vakantie. Daarnaast is het ook locatie gebonden, wat maakt dat we niet zomaar overal kunnen wonen. Dat schrikt af.

Ik woon nu nog bij mijn ouders, en hier is de omgeving eigenlijk ideaal. De kans is groot dat ik in het huis van mijn grootouders hiernaast ga wonen. Ik verwacht van een vrouw helemaal niet dat ze haar job opgeeft om mee binnen het bedrijf te werken. Ik zoek iemand die me doet lachen en die me steunt in moeilijke periodes. Dat vind ik meer waard.”

Uitdagingen voor jonge starters

Nu Jonas bijna aan zijn avontuur als boer kan beginnen, geeft hij graag enkele tips aan andere startende boeren: “Ik heb zelf het meest geleerd uit het bezoeken van andere bedrijven. Je moet informatie stelen met je ogen en oren. Vraag naar ervaringen van andere boeren. Kijk hoe zij hun bedrijf leiden.

Verder heb ik veel tijd besteed aan het vergelijken van banken, leveranciers en afnemers. Dat is belangrijk, want prijzen en voorwaarden zijn overal anders! Zorg ervoor dat je motivatie en passie voor melkgeiten enorm groot is. Met half werk zal je er niet geraken.

Je bedrijf moet ook rendabel genoeg zijn om op te starten. Kosten moet je kunnen terugverdienen. Merk je dat je plannen financieel toch niet aantrekkelijk zijn? Durf je dan ook eens te verdiepen in een andere stiel. Als boer moet je al hard genoeg werken, dus mag het wel iets opleveren.

Als laatste is het heel belangrijk dat je een hoger diploma hebt. Het kan ook voordelen bieden om na het afstuderen te starten met een job buiten de boerderij. Banken zullen je bijvoorbeeld sneller steunen als je een andere job achter de hand hebt waarop je kan terugvallen.”

Toekomstige uitbreiding

Op termijn wil Jonas stoppen met lesgeven en zich volledig op het bedrijf richten. Als zijn vader op pensioen gaat, gaan alle melkkoeien weg en neemt Jonas ook de tweede stal over. Liefst groeit hij dan door naar 1000-1500 geiten. Dat kan hij moeilijk combineren met een tweede job.

“Ik koos ervoor om mijn eerste stal enkel binnenin te renoveren, maar ik denk erover na om die stal bij de uitbreiding te verbouwen tot een serrestal. Dan moeten enkel de overkapping en de buitenmuren nog vervangen worden. Voor de geiten zou dat veel beter zijn. Zo creëer ik meer lucht, licht en een beter klimaat. Zo kan ik eventueel ook overstappen naar biologische veeteelt.

Binnen enkele jaren wil ik ook graag kinderen en jongeren laten kennismaken met de geitensector. Daarom zijn er plannen om boerderijkampen te organiseren en mijn boerderij open te stellen als stagebedrijf voor jongeren die een landbouwrichting volgen.”

Korte keten

“Vanzelfsprekend wordt bij de uitbreiding mijn productie groter en daardoor ook mijn afzet. Vanaf dan kan ik inzetten op de korte keten. Als ik minder dan 500 geiten melk, kan ik de productie moeilijk splitsen tussen afnemer en eigen verwerking. Vanaf 900 geiten is het mijn droom om zelf geitenkaas en -ijs te maken. Dan wil ik graag een automaat met verschillende geitenproducten. De kers op de taart zou een eigen ijskar zijn!”

Sanne Nuyts

Lees ook in kleinvee

Terug veel belangstelling voor voorlichtingsvergaderingen

kleinvee Naar jaarlijkse gewoonte ging onlangs op 3 plaatsen in Vlaanderen een voorlichtingsvergadering voor schapenhouders door georganiseerd door het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (PCKH). Deze vergaderingen werden telkens gekoppeld aan een bedrijfsbezoek.
Meer artikelen bekijken